MAANDAG 28 FEBRUARI 1921.
61
den heer de Bruijn in zake het onderzoek naar de bevende
huizen in Scheveningen aan den heer do Kanter in zake ren
ventilatie-kwestie in de Raadzaal. Meermalen werden speciale
adviezen gevraagd aan tuinbouwkundigen, onder andere in
zake aanleg en uitbreiding van het Nieuwe Park te Scheveningen
en het Zuiderpark bij Rijswijk.
Dit alles betreft den Haag en hoe dikwerf komt hetzelfde
niet voor op allerlei gebied in Amsterdam en Rotterdam,
bijvoorbeeld te Amsterdam op waterleidinggebied, en onlangs
nóg te Rotterdam in zake de bebouwing van het Hofplein, waar
voor is gevraagd aan den heer Berlage een advies uit te brengen
en met den Directeur van Gemeentewerken te overleggen.
Wat nu in het bijzonder het rioleeringsvraagstuk betreft,
moge er op gewezen worden, dat hierbij ook een groote mate
van routine noodig is om tot goede oplossingen te komen en
speciaal allerlei gevaren te ontgaan, die elders voorkwamen.
Ik mag hierbij er o. a. op wijzen, dat de rioolbemaling te
Rotterdam aanleiding heeft gegeven tot ernstige gebreken,
waarvan het einde nog niet te overzien is. Door verlaging
van het grondwaterpeil zijn n.l. aldaar de bovenkanten der
houten fundeeringen bloot gekomen en rotten deze af, wat
over een groot deel der oude stad groote schade veroorzaakt.
Toch waren het zeer zeker bekwame mannen onder wier
leiding deze rioleering tot stand kwam.
Het voorafgaande betreft in het algemeen de vraag waarom
het wenschelijk is voor bepaalde werken de hulp van speci
aliteiten in te roepen. Wat de vraag van den heer Huurman
betreft of hier Gemeentewerken niet met het maken van
plannen voor de rioleering kan worden belast, wil ik ant
woorden, dat de Directeur van Gemeentewerken op den duur
met allerlei werkzaamheden is overladental van rapporten
worden in zijn handen gesteld, iedere aanbieding van grond
en huizen wordt door hem behandeld en de geheele dagelij k-
sche dienst komt ten zijnen laste. Om zulk een bijzonder
groot werk ter hand te nemen en daaraan zijn volle aan
dacht te wijden, daarvoor ontbreekt de tijd. De tweede kracht
aan Gemeentewerken, de heer de Blauw, heeft thans het toe
zicht op den bouw van het badhuis en van de Arbeidsbeurs;
hij is verder belast o. a. met de voorbereiding der plannen
voor de ontsmettingsinrichting, voor een nieuw verplegers
huis op Endegeest, voor de vernieuwing der Groote Haven-
brug, voor de versterking van andere bruggen en met tal
van andere werkzaamheden.
Dus wanneer aan dezen heer de oplossing van het rioleerings
vraagstuk werd opgedragen, dan zouden tal van andere
werken moeten worden uitgesteld.
Den vorigen keer is ook genoemd het plan-Broekman. Dat
was een uitstekend plan, maar het was zeer kostbaar en was
er niet op berekend om in gedeelten uitgevoerd te worden.
Het plan, dat de heer van den Steen van Ommeren zal
ontwerpen, zal voor zoover het voorloopig te schatten is
ongeveer 1 millioen gulden kosten en het is in gedeelten uit
te voeren.
Voor anderhalf millioen gulden is te verkrijgen een nog
verder gaande verbetering, waarbij niet alleen het rioleerings
vraagstuk der stadsuitbreiding afdoende is opgelost (Heeren
singel en omgeving, Kooipark, Zoeterwoutsche singel met
Heerenstraat, Witte Laan, Roode Laan, Pieter de la Court-
straat, Tuinstadwijk, Nieuw Academisch Ziekenhuis c.a.) doch
waarbij tevens de moeilijke quaesties van Levendaal, Rapen
burg, Waardgracht, Oranjegracht, Middelste- en Uiterste-
gracht o.a. geheel verbeterd zullen zijn.
Er wordt wel eens gesproken van de demping van het
Levendaal, maar in den regel is demping een verplaatsing
van het kwaad. Als het Levendaal gedempt wordt en er komt
daar een riool, hetwelk uitmondt in den Zoeterwoudschen
singel, dan kan men aannemen dat deze singel ook slecht
wordt. Daarvoor bestaat althans groot gevaar. Dat is hier de
gewone loop van zaken geweest.
Vooral wil ik er den nadruk op leggen, dat dit plan in
gedeelten kan uitgevoerd worden; dus elk jaar kan er een
zeker bedrag verwerkt worden.
Er komt bij, dat er ook maatregelen kunnen getroffen worden
om aan het nieuwe academisch ziekenhuis een goede afvoer
te geven. De uitloozing zal nu komen in de Poelwetering,
maar het is de groote vraag, of die wetering dat steeds zal
kunnen verorberen. Het is niet buitengesloten het Rijk is
er in dén regel zeer royaal mede dat, indien deze inrich
ting aangesloten wordt op een stamriool, het Rijk daarvoor
subsidie geeft.
