38
Art. 13.
De werkkring van den Kassier-Boekhouder wordt nader
bij instructie geregeld.
Van de inrichting der boekhouding en de comptable controle.
Art. 14.
De boeken worden volgens het beginsel der dubbele boek
houding zoodanig gehoulen, dat daaruit de waarde der be
zittingen, vorderingen en schulden van het bedrijf en de
uitkomsten der verschillende onderdeelen, duidelijk en zoo
nauwkeurig mogelijk blijken.
Art. 15.
Het opnemen van de boeken en de kas is opgedragen aan
Burgemeester en Wethouders of een lid van dit College en
aan den Directeur.
Het College en de personen in het voorgaande lid genoemd,
zijn bevoegd zich bij de opneming voor rekening van het
bedrijf te doen bijstaan door een deskundige.
Burgemeester en Wethouders of een lid van hun College
nemen de boeken tenminste twee maal in elk kalenderjaar
op en de kas zoo dikwijls zij dit noodig achten, doch ten
minste vier malen in het jaar.
De Directeur neemt de boeken op zoo dikwijls hij dit noo
dig oordeelt en de kas tenminste eenmaal per week.
Van elke opneming van boeken en kas wordt, behalve als
zij door den Directeur geschiedt, proces-verbaal opgemaakt.
Van de rekening en verantwoording.
Art. 16.
De Directeur biedt jaarlijks vóór 1 Mei aan Burgemeester
en Wethouders in tweevoud aan:
a. een balans van de bezittingen en schulden van het
bedrijf op 31 December van het afgeloopen jaar
b. een verlies- en winstrekening over het afgeloopen jaar;
c. een inventaris der op 31 December van het afgeloopen
jaar aanwezige bezittingen en goederen en een kapitaal
rekening aangevende de vermeerderingen en verminderingen,
welke de verschillende bezittingen door uitbreiding en ver
betering eenerzijds en door afschrijving op de waarde en
vervreemding van bezittingen anderzijds, hebben ondergaan
en een omschrijving van de tinanciëele verhouding tusschen
de gemeente en het bedrijf.
De stukken gaan vergezeld van een verklaring van een
zelf niet met ontvangsten, betalingen of het bijhouden der
boeken van het bedrijf belast deskundige, dat de stukken
door hem in overeenstemming met de door hem gecontro
leerde boeken en bescheiden zijn bevonden.
Art. 17.
Burgemeester en Wethouders stellen de balans en de
verlies- en winstrekening voorloopig vast en zenden alle
stukken ter goedkeuring aan den Gemeenteraad.
Na de goedkeuring door den Raad zenden Burgemeester
en Wethouders een exemplaar van de balans en de verlies-
en winstrekening aan Gedeputeerde Staten.
Art. 18.
Het besluit van den Raad, houdende goedkeuring van het
besluit van Burgemeester en Wethouders tot voorloopige
vaststelling van de balans en verlies- en winstrekening,
strekt Burgemeester en Wethouders en den Directeur tot
ontlasting, behoudens later in rechten gebleken valschheid
in bewijsstukken.
Van de begrooting.
Art. 19.
Jaarlijks vóór den lsten Juni dient de Directeur bij Burge
meester en Wethouders de begrooting der lasten en baten
voor het volgend dienstjaar in. De begrooting wordt inge
richt overeenkomstig door Burgemeester en Wethouders ge
geven voorschriften.
Art. 20.
Op de begrooting, die een raming van alle baten en lasten
van het bedrijf, van welken aard ook, bevat, worden o. m.
gebracht, wat de lasten betreft:
a. de vorderingen op derden, welke eventueel oninbaar
blijken;
b. de uitgaven ten behoeve van verbetering en uitbreiding;
c. de aan de gemeente verschuldigde rente wegens voor
geschoten gelden;
d. een storting in het afschrijvings- en vernieuwingsfonds;
e. uitkeeringen aan de gemeente van de door de gemeente
voorgeschoten of voor te schieten belastingen, assurantiepen
ningen enz.; bijdrage in de door de gemeente gedane of te
doene betalingen in zake de Ongevallenwet 1901uitkeering
aan de gemeente van de voor de gemeente-ambtenaren te
storten pensioensbijdragen, voor zoover deze na 1 October
1913 zijn of worden benoemd.
Wat de baten betreft:
a. alle gelden door de gemeente en door het afscbrijvings-
en vernieuwingsfonds verstrekt ten behoeve van de verbetering
en uitbreiding;
b. de gekweekte rente van de door het bedrijf gestorte
gelden
c. een uitkeering van de gemeente ten bedrage van het
zuivere verlies;
d. de door de gemeente-ambtenaren te storten pensioens
bijdragen, voor zoover deze na 1 October 1913 zijn of worden
benoemd.
Art. 21.
De begrooting van het bedrijf wordt door den Raad vóór
de begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven vast
gesteld en tegelijk met deze ter goedkeuring aan Gedepu
teerde Staten opgezonden.
Art. 22.
Burgemeester en Wethouders kunnen op de posten der
begrooting af- of overschrijven, voor zoover de Raad 2ich
niet het verleenen van machtiging daartoe bij de begrooting
heeft voorbehouden.
Art. 23.
Buiten de begrooting om kan geene uitgaaf geschieden dan
met afzonderlijke voorafgaande machtiging van den Raad.
In buitengewone gevallen echter van dringenden aard
kunnen Burgemeester en Wethouders tot het doen van zoo
danige uitgaaf besluiten, mits hun daartoe te nemen, met
redenen omkleed besluit, terstond aan den Raad inzendende.
De uitgaaf door den Raad goedgekeurd, wordt aan de
begrooting toegevoegd.
Bij weigering van den Raad zijn de leden van het College
van Burgemeester en Wethouders die tot het besluit hebben
medegewerkt, persoonlijk voor de uitgaaf aansprakelijk.
Van het afschrijvings- en vernieuwingsfonds.
Art. 24.
Er zal een afschrijvings- en vernieuwingsfonds gevormd
worden.
Ten bate van dit fonds komen de afschrijvingen op de
onderscheidene bezittingen van het bedrijf.
Het totaal der jaarlijksche afschrijvingen mag niet minder
bedragen, dan het bedrag der aflossingen van de door de
gemeente verstrekte gelden.
Art. 25.
Uit de middelen, gereserveerd voor het afschrijvings- en
vernieuwingsfonds, worden betaald de aflossingen van de
door de gemeente verstrekte gelden.
Verder kunnen, voor zoover de stand van het belegd fonds
zulks toelaat, hieruit worden bestreden de kosten van ver
nieuwing en uitbreiding.
Art. 26.
Het afschrijvings- en vernieuwingfonds zal, voor zoover
over de beschikbare middelen niet is beschikt, worden belegd
in effecten, voorkomende op de lijst, bedoeld bij het derde en
het vierde lid van art. 21 der wet van 9 Mei 1890 (Staats
blad No. 79) tot regeling van het pensioen der weduwen en