GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
'259
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 392. Leiden, 27 November 1920.
In de maand Juli van dit jaar diende de woningbouw
vereniging »de Eendracht" wederom een bouwplan bij U in,
hetwelk zij met voorschot en bijdrage van Rijk en gemeente
wenschte uit te voeren.
Het plan omvat den bouw van 90 woningen op een aan
de gemeente toebehoorend terrein benoorden den Lagen
Rijndijk en kan als bouwplan IV dezer vereeniging worden
aangeduid.
De architectuur der woningen komt overeen met die van
de in dit gedeelte der gemeente door ode Eendracht" volgens
de bouwplannen 11 en III reeds gestichte of nog in aanbouw
zijnde woningetGebouwd zullen worden 54 enkele woningen,
12 beneden- en 20 bovenwoningen, 2 winkel-woningen met
2 bovenwoningen en 2 bij de winkels behoorende pakhuizen.
Van de 90 woningen bevatten 66 elk een huiskamer, een
voorkamer, een keuken en 2 slaapvertrekken, 22 elk een
huiskamer, een voorkamer, een keuken en 3 slaapvertrekken
en 2 elk een huiskamer, een voorkamer, een keuken en
4 slaapvertrekken.
De gehoorde commissiën kunnen zich met het plan in het
algemeen vereenigen; met de opmerkingen van de Gezond
heidscommissie zal bij het opmaken van het bestek zooveel
mogelijk rekening worden gehouden.
Voor de rioleeririgs- en dempingswerken is bereids bij
raadsbesluit van 27 September j.l. (Ingek. Stukken No. 307)
een bedrag van ƒ15000.— beschikbaar gesteld. Evenals deze
werken wordt ook de straataanleg van gemeentewege, doch
voor rekening van de vereeniging uitgevoerd. Het ophoogen
van het bouwterrein zal daarentegen door de vereeniging
zelf geschieden.
Het benoodigde bouwterrein, hetwelk met den voor straat
bestemden grond 13100 M2. groot is, werd bij raads
besluit van 16 Januari 1919 (Ingek. Stukken No. 15) aan
gekocht voor 2.25 per M2. Met inbegrip van de kosten
van overdracht en het in de jaren 1919 en 1920 geleden
renteverlies dient de verkoopsprijs op ƒ2.40 per M2. gesteld
te worden. Voor het eigenlijke bouwterrein, dus zonder den
voor straataanleg bestemden grond, komt dan de prijs op
3.70 per M2., welk bedrag volgens de hierachter afgedrukte
gewijzigde bouwrekening aan de vereeniging in rekening
wordt gebracht.
Omtrent verdere bijzonderheden en de huuropbrengst zij ver
wezen naar de afgedrukte gewijzigde exploitatierekening. Uit
het bij die rekening medegedeelde blijkt, dat het jaarlijksch
tekort wordt geraamd op 14052.55, waarvan f of 10539,41
ten laste van het Rijk en a of 3513.14 ten laste van de
gemeente komt.
Onder opmerking, dat de verschillende voorwaarden en
bepalingen, in de conclusie van ons voorstel opgenomen,
weder de gebruikelijke zijn en onder verwijzing naar de ter visie
liggende stukken en teekeningen geven wij Owe Vergadering
alsnu in overweging:
I. te besluiten: aan de woningbouwvereeniging »de Een
dracht" voor het sub 11 genoemde doel te verkoopen een op
de situatie in rood aangegeven terrein, ter oppervlakte van
8500 M2., deel uitmakende van het kadastrale perceel
gemeente Leiden, Sectie N nr. 219, gelegen ten Noorden van
den Lag*n Rij' dijk, tegen den prijs van 3.70 per M2.
