DONDERDAG 16 DECEMBER 1920.
731
De volgnrs 183 tot en met 186, dit laatste verhoogd met
1500 wegens de vaststelling van deze subsidie voor het
jaar 1921 op 2500 bij Raadsbesluit van 15 November 1920,
volgnrs 187 en 188, dit laatste verminderd met 250 wegens
opheffing op 1 November 1920 van het «Tehuis voor School
gaande Kinderen" en de volgnrs 189 tot en met 193 worden
achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
aangenomen.
Volgnr 194, verhoogd met 1250 wegens verhooging der
verplegingskosten in het gesticht «Bloemendaal" te Loosduinen
met ingang van 1 Januari 1921 voor een 4-tal verpleegden
en wegens een bij het uittrekken van den post begane telfout
en de volgnrs 195 tot en met 198 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr 199, luidende: Subsidie aan
werkhuizen en dergelijke armeninrichtingenf 15.143.—
De Voorzitter. Hierbij komt in behandeling de begrooting
van de Stedelijke Werkinrichting.
De heer Knuttel. M. d. V. Ik wil er bij deze gelegenheid
de aandacht op vestigen, dat ik nog steeds geen praeadvies
heb gekregen op mijn verzoek om een commissie van onder
zoek in te stellen voor de toestanden aan de Gemeentelijke
Werkinrichting. Met belangstelling heb ik kennis genomen
van de mededeeling, dat door Burgemeester en Wethouders
de opheffing van de Werkinrichting wordt overwogen, ik
verwacht dus, dat wij weldra meer zullen hooren, en, met
het oog daarop, zal ik dit punt zoolang laten rusten, ver
trouwende, dat het binnenkort aan de orde zal komen.
De beraadslaging wordt gesloten.
De begrooting voor de Stedelijke Werkinrichting wordt
zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd-, waarna volgnr
199 eveneens zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
De volgnrs 200 en 201 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr 202, luidende: nKosten van den
Armenraad voor de gemeente Leidenf3900.
De Voorzitter. Hierbij komt de begrooting voor den
Armenraad aan de orde.
De heer Groeneveld. M. d. V. Ik heb in de begrooting
voor den Armenraad gezien, dat de kantoorhuur voor dat
college is verhoogd van ƒ420.tot 750.per jaar, dus
een belangrijke verhooging. Misschien kan een van de leden
van het College van Burgemeester en Wethouders of van
den Gemeenteraad mij daaromtrent nader inlichten.
De heer Bots. M.d. V. De huur was afgeloopen; dat huis
is verkocht en weer eens verkocht, en nu kon de Armenraad
er niet in blijven zonder die verhooging van de huur te
betalen. Aangezien het geen woonhuis was, kon geen beroep
worden gedaan op de Huurcommissie en bleef er niets anders
over dan ons er bij neer te leggen.
De beraadslaging wordt gesloten.
De begrooting voor den Armenraad wordt zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd, waarna volgnr 202 eveneens
zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
De volgnrs 203 tot en met 206 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr 207, luidende: y>Kosten van de
Gemeentelijke Arbeidsbeursf 3815.—C'.
De heer Durbeldeman. M. d. V. Wij kunnen geen genoegen
nemen met het antwoord, dat gegeven wordt. Er wordt ge-,
zegd «Ook ons College komt het verhoogen van het presentie
geld niet noodig voor". Het komt mij voor, Mijnheer de
Voorzitter, dat men zich op deze wijze niet van de zaak mag
afmaken. De menschen toch, die vooraanstaan in de arbeiders
beweging, zijn bijna geen enkelen avond thuis. Dat zijn
menschen, die heel veel in de arbeidersbeweging te doen
hebben en dan vind ik een vergoeding van ƒ1.te weinig.
Wanneer wij hier een vergadering houden, krijgen wij een
vergoeding van ƒ3.en ik kan mij niet begrijpen, dat de
heeren hier tevreden zouden zijn met een vergoeding van
ƒ1.En de vergaderingen van die commissie duren zeker
niet veel korter dan hier. ƒ10.zooals de heer Sijtsma zegt,
is niet noodig, maar een verhooging van het presentiegeld
met ƒ1.wel. Wij mogen toch ook wel bedenken, dat zij
daarvoor bijvoorbeeld een pak kleeren moeten hebben, want
het is algemeen bekend, dat de arbeiders thans niet meer
in hun daagsche plunje naar een dergelijke vergadering gaan.
Zij moeten daarvoor dus een ander pak hebben.
De heer Huurman. Enkel voor die vergaderingen?