Dan wil ik nog hierop wijzen. De Minister van Arbeid heeft
in zijn laatste circulaire te kennen gegeven, dat het Rijk
bereid is subsidie te geven, indien in een gemeente werken
gemaakt worden met het idee van werkverschaffing of indien
met het oog daarop het aanleggen van dergelijke werken
bespoedigd wordt. Voorloopig zal die subsidie 25 a 30°/# be
dragen, maar de mogelijkheid is niet buitengesloten, indien de
cernentdeelen, welke daarvoor noodig zijn, ter plaatse ver
vaardigd worden, dat de subsidie zelfs tot 50 stijgt.
Dit is nog wel toekomstmuziek, maar toch ook met het
oog daarop acht ik het zeer urgent en zeer aanbevelens
waardig om met deze zaak voortgang te maken.
De heer Huurman. Wat de Wethouder thans mededeelt is
zeer interessant, toch is het mij niet duidelijk wat dat. met
mijn motie heeft uit te staan.
Ik geloof echter, na hetgeen wij nu van den Wethouder
vernomen hebben, ik kan aannemen, dat aan den inhoud van
mijne motie door Burgemeester eri Wethouders is voldaan.
Ik bedoelde niets anders dan meer inlichtingen van Burge
meester en Wethouders over de vraag, of het niet mogelijk
was het maken van de plannen direct aan den Directeur van
Gemeentewerken op te dragen. Het spreekt vanzelf, dat het
nu absoluut geen zin meer heeft over de motie te stemmen.
Ik ben tot mijn leedwezen nog niet voldoende overtuigd,
want de heer Bols heeft, na te hebben medegedeeld om
welke reden het Burgemeester en Wethouders niet goed lijkt
het maken van deze plannen aan de directie van Gemeente
werken op te dragen, verschillende werken opgenoemd, waar
mede die directie bezig is. Ik zou willen vragen: kan dit er
dan nog niet bij
Mijnheer de Voorzitter! Gij schudt wel van neen, de heer
Bots heeft gezegd, dat de heer de Blauw aan de voorbereiding
van 8 of 9 werken bezig is, nu is de practijk zóó, dat al die
werken onder zijn leiding gebeuren, en wil ik de vraag stellen
of het niet mogelijk is, dat ook dit werk. onder zijn leiding
geschiedt. Er wordt wel gezegd, dat in den Haag voor den
bouw van een school een advies van een specialist is gevraagd
en dat ook in Amsterdam dergelijke speciale adviezen worden
ingewonnen, maar is nu het feit, dat zoo iets in andere ge
meenten gebeurt, een reden hetzelfde hier te doen? Ik ben
niet weerlegd in mijn meening, dat, waar vorige directeuren
van Gemeentewerken wel dergelijke plannen hebben gemaakt
plannen die er wezen mochten er geen reden is thans
van dien regel af te wijken.
Er is wel aangevoerd, dat de kosten van uitvoering over
verschillende jaren kunnen worden verdeeld, maar wat heeft
dit met het maken van het plan te maken? Indien de direc
teur van Gemeentewerken meent niet voldoende op de hoogte te
zijn en van een ander een beter plan verwacht, dan wordt
de zaak anders, maar men moet niet zeggen, dat hij het zoo
druk heeft, want, als men tien werken in voorbereiding heeft,
kan men er het elfde ook nog wel bij nemen.
De heer Bots. M. d. V. Mag ik even opmerken, dat de heer
Driessen de eerste zal zijn om den man, dien wij wenschen
te vragen, den heer van den Steen van Ommeren, op dit
gebied hooger te stellen dan hij zichzelf stelt, omdat de heer
van den Steen van Ommeren in rioleeringszaken volkomen
getoutineerd is en niet anders doet dan op dit gebied plannen
ontwerpen en uitvoeren. Een specialist staat in zijn branche
natuurlijk hooger dan iemand, die algemeene zaken op het
gebied van de gemeentewerken behandelt.
De Voorzitter. Wanneer ik naga wat wij twee keeren in
de week in de vergadering van Burgemeester en Wethouders
aan ïappoiten en verslagen van Gemeentewerken krijgen, kan
ik mij toch voorstellen en niet anders voorstellen dan dat men
aan dat bureau de handen zeer vol moet hebben.
Nu de logica van den heer Huurman, die zegt, dat, als
iemand tien werken onder handen heeft, hij het elfde er nog
wel bij kan hebben. Aan alles komt een eind en men kan
gerust zeggen, dat de heer Driessen met werk overladen is.
Als ik al de rapporten en verslagen, die wij van hem krijgen,
zie, moet ik mij afvragen: waar haalt hij den tijd vandaan
om al die verslagen uit te brengen, ook in verband met de
onderzoekingen, welke er aan verbonden zijn?
De beraadslaging wordt gesloten.
De Voorzitter. Ik zal nu het voorstel van den heer Huurman
in stemming brengen.
Hoe stemt de heer van Eek
De heer van Eck. Ik stem blanco.
De Voorzitter. Dat mag niet, want dat is in strijd met
het Reglement van Orde.
De heer van der Lip. Dan moet gij u even verwijderen.
De heer van Eck. Gij kunt mij toch niet dwingen mijn
stem uit te brengen?
De heer Huurman. M. d. V. Moet u nu zoo aan de letter
van het Reglement van Orde vasthouden? Als er van de
overzijde een amendement wordt ingediend, dat formeel niet
geheel juist is, wordt er van de tafel van Burgemeester en