16 DINSDAG 1 FEBRUARI 1921. aanleiding van het afwijzend praeadvies op het verzoek om toekenning van een subsidie ten behoeve van het Bureau voor Rechtskundige en Sociale Adviezen. Zal worden behandeld bij punt 23 der agenda. 10°. Verzoek van de Woningbouwvereeniging »Ons Belang" om verhooging van het haar toegekend voorschot voor den bouw van 109 woningen op een terrein aan de Bronkhorst- straat. 11°. Verzoek van de Centrale Commissie voor uitzending van Nederlandsche kinderen naar Buiten, om toekenning van een bijdrage voor ieder uit deze gemeente uit te zenden kind ad ƒ0.25 per dag. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethou ders om praeadvies. 12°. Verzoek van de afdeeling Leiden van den Nederland- schen Bond van Werklieden in Overheidsdienst en den Centralen Nederlandschen Ambtenaarsbond, in zake toe kenning van premievrij weduwen- en kinderenpensioen. Dit verzoek luidt als volgt: Leiden, 27 Januari 1921. Ondergeteekenden, J. v. d. Hoeven en H. C. A. Proos vertegenwoordigende de afdeelingen Leiden van den Neder landschen Bond van Werklieden in Overheidsdienst en den Centralen Nederlandschen Ambtenaarsbond nemen hierbij beleefd de vrijheid Uwen Raad te verzoeken: le. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen, zoo spoedig mogelijk het prae-advies te doen verschijnen op het adres van bovengenoemde organisatie's betreffende premievrij pensioen dd. 22 October 1920 aan den Raad toegezonden; 2e. na verschijning van bedoeld prae-advies zoo spoedig doenlijk een besluit te willen nemen in den geest van het bovengenoemd verzoek, n.l. vanaf 1 Januari 1920 de premie voor pensioen te doen vervallen. Ten overvloede wijzen adressanten er nog op, dat momen teel ruim 200 Gemeentebesturen en bijna alle Provinciale besturen voor hun personeel het premie-vrij pensioen invoer den en dat in alle groote steden van ons land thans (met een enkele uitzondering) het gevraagde is ingevoerd. Met den meesten aandrang verzoeken adressanten tot in williging van het bovenstaande. Namens bovengenoemde organisaties, J. v. d. Hoeven. H. Chr. A. Proos, Secr. Aan den Raad der Gemeente Leiden. De Voorzitter. Ik stel voor, aangezien omtrent deze aan gelegenheid een praeadvies van Burgemeester en Wethouders te wachten is, dit adres voor kennisgeving aan te nemen. De beraadslaging wordt geopend. De heer van Stralen. Dat er een praeadvies omtrent deze aangelegenheid in voorbereiding is, wisten deze werklieden organisaties ook wel en eveneens de Raadsleden, maar het is van belang eens te vernemen van Burgemeester en Wethouders of er kans bestaat dat wij binnenkort dat praeadvies zullen kunnen tegemoetzien. In verband met de weigering van den Raad om wijziging te brengen in de loonen van het gemeentepersoneel wil ik erop wijzen, dat het voor die menschen hard is om elke week ongeveer gemiddeld 2.te moeten afstaan ten behoeve van het weduwen- en weezenpensioen. Het is van belang, dat er zoo spoedig mogelijk te dezer zake zekerheid zal komen, of en van wanneer af die premie voor rekening van de gemeente zal komen. Ik dring er sterk op aan, dat het praeadvies van Burgemeester en Wethouders in deze zaak in de eerstvolgende vergadering aan de orde gesteld zal worden. Ik meen, dat het niet noodig is die zaak langer uit te stellen; de zaak is door het Rijk en ook door de overgroote meerderheid der gemeentebesturen reeds geregeld. Ik wil dus vragen, welke de reden is dat Burgemeester en Wethouders nog langer wachten met het uitbrengen van praeadvies. De heer van der Pot. Ik kan den heer van Stralen de reden noemen, die het niet zoo heel gemakkelijk maakt spoedig met een voorstel te komen. De heer van Stralen en de adressanten bekijken de zaak van den eenen kant maar er is ook een andere kant aan. Wij kunnen namelijk