DINSDAG 1 FEBRUARI 1921. 3 Dit verzoek luidt als volgt: i Leiden, 301220. Edelachtbare Raad van Leiden. Hiermede veroorloof' ik mij de vrijheid UEdachtbaren mede te deelen, dat wij zoolang wij het perceel Vliet 49 hebben bewoond altijd eene nieuwjaarsgift in huur hebben ontvangen en komen nu met het zeer beleefde verzoek ook hiervoor bij UEd.achtbaren in aanmerking te mogen komen. Bij voorbaat mijnen dank teeken ik mij met de meeste Hoogachting: UEd. dw. dr. F. van Manen, Vliet 49. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten afwijzend op het verzoek te beschikken. 2°. Verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond, in zake het nemen van maatregelen ter bestrijding van de werk loosheid. 3°. Adhaesiebetuigingen aan dat verzoek vanden Leidschen Christelijken Besturenbond, de afdeeling Leiden van den Roomsch-Katholieken Volksbond, het Plaatselijk Arbeidssecre tariaat, den Neutralen Arbeidersbond. De Voorzitter. Ik geef het woord aan den Wethouder Bots. De heer Bots. M. d. V. De heer van Stralen heeft aan Burgemeester en Wethouders schriftelijk vragen gesteld. De twee eerste daarvan komen vrijwel overeen met het vierde punt van het adres van den Leidschen Bestuurdersbond. Misschien zou het overweging verdienen, dat de heer van Stralen thans die vragen stelt; ik kan dan die twee eerste vragen beantwoorden tegelijk met punt 4 van het adres. De heer van Stralen. De Wethouder wenscht dus tegelijk met de behandeling van dit ingekomen stuk de door mij gestelde vragen te beantwoorden? De heer Bots. Ik bedoel alleen de beantwoording van de twee eerste vragen van den heer van Stralen. De derde vraag, betreffende de uitvoering van bouwwerken, kan door Wethouder van der Pot afzonderlijk beantwoord worden. De Voorzitter. Wenscht de heer van Stralen het woord om zijne vragen te stellen? De heer van Stralen. M. d. V. Ik acht dat niet noodig. Ik heb ze bij Burgemeester en Wethouders ingezonden. De heer Bots. De Raad kent uwe vragen niet. De heer van Stralen. Mijne twee eerste vragen luiden: «Hebben Burgemeester en Wethouders reeds maatregelen overwogen, welke in verband met de heerschende groote werkloosheid, welke naar alle waarschijnlijkheid in omvang nog zal toenemen, van gemeentewege genomen moeten worden Zoo ja, kunnen Burgemeester en Wethouders dan den Raad nadere mededeelingen daaromtrent doen?" De heer Bots. M. d. V. Omtrent de thans in onze gemeente heerschende werkloosheid kan ik namens Burgemeester en Wethouders het volgende mededeelen. Wat de bouwvakken betreft is de werkloosheid onder de met-geschoolde groepen vrij groot, alsmede onder de schilders. In totaal zijn ongeveer 10% van de in deze vakken verzekerde arbeiders zonder werk. Verwacht mag worden, dat tegen het voorjaar ver betering intreedt, zooals in den regel het geval is. Bij de metaalwerkers, waar de werkloosheid de laatste jaren van weinig of geen beteekenis was, is thans in verband met zich voordoende slapte in dit vak de werkloosheid eenigszins toe genomen. Zij omvat thans ongeveer 5% der verzekerden. Malaise in de meubelindustrie is oorzaak, dat zich hier onge wone werkloosheid voordoet, welke vermoedelijk niet spoedig zal afnemen. Volgens de laatste opgave zijn een 30-tal meubel makers geheel of gedeeltelijk zonder werk. In de bedrijven van voedings- en genotmiddelen is het percentage werkloozen onveranderd. Wat de transportarbeiders betreft, is ook thans nog geen uitbreiding van de gewone werkloosheid te consta- teeren. Ook in de groepen der fabrieksarbeiders en landarbeiders zijn de omstandigheden niet verontrustend. De werkloosheid onder hen is iets grooter dan gewoonlijk. In de textielindustrie is voorloopig alleen van werkloosheid van eenigen omvang, en dan nog gedeeltelijk, sprake bij de Leidsche Katoen maat schappij. In de wolindustrie doen zich de eerste verschijnselen van werkloosheid voor. Bij de sigarenmakers ten slotte is de toestand vrijwel stationnair, omdat van eenige herleving in dit vak nog weinig is te bespeuren. Zooals bekend is, zijn deze werklieden, wanneer