84 MAANDAG 21 MAART 1921. IV. Benoeming van een gedelegeerde in het Bestuur der vereeniging Sehoolkindervoeding en -kleeding (wegens bedanken van den heer -Meijnen). Wordt benoemd met 17 stemmen de heer A. J. Oostdam; op mevrouw DubbeldemanTrago waren uitgebracht 8 stem men, op de heeren Sijtsma en van Hamel ieder 1 stem, terwijl 2 biljetten in blanco waren. De Voorzitter. Is de heer Oostdam bereid deze benoeming aan te nemen? De heer Oostdam. Ja, mijnbeer de Voorzitter! De Voorzitter. Mag ik de leden van het stembureau be danken voor de genomen moeite? V. Voorstel tot overplaatsing van mejuffrouw Th. M. van Noord, onderwijzeres in de handwerken aan de school der 2e klasse voor jongens en meisjes No. 4, naar de school der 3e klasse No. 6. (Zie Ing. St. No. 79.) Wordt zonder beraadslaging ol hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VI. Praeadvies op het verzoek van P. Werkman om eervol ontslag als leeraar in de Fransche taal aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. No. 87.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. VII. Praeadvies op het verzoek van W. P. Minderman om eervol ontslag als onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 8. (Zie Ing. St. N°. 88.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. VIII. Vaststelling van de jaarwedden en pensioensgrond slagen van eenige leeraren en leeraressen aan de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen. (Zie Ing. St. No. 73.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten om de jaarwedden (hieronder verstaan de vaste be zoldigingen) van de leeraren en leeraressen, wier namen op den in Ingekomen Stuk no. 73 opgenomen staat zijn vermeld, vast te stellen op het bedrag in de betrekkelijke kolom achter ieders naam vermeld en om de pensioensgrondslagen dier leeraren en leeraressen voorloopig te bepalen op het bedrag, mede achter ieders naam aangeduid. IX. Vaststelling van het aan Gedeputeerde Staten uit te brengen verslag aangaande de wijze, waarop het op de gemeentebegrooting voor 1919 voor schoolkindervoeding toe gestaan bedrag is besteed. (Zie Ing. St. N°. 76.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten het verslag vast te stellen zooals in Ingek. Stuk No. 76 is voorgesteld. X. Voorstel tot verhuring van de perceelen teelland achter den Zijlsingel, Sectie K Nis 707, 3433 en 722, aan de Woning bouw vereeniging «Eensgezindheid". (Zie Ing. St. No. 89.) De heer van der Pot. M. d. V. Het bestuur van de woning bouwvereniging «Eensgezindheid" heeft den wensch te kennen gegeven om deze perceelen teelland te mogen huren tot 1 April 1922 in plaats van tot 31 December a.s. Aangezien bij Burgemeester en Wethouders geen bezwaar bestaat om aan dat verzoek te voldoen, wijzigen zij in dien zin hun voorstel. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het gewijzigd voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XI. Voorstel tot verhuring van de perceelen teelland achter den Zijlsingel, Sectie K Nis 723 en 724, aan W. Bink. (Zie Ing. St. No. 89). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XII. Voorstel tot verhuring van de perceelen weiland benoorden den Maresingel, Sectie N Nis 134, 135 en 13b en Sectie K No. 2775, aan M. Bol. (Zie Ing. St. No. 89.) De beraadslaging wordt geopend. De heer van der Pot. M. d. V. Na het bekend worden van het voorstel heeft een andere gegadigde aangeboden f 75.meer huur te geven. Toen hebben wij den weg ge volgd, dien wij vroeger wel meer hebben ingeslagen, en hebben wij dat, zonder pressie uit te oefenen, medegedeeld aan Bol. Deze heeft daarin aanleiding gevonden zijn aanbod met f 75.te verhoogen, zoodat Burgemeester en Wet houders thans voorstellen deze perceelen weiland te verhuren aan Bol voor den prijs van f 525. De heer Huurman. M. d. V. Ik wil vragen, waarom in dit geval van de gewoonte is afgeweken om een openbare verhuring te doen plaats hebben. Het is best mogelijk, als nog een derde persoon van de voorgenomen verhuring geweten had, hij nog boven f 75. per H. A. zou hebben geboden. Het ware voor de gemeente misschien voordeeliger geweest. De heer van der Pot. M. d. V. In het algemeen wordt gevolgd de weg van openbare verhuring, maar in dit geval was het advies van den directeur van Gemeentewerken, dat het seizoen wat ver gevorderd was om nog tot openbare ver huring over te gaan. Er komt bij, dat openbare verhuring nog al wat kosten medebrengt als het slechts om 1 perceel gaat en dat de verhuring slechts voor 1 jaar plaats heeft. Daarom hebben wij in dit geval van openbare verhuring afgezien. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het gewijzigd voorstel van Burge meester en Wethouders besloten. XIII. Voorstel in zake het sluiten van kasgeldleeningen gedurende het 2e kwartaal 1921. (Zie Ing. St. No. 80.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIV. Voorstel tot het voeren van verweer tegen de vordering van C. Stoeke tegen J. Voorsluys en in de zaak in vrijwaring door J. Voorsluys tegen de gemeente aanhangig gemaakt. (Zie Ing. St. N°. 86.) De beraadslaging wordt geopend. De heer van Eck. M. d. V. Ik zal mij niet verzetten tegen dit voorstel, om verweer te voeren tegen de vordering van Stoeke tegen Voorsluijs, omdat er naar mijne meening op rechtskundige gronden geen reden voor is, dat de gemeente in vrijwaring opgeroepen zou kunnen worden maar mij dunkt dat de gemeente er daarmede toch niet af is. Door toevallige omstandigheden heb ik mij wat uitvoeriger op de hoogte kunnen stellen dan gewoonlijk bij dergelijke zaken met een Gemeenteraadslid bet geval is, en nu meen ik, dat er billijkheidsgronden zijn, waarop de gemeente zich van deze zaak niet op deze manier kan afmaken. Ik meen namelijk dat, als- de gemeente een overeenkomst sluit met een particulier persoon, zij moet optreden zooals men van een fatsoenlijk, eerlijk persoon ook verwacht, en nu komt het mij voor dat, wanneer de gemeente zich op dit standpunt plaatst, zij die zaak niet op deze wijze verder mag afhandelen. Wat is de zaak? Toen de Burggravenlaan verlengd moest worden tot den Zoeterwoudschen Singel, is door den eigenaar van gronden, bij dien singel gelegen, aan de gemeente om niet afgestaan een perceeltje, maar bij de voorloopige bespreking met den Directeur van Gemeentewerken is bedongen, dat het werk in het voorjaar van 1920 gereed zou zijn, aangezien anders de toegang tot het terrein, dat Voorsluijs verhuurd had, belemmerd zou worden. Toen is die overeenkomst gesloten; de gemeente heeft dat terrein om niet gekregen, maar dat beding De Voorzitter. Mag ik den heer van Eck even in derede vallen Het komt mij voor, dat er bezwaar tegen bestaat om op die wijze door te gaan en dat wij dat in geheime zitting moeten bespreken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 8