DINSDAG 1 FEBRUARI 1921. 23 XVIII. Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Duinwater- Maatschappij om vergunning tot uitbreiding van haar buizennet in de gemeente Oegstgeest. (Zie Ing. St. No. 33.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. XIX. Voorstel tot opheffing van de door de Vereeniging van tot Zekerheidstelling-verplichte gemeenteambtenaren gestelde zekerheid, ten behoeve van eenige ambtenaren of gewezen ambtenaren. (Zie Ing. St. No. 13.) Wordt zonder beraadslaging ol hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XX. Voorstel tot aankoop van het perceel Zonneveldstraat No. 12 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (Zie Ing. St. No. 30.) Wordt zonder beraadslaging ol hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXI. Voorstel in zake de overname van de provincie Zuid- Holland van eenige wegen, wateren en kunstwerken in ver band met de ingebruikstelling van het nieuwe kanaal van Lammebrug tot in den Rijn. (Zie Ing. St. N°. 8.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXII. Praeadvies op het verzoek van de afdeeling Leiden der vereeniging »Pro Juventute", om toekenning van eene subsidie over 1921. (Zie Ing. St. N°. 6.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Rotteveel. M. d. V. Het komt mij voor, dat wij als gemeente verplicht zijn het geven van subsidie te beperken tot de gevallen, waarin dat strikt noodzakelijk is, en nu stem ik gaarne in met degenen, die beweren, dat deze vereeniging »Pro Juventute" en haar afdeeling Leiden nuttig werk ver richten, maar toch meen ik dat de noodzakelijkheid voor het geven van dit subsidie niet aanwezig is. Ik meen, dat wanneer het bestuur van deze afdeeling zelf persoonlijk de ingezetenen gaat bezoeken, die het goed kunnen betalen, men het geld wel langs dien weg zal kunnen krijgen. En al zou ook kunnen worden bewezen, dat het langs dien weg niet te krijgen is, dan zou ik er nog tegen zijn om subsidie te geven, omdat hier door verschillende vereenigingen arbeid wordt verricht, die wel niet precies hetzelfde is maar die toch hetzelfde doel beoogt, zoodat wij bij het geven van subsidie aan deze ver eeniging het gevaar loopen, dat deze aanvraag zal worden gevolgd door andere aanvragen. Daarom zou ik willen zeggen wat Burgemeester en Wethouders in een volgend praeadvies zeggen, namelijk dat wij niet over het hoofd moeten zien de consequenties, die van een gunstig beschikken op deze aanvraag het gevolg kunnen zijn. De heer Wilbrink. M. d. V. Ik kan mij geheel met het betoog van den heer Rotteveel vereenigen, want als er dan weer een clubje menschen komt, die zeggen, dat zij jongens willen gaan bezighouden op nuttige wijze, dan zouden wij daaraan geen subsidie kunnen weigeren. Verder begrijp ik ook niet dat ten aanzien van de eene aanvraag, die in November is geschied, door Burgemeester en Wethouders wordt voor gesteld subsidie te geven, en ten aanzien van de andere aanvraag niet, hoewel deze reeds in September is geschied. De heer van der Pot. Omdat daarbij terugwerkende kracht werd gevraagd. De heer Wilbrink. Er werd als argument aangevoerd, dat het niet meer voor 1921 kon gelden, omdat de begrooting reeds in behandeling was. De heer van der Pot. Dat argument zou niet gebruikt zijn als er geen terugwerkende kracht was gevraagd. De heer Wilbrink. Ik kan niet beoordeelen waarom dat argument is gebruikt. Ik zeg alleen dat als argument is ge bruikt, dat de begrooting voor 1921 reeds was opgemaakt. En waar ik tegenover de tweede aanvraag afwijzend sta, doe ik dat zeker tegenover de eerste. De he.r Schoneveld. M. d. V. Ik kan het met den vorigen spreker niet eens zijn. Het komt mij voor, in verband met wat ik in de stukken gelezen heb, dat door deze vereeniging nuttig maatschappelijk werk wordt verricht, waar zij tracht om jongelui te bekwamen voor hun verdere maatschappelijk leven. Ik meen, dat wij in het algemeen een dergelijk streven moeten steunen, en wanneer dan blijkt dat men er ondanks alle pogingen om zelf in de kosten te voorzien er niet kan komen, dan meen ik, dat wij deze organisatie moeten steunen en zal ik dan ook van ganscher harte mijn stem aan dit voorstel geven. De heer