met dit voorstel niet komen zondereen nieuwe begrootingsregeling. Aan die begrootingsregeling zit nog al iets vast. Wij ver liezen door die premie-bijdragen op te geven, zooals ik bij een vorige gelegenheid reeds deed uitkomen, een bedrag van 80.000.dat op andere wijze moet worden gevonden, en, als men nu bedenkt, dat op de begrooting voor 1921 slechts een som van 100.000.voor »Unvoorzien" voorkomt, ge voelt men wel, dat indien men, terwijl er nog slechts één maand van het jaar voorbij is, daarvan reeds 80.000. ging afnemen, dat niet geheel verantwoord zou zijn. Dit is de reden waarom wij met deze zaak eenigszins in een moeilijkheid zitten en het praeadvies nog niet is ver schenen. Men kan die uitgaven wel weer op den hoofdelijken omslag leggen, zoodat zij ten laste van het volgende belasting jaar komen, maar de heeren zouden dan weer in de Gehoor zaal een vergadering moeten beleggen óm tegen de hooge belastingen te protesteeren en trouwens ook Burgemeester en Wethouders zien daartegen op, omdat de belasting niet dan om zeer urgente redenen nog hooger mag worden dan zij reeds is. Men ziet dus, dat deze zaak niet zoo gemakkelijk is, en de toezegging, dat zij in de eerstvolgende vergadering aan de orde zal komen, kan ik dan ook niet doen. De Voorzitter. Uit al die adressen bemerken wij, dat men geen idee heeft van den omvang van de werkzaamheden van Burgemeester en Wethouders\ Het is waarlijk niet tot ons pleizier, dat die zaken zoolang duren. Als wij ons er vlugger doorheen konden worstelen, zouden verschillende adviezen van Burgemeester en Wethouders heel wat spoediger verschijnen. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 13°. Verzoek van de afdeeling Leiden van den Nederlandschen bond van Werklieden in Overheidsdienst, om de voorgestelde regeling voor het kleedinggeld en het schoeisel van de agenten van politie, ook te doen gelden voor de brugwachters. 14°. Idem als voren van de afdeeling Leiden van het Nationaal verbond van Gemeente-Ambtenaren in Nederland, voor zooveel de Havenrechercheurs betreft. Zullen worden behandeld bij punt 27 der agenda. 15°. Verzoek van het Bestuur der Vereeniging »de Am bachtsschool te Leiden" om haar een subsidie te verstrekken van 30 in de meerdere uitgaven voortvloeiende uit de nieuwe salarisregeling voor het personeel der Ambachtsschool (dagcursus) ad ƒ4563. 16°. Idem als voren voor het personeel der avondschool voor volwassenen ad ƒ563. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wet houders om praeadvies. 17°. Verslagen over 1920 van de Plaatselijke Schoolcom missie en van de Commissie tot wering van schoolverzuim. Zullen worden opgenomen in het Gemeenteverslag. 18°. Verzoek van P. Werkman om eervol ontslag als leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. 19°. Verzoek van F. W. Frijlink Jr. om teruggave van betaalde Plaatselijke Directe Belasting over 1918/1919 en om ontheffing van nog te betalen belasting over 1919/1920. Worden in handen gesteld van Burgemeester en Wethou ders om praeadvies. 20°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de Plaatselijke Directe Belasting. Worden gesteld in handen van de Reclame-Commissie. 21*. Amendement van den heer van Eek op artikel 1 van de ontvverp-verordening, regelende de heffing van opcenten op de hoofdsom der Vermogensbelasting. 22°. Idem als voren op artikel 1 van de ontwerp-veror- dening, regelende de heffing van opcenten op de hoofdsom der Personeele belasting. Zullen worden behandeld bij punt 32 der agenda. 23°. Verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond om ten spoedigste een behoorlijk ruimtebiedend lokaal voor de werk- loozen beschikbaar te stellen, met voldoende lectuur en andere ontspanningsmiddelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 16