zij uitgetrokken zijn, ondergebracht in een steunregeling uitgaande van het departement van Binnenlandsche Zaken. Uit dit overzicht moge u blijken, dat de werkloosheid in onze gemeente vooralsnog niet onrustbarend is. Intusschen zijn Burgemeester en Wethouders te rade gegaan omtrent de maatregelen, die te dezen aanzien zijn te treffen mede met het oog op de mogelijkheid, dat de toestand ongunstiger mocht worden dan zich voorloopig nog laat aanzien. Wat thans volgt, kan mede worden beschouwd als ons praeadvies op het zooeven genoemde adres van den Leidschen Bestuurdersbond. Omtrent de te treffen maatregelen is door ons reeds het advies ingewonnen van de Commissie van Advies voor de Werkloosheidsverzekering. De volgende punten zijn thans onder de oogen te zien: 1°. De Werkverschaffing. Onderhanden zijn thans de volgende werken: 1. Aanleg Kooipark, een werk van f 70.000. 2. Rioleering terrein Driftsloot f 22.000. 3. 66 woningen «Eendracht" Lage Rijndijk ƒ450.000. 4. 114 woningen «Eensgezindheid" aan den Zijlsingel f 755.000.— 5. 160 woningen «de Goede Woning" benoorden den Maresingel f 1.112.000.— 6. Volks- en Schoolbadhuis van der Werffstraat, wordt eerst daags besteed; 7. Volksbadhuis «de Eendracht", komt eerstdaags in uit voering 8. Rioleering voor «Ons Doel", Hooge Rijndijk, komt eerst daags in uitvoering; 9. Slootdemping en rioleering aan den Zijlsingel, komt eerst daags in uitvoering; 10. School Schuttersveld, komt in deri loop van 1921 tot uitvoering; 11. 209 woningen «Tuinstadwijk" Heerenstraat, komt ver moedelijk in den loop van 1921 tot uitvoering; 12. 34 woningen «Eensgezindheid" Lage Rijndijk, komt vermoedelijk in den loop van 1921 tot uitvoering; 13. rioleeringswerken voor «Uns Belang" Haagweg, komt vermoedelijk in den loop van 1921 tot uitvoering, terwijl ik verder kan wijzen op de werken aan de Gasfabriek en op het feit, dat aan het Museum «De Lakenhal" nog veel te doen is. Voorloopige ontwerpen zijn bij Burgemeester en Wethouders of Commissies ingediend voor: aanleg sportterrein Rijnsburgerweg, aanleg sportterrein bezuiden Hoogere Burgerschool, verplegershuis voor Endegeest, uitbreiding Gymnasium en uitbreiding marktkantoor. In voorbereiding zijn de ontwerpen voor: verbreeding Brandewijnsteeg, vernieuwing Groote Havenbrug, verbreeding Rijnsburgerweg, bouw ontsmettingsinrichting, laboratorium voor Dr. van Eek, nieuw politiebureau enz. Verder verkeeren wij in de gelukkige omstandigheid, dat hier vele Rijksgebouwen worden gebouwd, bijvoorbeeld aan de Nieuwsteeg en het Academisch ziekenhuis, terwijl van Rijkswege ook meerdere aanvragen voor bouw of verbouwing zijn aanhangig gemaakt, onder andere voor de verbouwing van het «Herbarium". Verder is de Hollandsche Spoor nog steeds aan het werk, terwijl ook de particuliere bouw zich weer begint te ontwikkelen. Bovendien is bij Fabricage aanhangig een verzoek om vergunning tot het bouwen van 12 huizen vanwege de Leidsche Maatschappij tot Exploitatie van On roerende Goederen. Weliswaar scheppen deze werken in hoofdzaak alleen werk gelegenheid voor de bouwvakarbeiders, doch in de eerste plaats omvatten deze een groot deel der werkloozen en voorts mag worden verwacht, dat toch ook andere gegadigden in neven- bedrijven hier wellicht iets kunnen verdienen. Voorzoover noodig zal later kunnen worden overwogen, of nog andere maatregelen dienen te worden getroffen. 2°. De Wachtgeldregeling. Hieromtrent kan worden medegedeeld, dat bij circulaire van 11 October j.l. door den Minister van Arbeid eenige regelen zijn gesteld omtrent het verleenen van Rijks- en gemeentesteun aan de wachtgeldregelingen, welke door werk gevers mochten worden getroffen. In hoofdzaak is deze regeling gelijk aan die, welke in het jaar 1918 tot stand kwam en welke is opgenomen in Ingekomen Stuk No. 34 van dat jaar. Indien namelijk door een werkgever een wachtgeldregeling wordt getroffen, dat wil zeggen een regeling om bij tijdelijken stilstand van of slapte in zijn onderneming aan zijn werklieden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 3