53 het doel onzer verder te volgen gasprijspolitiek moet zijn, dan zal voorloopig hiermede moeten worden volstaan. Weliswaar zijn er enkele gemeenten, die nog lagere prijzen hebben in gevoerd, doch deze hebben zeer nieuwe en zuinig werkende ovens. Het voorbeeld van deze gemeenten zal kunnen worden gevolgd, zoodra de nieuwe stokerij gereed is, hetgeen ver moedelijk tegen het najaar het geval zal zijn. Door besparing aan arbeidskrachten en economischer distillatie-proces zal de productie-prijs van het gas dan vermoedelijk nog weder met 2 a 3 cent per M3. kunnen worden verminderd. Op deze vermindering thans vooruit te loopen, meenen wij sterk te moeten ontraden. De toestanden zijn zoo onzeker dat groote voorzichtigheid is aan te bevelen. De sterke daling van de kolenmarkt heett een kunstmatig karakter, omdat zij veroorzaakt wordt door de gedwongen liquidatie van groote voorraden kolen der Kobidu in een tijd van algemeene ma laise in de industrie. De kolenprijzen liggen thans zelfs onder de productieprijzen van de mijnen, doch er zijn reeds teeke nen, die op een mogelijken ommekeer der dalende markt wijzen. lntusschen dienen wel maatregelen te worden g'nomen om bij de lagere prijzen der vaste brandstoffen te voorkomen, dat het gasverbruik zoude verminderen. Door de gevoerde propaganda en de gegeven voorlichting is bereikt, dat over 1920, ondanks verlies van gasdebiet ten gevolge van algemeener gebruik van electriciteit, toch de totaalomzet nog met circa 8% is toegenomen. Deze toename werkt wederom gunstig op den kostprijs van het gas, die bij 10% toename, met 1 cent per M3. daalt. Het blijft dus gewenscht alle middelen aan te wenden, die toename van debiet kunnen bevorderen. Vooral meer verbruik van de be staande aansluitingen moet in de hand worden gewerkt. Om, dit te bereiken stellen wij U voor reeds thans een reductie op den gasprijs voor grootverbruik toe te staan, zoo als in verschillende gemeenten (o. a. den Haag) reeds lang geschiedt; deze maatregel is commercieel juist en billijk, omdat de productiekosten van het meerdere afgeleverde gas veel geringer zijn, terwijl hij daling van den kostprijs van het gas bevordert en als zoodanig alle verbruikers ten goede komt. Teneinde echter zelfs den schijn te vermijden van bevoorrechting van bepaalde categorieën van particuliere ver bruikers, zouden wij dat rabat eerst willen zien toegekend bij een verbruik van meer dan 100 M3. per maanddoor de grens aldus te trekken bereikt het rabat, behoudens zijn middellijke gevolgen voor alle verbruikers, rechtstreeks vrijwel alleen de industrie en voorts instellingen als badhuizen, scholen, wees huizen enz. Natuurlijk gaat het ook hierbij niet zoozeer om een eigenlijke bevoorrechting van dit grootverbruik als wel om deze grootverbruikers van brandstof er toe te brengen, juist gas in plaats van andere brandstoffen te bezigen. Op grond van het bovenstaande, hebben wij de eer Uw College beleefd in overweging te geven den Raad voor te stellen om met ingang van de meteropneming in Maart: a. het vast recht, bedoeld in art. 10 sub a van de veror dening van 17 December 1914 (Gemeenteblad No. 36), be treffende de levering van gas door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 25 October 1920 (Gemeenteblad No. 47), te bepalen op nihil; b. onder voorloopige handhaving van de bestaande gasprijzen per M3. voor gewoon- en muntgas te bepalen, dat aan een verbruiker een rabat op den gasprijs wordt verleend van 2 cent per M3. voor het verbruik over één meter boven 100 M3. per maand. Wat de prijs der electriciteit betreft, dient in het oog te worden gehouden, dat deze geenszins gelijken tred heeft gehouden met de stijging der productiekosten. De stroomprijs van 20 cent per K.W.U. is slechts met 75% (tot 35 cent per K.W.U.) verhoogd, terwijl loonen, diverse materialen en kolen nog 150% hooger in prijs zijn dan vóór den oorlog en vooreerst wel niet in prijs zullen dalen. Dat de prijs der electriciteit voor verlichting niet hooger dan 35 ets per K.W.U. behoefde te worden gesteld, had zijn oorzaak deels in het feit, dat de levering voor krachtdoeleinden, als gevolg van de in de contracten met de industrie opgenomen kolen- clausule, voldoende loonend bleef, doch ook hierin, dat de Centrale en het kabelnet gedeeltelijk in goedkoopere jaren zijn gebouwd, waardoor de duurte maar geleidelijk en nog slechts gedeeltelijk in den stroomprijs tot uiting is gekomen. Bij vernieuwingen of uitbreidingen, die althans in Leiden zelf bezwaarlijk tegengegaan kunnen worden, zal dit echter voor een voortdurend grooter wordend deel het geval zijn en mede daarom is het dan ook niet gewenscht den stroom prijs thans te verlagen. In de meeste gemeenten, die electri- citeitsbedrijven hebben, die in den goedkoopen tijd zijn gebouwd, is een stroomprijs van 35 ets regel (slechts in een paar gemeenten bedraagt het tarief nog 30 ets), terwijl de Provinciale bedrijven, die in oorlogstijd zijn gebouwd of sterk uitgebreid, veel hoogere tarieven moeten heffen, zooals uit onderstaand overzicht blijkt. Limburg, Groningen, Friesland, Utrecht, Noord-Brabant, Noord-Holland, 58 cents. 40—50 50—60 45—50 60—70 35—55 Resumeerende mag verklaard worden, dat een stroomprijs van 35 ets per K.W.U. voor de tegenwoordige prijsverhoudingen geen zins te duur is en dat het zelfs zeer gunstig zijn zal, indien deze ook bij belangrijke vernieuwingen aan de Centrale of aan de kabelnetten of indien vele nieuwe aansluitingen zouden moeten worden gemaakt, op den duur kan worden gehandhaafd. Indien men de vroegere verhouding tusschen de gas- en electriciteitsprijzen vergelijkt (6 cent per M3. en 20 cent per K.W.U.) blijkt, dat met een stroomprijs van 35 cent een gasprijs van 10| ets gelijkwaardig zoude zijn, hetgeen al zeer duidelijk de matige verhooging van den electriciteitsprijs aantoont. Bij overweging der mogelijkheid van verdere ver laging der prijzen zal dus onzes inziens in de eerste plaats aan het gas moeten worden gedacht en het zou o. i. finan cieel zeer roekeloos en onvoorzichtig zijn de electriciteits prijzen te verlagen, zoolang de stijging in de kosten van loonen, kolen, en materialen, vergeleken met 1914, nog zoo aanmerkelijk veel grooter is dan met de stijging van den electriciteitsprijs in dat tijdvak overeenkomt. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, C. W. van der Pot Bz., Voorzitter. J. A. v. d. Stok, Loco-Secretaris. Aan heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Leiden, 28 Januari 1921. Aan den Gemeenteraad van Leiden! Ondergeteekende stelt voor, met het oog op de belangrijke daling der kolenprijzen, met ingang van de eerstvolgende meteropneming 1°. Het vast recht van f 1.geheven van de gasverbruikers te doen vervallen. 2°. Den gasprijs te stellen op 12 cent per M*. 3°. Den prijs van electrischen stroom te stellen op 30 cent per M3. Uw medelid J. A. N. Knuttel. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON. ProT. bedrijf. Stroompryzen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 9