DINSDAG 14 DECEMBER 1920. 713 meer." Het ligt dus niet op den weg van den Raad om meer toe te staan. Waar Mevrouw Baart hieraan een geheel nieuw voorstel heeft vastgekoppeld, daar lijkt het mij het beste, zooals ik zei, het voorstel te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. Mevrouw Baart— Braggaar. M. d. V. Toen ik mijn voorstel in de secties bij de algemeene beschouwingen wilde doen, vond de heer van der Pot het beter dat ik het deed bij de zuigelingenzorg. Mijn bedoeling is echter geweest het bij de algemeene beschouwingen ter sprake te brengen. De heer van der Lip. Ik heb daartegen geen bezwaar gemaakt, ik heb alleen opgemerkt, dat uw voorstel met dezen post niets te maken heeft. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders zullen dus over het voorstel praeadvies uitbrengen. Wat de zuigelingenzorg betreft wil ik alleen dit nog zeggen Als er jongelui op bet bureau van den Burgerlijken Stand komen om zich aan te melden voor een huwelijk, dan wordt hun een brochure overhandigd, waarin al die zaken worden behandeld. Er wordt dus reeds gewerkt in de richting, welke mevrouw Baart bedoelt. De beraadslaging wordt gesloten en volgnr 429 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgnr 139 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming aangenomen. De heer Dubbeldeman. M. d. V. Het is 11 uur; zouden wij niet staken? De Voorzitter. Laat ik den leden van den Raad dan nog even mededeelen, dat de vergadering thans geschorst wordt tot Donderdagmiddag te 2 uur, zoo noodig voort te zetten des avonds te 8a uur. De heer de la Rie. M. d. V. Mag ik u vragen of u de vergadering niet kunt schorsen tot aanstaanden Maandag? Wij hebben nog iets anders te doen dan Raadszittingen bij te wonen. Het is wel gewichtig, maar wij moeten ook zorgen, dat wij kunnen leven, en als ik hier twee dagen in de week «it, moet ik in de overige vier dagen voor mijn levensonderhoud zorgen. De Voorzitter. Ik deel aan de vergadering mede, dat ik de^ Raadsvergadering heb geschorst tot aanstaanden Donderdag middag te 2 uur, zoo noodig voort te zetten des avonds te 8| uur. De heer de la Rie. Ik stel voor de Raadsvergadering te schorsen tot aanstaanden Maandag. De Voorzitter. Het bepalen van de dagen, waarop ver gaderd zal worden, is aan mij. De heer de la Rie. Ik mag toch een voorstel doenP De Voorzitter. Ik roep de vergaderingen bijeen. De heer de la Rie. Dat gaat toch niet aan. Ik herhaal mijn voorstel om de vergadering te schorsen tot aanstaanden Maandag. De Voorzitter. Nu ik van verschillende zijden bezwaren hoor, schors ik de vergadering tot Donderdag 16 December, des avonds te half acht. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 35