Oostdam. M. d. V. Ik zou ook gaarne zien dat dit subsidie wordt toegestaan. Het is geen groot bedrag en wij moeten toonen, dat wij het werk van »Pro Juventute" op prijs stellen. Het is heusch geen gemakkelijk werk dat deze vereeniging op zich heeft genomen; uit hoofde van mijn maatschappelijke positie kan ik daarover oordeelen. Dit werk vereischt van degenen, die er zich aan geven, veel opoffering, hetgeen wij, als gemeentebestuur, dienen te waardeeren, zoo dat ik uit dit oogpunt zeer vóór deze subsidie gestemd ben. De heer van der Lip. M. d. V. Ik kan mij geheel aansluiten bij hetgeen de heeren Schoneveld en Oostdam hebben gezegd. Ook naar mijn meening verdient de vereeniging »Pro Juventute" de waardeering van de zijde van het gemeentebestuur, omdat zij een algemeen belang nastreeft door jongens, die anders wellicht tot misdadigheid zouden vervallen, nuttig bezig te houden. Nu die vereeniging het zonder den steun van de gemeente niet verder kan bolwerken, is het gewenscht haar de behulpzame hand te bieden. Waar het gevraagde bedrag zoo gering is, zullen wij, gelijk de heer Oostdam terecht heeft gezegd, een goed werk doen door deze verdienstelijke vereeniging dezen kleinen steun te geven. De heer van der Pot. M. d. V. Mag ik nog één ding zeggen ter aanvulling van hetgeen de heer van der Lip heeft aan gevoerd? De heer Rotteveel heeft er op gezinspeeld, dat deze vereeniging wel iets kon doen langs den weg van particuliere inzamelingen. Daarop kan ik antwoorden, dat de vereeniging dat beslist reeds gedaan heeft. Zij heeft namelijk onlangs nog lijsten laten circuleeren bij de ingezetenen om een bedrag bijeen te krijgen tot versterking van haar inkomsten en in verband daarmede wil ik even hierop wijzen, dat de vereeniging nog veel andere dingen doet, die geld kosten, behalve het inrichten van dien timmercursus. Zij krijgt kinderen toe gewezen, welke ter beschikking zijn gesteld, en dat kost veel geld. Dat is, waar de vereeniging geen moeite spaart om langs anderen weg geld te krijgen, ook een van de redenen geweest waarom Burgemeester en Wethouders, al stemmen zij toe dat wij zuinig moeten zijn, meenden, dat het gevraagde bedrag er nog wel af kon. Naar aanleiding van de rede van den heer Wilbrink, die sprak van een «groepje menschen", wil ik doen opmerken, dat deze vereeniging over het geheele land werkt en niet te vergelijken is met een groepje van particulieren, dat in een of andere wijk iets dergelijks gaat opzetten. Deze vereeniging heeft een geheel ander karakter. De heer Kuivenhoven. M. d. V. Ik zal tegen deze subsidie stemmen, omdat ik met het oog op de geboden zuinigheid tegen verschillende subsidiën bezwaar heb. Ik begrijp niet hoe het gemeentebestuur dergelijke subsidiën kan voorstellen, terwijl het zegt, dat wij zuinig moeten zijn, onder andere in zijn afwijzend praeadvies op het verzoek van den Christelijken Besturenbond. De heer Rotteveel. M. d. V. De heer van der Pot heeft gezegd, dat deze vereeniging heeft getracht langs particulieren weg gelden bijeen te krijgen door het laten circuleeren van lijsten. Daarom heb ik juist gezegd, dat het op den weg van de leden van het bestuur der vereeniging lag, gegoede inge zetenen te bezoeken teneinde gelden te krijgen, aangezien circulaires en inteekenbiljetten meermalen in den papiermand terecht komen. Ik ben overtuigd, dat de vereeniging door den weg te volgen, welken ik aangeef, succes zal hebben en dit geld best bijeen zal krijgen. En, waar het geld langs particulieren weg kan worden bijeengebracht, moeten wij dergelijke subsidies niet toestaan, want ontegenzeggelijk zullen na het eventueel verleenen van dit subsidie zeer veel andere aanvragen komen en dan zullen wij consequent moeten zijn en die subsidies eveneens moeten toestaan. De Voorzitter. Ik zou alleen willen onderstrepen hetgeen de heer van der Pot heeft gezegd. Men moet in aanmerking nemen, dat »Pro Juventute" een vereeniging is met een zeer uitgebreide werkzaamheid. Dit is geheel iets anders dan dat allerlei gezelschapjes met deze of gene behoefte komen. Het is bij ons ernstig gemeend, dat wij tot zuinigheid aansporen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 23