De heer Sijtsma. Dat hebben ze toch wel?
De heer Dubbeldeman. Het gebeurt heel vaak van niet.
Daarom vind ik een presentiegeld van ƒ2.heusch niet te
veel. De heeren moeten het weten, maar ik wensch daartoe
een voorstel te doen.
De Voorzitter. Er is bij rnij ingekomen een amendement
van den heer Dubbeldeman, luidende:
«Ondergeteekende stelt voor de post onder volgnummer
207 te verhoogen met ƒ100.— om daaruit het presentiegeld
voor de bestuursleden op ƒ2.per zitting te brengen".
Het amendement wordt voldoende ondersteund en maakt
derhalve een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer van der Pot. M. d. V. De heer Dubbeldeman
maakte een vergelijking met een vergadering van den Ge
meenteraad, die mijns inziens niet opgaat. Wij vergaderen
hier als regel 's middags en dan is presentiegeld noodig, maar
voor een avondvergadering eigenlijk niet. De bedoeling toch
van presentiegeld is, dat menschen, die door het bijwonen
van de vergadering verzuim en dus financieel nadeel hebben,
door vergoeding van dat nadeel in de gelegenheid te stellen,
de vergadering bij te wonen. Om die reden zie ik dan ook
geen enkelen grond, om dit presentiegeld te verhoogen. Er
zijn trouwens tal van commissies, waarin men zitting neemt
en die heelemaal geen presentiegeld geven.
De argumenten, door den heef Dubbeldeman aangevoerd,
om het presentiegeld te verhoogen zijn naar mijn meening
niet steekhoudend, omdat de betrokkenen vaak nog zooveel
andere vergaderingen na te loopen hebben, daarvoor behoeven
we hen uit de gemeentekas toch niet schadeloos te stellen
Burgemeester en Wethouders vinden echter in elk geval
het presentiegeld van 1.voldoende en ik hoop, dat de
Raad het ook voldoende zal vinden.
De heer Wilmer. M. d. V. Een enkel woord. Ik wil mij
volkomen aansluiten bij den heer van der Pot en mij ten
krachtigste verzetten tegen het streven dat zich openbaart,
om alles, wat men doet voor het algemeen belang, zich te
laten vergoeden. De heer Dubbeldeman zeide reeds, dat de
menschen bijna alle avonden van huis zijn, maar dat doen
zij dan voor hun partij-belangen voor niets.
Zoo gauw als zij echter het algemeen belang willen behartigen
moet het altijd maar betaald worden. Dat kan heel democratisch
zijn, maar ik ben een zeer besliste tegenstander van een der
gelijke wijze van doen.
De heer Dubbeldeman. M. d. V. Ik ben het met den
wethouder en den heer Wilmer niet eens. Het is een gemeente
lijke instelling en de menschen, die in die commissie zitten,
geven hun tijd in het belang van de gemeente.
De heer Oostdam. Zij moeten iets voor de gemeenschap
over hebben.
De heer Dubbeldeman. Het is in het belang van de
gemeenschap, dat zoo iets geregeld wordt en, zoodra dat
vaststaat, zijn wij verplicht den menschen hun tijd te vergoeden.
Dat is logisch. Die menschen zijn de bestuurders en nemen
de plaats in voor ambtenarenais wij ambtenaren of bedrijfs
leiders noodig hebben, denken wij er niet aan tot die menschen
te zeggen, dat zij het om des keizers baard moeten doen,
aangezien het in het belang van de gemeenschap is. Dezelfde
redenen, die er toe geleid hebben, dien commissieleden ƒ1.
presentiegeld te geven, verplicht ons, om te zeggengeef
hun om diezelfde reden ƒ2.want die gulden van vroeger
is in waarde tot de helft gedaald; wil men dus hetzelfde
blijven geven, dan moet men er ƒ2.van maken.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van den heer Dubbeldeman wordt in
stemming gebracht en met 19 tegen 6 stemmen verworpen.
Tegen stemmen: de heeren Eikerbout, Splinter, Rotteveel,
Bisschop, Heemskerk, Meynen, Sanders, Huurman, Kuiven-
hoven, Bots, van der Pot, van der Lip, Eerdmans, Oostdam,
Wilmer, Sijtsma, Mulder, van Hamel en de Voorzitter.
Vóór stemmende heeren Schoneveld, van Eek, Groeneveld,
Dubbeldeman, Knuttel en de la Rie.
(De heer de Lange en de dames BaartBraggaar en Dub
beldemanTrago hadden inmiddels de vergadering verlaten.)