30
N°. 50. Leiden, 5 Februari 1921.
In de Memorie van Toelichting betreffende de ontwerp-
begrooting voor den dienst 1921 deelden wij U, overeen
komstig het advies der Commissie van Fabricage, mede, dat
het ons voornemen was, bij U te zijner tijd een voorstel
aanhangig te maken tot bevordering van verschillende ambte
naren, verbonden aan het Bureau der Gemeentewerken, als
mede tot toekenning van eene vervroegde periodieke verhooging
van wedde aan den boekhouder van dat Bureau.
Nu de voor een en ander vereischte gelden inmiddels
beschikbaar zijn gesteld, geven wij U derhalve in overweging
over te gaan tot de bevordering van de navolgende opzich
ters, verbonden aan het Bureau der Gemeentewerken
den opzichter, hoofdzakelijk voor bruggen, waterwerken en
wegen H. J. Barentsen, thans ingedeeld als technisch amb
tenaar 2e klasse, tot technisch ambtenaar le klasse;
den opzichter, hoofdzakelijk voor de bestratingen J. W. van
Wijnen, thans ingedeeld als technisch ambtenaar 3e klasse,
tot technisch ambtenaar 2e klasse;
den opzichter voor de plantsoenen J. P. Hemerik, thans
ingedeeld als technisch ambtenaar 3e klasse, tot technisch
ambtenaar 2e klasse;
den opzichter in algemeenen dienst M. Splinter, thans
ingedeeld als technisch ambtenaar 3e klasse, tot technisch
ambtenaar 2e klasse,
een en ander gerekend te zijn ingegaan op 1 Januari 1921.
Tevens stellen wij U voor den boekhouder op het Bureau
der Gemeentewerken, J. Ouwejan, ééne verhooging van wedde
bij vervroeging toe te kennen, eveneens gerekend te zijn
ingegaan op 1 Januari 1921.
De bevordering van eenige technische ambtenaren, waar
omtrent wij U abusievelijk mede een voorstel in uitzicht
stelden, behoort niet tot de bevoegdheid van Uwe Vergadering,
doch is in de desbetreffende verordening, aan ons College over
gelaten. Tot hunne bevordering is mitsdien bereids overgegaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 51. Leiden, 8 Februari 1921.
In de maand Maart van het afgeloopen jaar werd hetN.O.
remmingwerk in de Haarlemmertrekvaart nabij de Piet-
Gijzenbrug aangevaren door een zandbak, toebehoorende aan
G. J. Seeuwen, aannemer te Diemen. De kosten van herstel
bedroegen 287.95.
Niettegenstaande herhaalde aanmaning is voornoemde aan
nemer in gebreke gebleven de herstellingskosten aan de ge
meente terug te betalen.
Wij geven U mitsdien, overeenkomstig het ter visie liggend
advies van den rechtsgeleerden raadsman der gemeente, in
overweging te besluiten, dat tegen G. J. Seeuwen voornoemd
eene rechtsvordering zal worden ingesteld tot betaling van
de bovengenoemde herstellingskosten van het N.O. remming-
werk in de Haarlemmertrekvaart nabij de Piet-Gijzenbrug
ten bedrage van 287.95.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 52. Leiden, 10 Februari 1921.
De Commissie, belast met het onderzoek der bezwaarschrif
ten enz. inzake de plaatselijke directe belasting naar het
inkomen, heeft de eer U voor te stellen op de ter visie
liggende bezwaar- en verzoekschriften, belastingjaren 1919/20
en 1920/21, te beschikken overeenkomstig haar mede ter'
visie liggend advies.
De Commissie voornoemd,
Th. J. B. Wilmer, Voorzitter.
J. Splinter Gzn,
T. Groeneveld, j Leaen-
Aan den Gemeenteraad.
N°. 53. Leiden, 12 Februari 1921.
Tengevolge van. het aan den heer P. J. Mulder als zoodanig
verleend eervol ontslag zal door Uwe Vergadering moeten
worden overgegaan tot de benoeming van een Ambtenaar
van den Burgerlijken Stand, uitsluitend belast met het sluiten
der huwelijken.
Mitsdien hebben wij de eer U, ingevolge het bepaalde
bij art. 149, 3e lid der Gemeentewet, de volgende aanbeveling
aan te bieden, met verzoek tot eene benoeming te willen
overgaan.
1°. D. J. ROTTEVEEL.
2°. J. B. MEUNEN.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 54. Leiden, 15 Februari 1921.
In verband met de in functietreding op 1 Januari j.l. van den
bij Uw besluit van 18 October te voren benoemden Directeur
van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst zal door Uwe
Vergadering moeten worden overgegaan tot de vaststelling
van eene instructie voor dien titularis.
Wij hebben daarom de eer U onderstaande ontwerp
verordening aan te bieden, met verzoek wel tot de vaststelling
daarvan te willen overgaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
VERORDENING, houdende instructie voor den Directeur van
den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst te Leiden.
Abtikel 1.
De Directeur waakt voor de richtige uitvoering van de
verordeningen betreffende den geneeskundigen dienst, van de
op grond dier verordeningen ivastgestelde instructiën en
gegeven bevelen en van de ten behoeve van den geneeskun
digen dienst aangegane overeenkomsten.
Artikel 2.
Hij doet aan Burgemeester en Wethouders alle in het belang
van den dienst noodige voorstellen.
Artikel 3.
Hij dient het College van Burgemeester en Wethouders en
elk zijner leden van bericht en raad op alle stukken, hiertoe
door hen in zijne handen gesteld.
Artikel 4.
Hij geeft advies aan den gemeentelijken ontsmettingsdienst.
Waar de algemeene sanitaire belangen of de uitvoering van
ter bevordering hiervan gegeven wettelijke voorschriften het
eischen, treedt hij in overleg met den Directeur van genoem
den dienst.
Artikel 5.
Hij doet jaarlijks in de maand April aan Burgemeester en
Wethouders verslag omtrent de verrichtingen van den dienst
in het afgeloopen jaar en dient aan hen ia de maand Mei
een begrooting in van de in het volgend jaar voor den dienst
gevorderde uitgaven.
Artikel 6.
Hij doet geregeld en nauwkeurig aanteekening houden
van alle ten behoeve van den dienst gedane bestellingen en
betalingen, Hij ziet toe, dat geen bestellingen ten behoeve van
den dienst worden gedaan dan op door of namens hem gevi
seerde orderbriefjes. Hij zorgt hierbij dat de bedragen, op elk
der verschillende posten van de begrooting voor den dienst
toegestaan, niet worden overschreden, en doet, wanneer voor
overschrijding gevaar dreigt, daarvan tijdig mededeeling aan
Burgemeester en Wethouders, desgevorderd met de noodige
voorstellen tot verhooging dier posten.
Artikel 7.
Hij doet alle vorderingen ten laste van den dienst nauw
keurig onderzoeken en met de daarop betrekking hebbende
bescheiden en gegeven voorschriften vergelijken. Bij accoord-
bevinding, zendt hij deze vorderingen, door hem geviseerd,
aan het daartoe aangewezen lid van het College van Burge
meester en Wethouders.
Artikel 8.
Hij geeft aan den door Burgemeester en Wethouders
daartoe aangewezen gemeente-ambtenaar of verificateur, op
diens verzoek, inzage van de onder hem berustende boeken en
bescheiden, die het geldelijk beheer van den dienst betreffen.
Artikel 9.
Hij zorgt dat op de door Burgemeester en Wethouders
vastgestelde uren en ter plaatse, daartoe door dezen aange-