II. Ons College te machtigen aan te vragen en te aanvaarden
uit 's Rijks kas een voorschot groot 711600.of zooveel
minder als in verband met de kosten van het door de te
Leiden gevestigde woningbouwvereeniging, »de Eendracht"
toegelaten als vereeniging. uitsluitend werkzaam in het belang
van de volkshuisvesting bij Koninklijk besluit van 6 October
1913, No. 70 uit te voeren, hieronder nader omschreven,
bouwplan en den aankoop van den daarvoor benoodigden grond
zal noodig blijken, ten behoeve van de verstrekking aan deze
vereeniging van een evengroot voorschot,
een en ander tegen eene overeenkomstig art. 19 van het
Koninklijk besluit van 28 Juli 1902 (S. 160), zooals dit nader is ge
wijzigd, te bepalen rente en aflossing in 75 gelijke annuïteiten,
voorzooveel betreft een bedrag van ten hoogste 127400..be
stemd voor den aankoop van den grond en den straataanleg
c.a., en in 55 gelijke annuïteiten, voorzooveel betreft een
bedrag van ten hoogste 584200.bestemd voor den
woningbouw
III. ons College te machtigen bij de sub II bedoelde aan
vrage tevens het verzoek te richten, dat in de tengevolge
van de verstrekking van het voorschot door de gemeente aan
het Rijk te betalen annuïteiten een bijdrage worde verleend
op den van Rijkswege vastgestelden voet;
IV. na ontvangst uit 's Rijks kas van het onder II ver
melde voorschot en onder voorbehoud, dat het Rijk zich bereid
verklaart de sub III bedoelde bijdrage te verleenen, dit voor
schot te verstrekken aan voornoemde vereeniging, onder de
navolgende voorwaarden en bepalingen:
a. het voorschot wordt verstrekt tegen dezelfde rente en
aflossing in evenveel gelijke annuïteiten als de gemeente aan
het Rijk moet betalen. In de door de vereeniging aan de
gemeente te betalen annuïteiten wordt door de gemeente een
bijdrage verleend tot zoodanig bedrag als door het Rijk zal
worden bepaald, terwijl alle voorwaarden, die het Rijk aan
de verstrekking van het voorschot en het verleenén der bij
drage verbindt, ook tegenover de vereeniging zullen gelden;
b. het voorschot moet uitsluitend worden aangewend ten
behoeve van den bouw van 54 enkele woningen, 12 beneden
en 20 bovenwoningen, 2 winkel-woningen met 2 boven
woningen en 2 pakhuizen en den aankoop van den daarvoor
benoodigden grond, gelegen onder de gemeente Leiden,
teri noorden van den Lagen Rijndijk, op de teekening nader
aangegeven, volgens door Burgemeester en Wethouders vooraf
goed te keuren plannen en bestekken, terwijl gunning aan
aannemers slechts zal mogen plaats hebben na daarvoor be
komen machtiging van Burgemeester en Wethouders;
c. de vereeniging verbindt zich tot terugbetaling van alle
kosten, verbonden aan het aanleggen van de straten en de
rioleering en aan het ophoogen van het bouwterrein enz.,
voor zoover zulks van gemeentewege, doch voor rekening van
de vereeniging zal geschieden
d. het juiste bedrag van het voorschot, de storting daarvan
en de aflossing bij wijze van annuïteiten zullen bij nadere
overeenkomst door Burgemeester en Wethouders met de ver
eeniging worden geregeld op den voet van hetgeen ten deze
door het Rijk tegenover de gemeente zal worden bepaald;
e. de vereeniging verbindt zich jegens de gemeente op de
met behulp der voorgeschoten gelden verkregen onroerende
goederen eerste hypotheek te verleenen tot een aan het
onder II bedoelde voorschot gelijk bedrag; de kosten der
hypotheekstelling zullen komen ten laste der vereeniging;
bij faillissement of bij ontbinding der vereeniging, als
mede indien één of rneervan de voorwaarden, waaronder het
voorschot is verleendfniet worden nageleefd, zal het voorschot
of het onafgeloste deel daarvan terstond opvorderbaar zijn,
terwijl in dat geval ook geen bijdrag.n van gemeentewege
meer verschuldigd zullen zijn;
g. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen
dei' vereeniging zonder goedkeuring van Burgemeester en
Wethouders, of, na weigering van Gedeputeerde Staten, zal
het bestuur aan de gemeente verbeuren eene som van vijf
duizend gulden, waarvoor de leden van het bestuur hoofdelijk
ieder voor het geheel aansprakelijk zullen zijn, onverminderd
het recht der gemeente om, zoo daartoe termen zijn, in plaats
van de geldboete schadevergoeding te eischen en om de ver
vreemding of bezwaring niet als geldig te erkennen
h. de gemeente zal, zoolang het voorschot niet geheel is
afgelost, met goedkeuring van Gedeputeerde Staten, of bij
weigering met Koninklijke goedkeuring, het recht hebben
alle bezittingen der vereeniging, met het voorschot verkregen,
met de daarop rustende lasten en verplichtingen en alle
schulden der vereeniging, voor zoover die ten behoeve van
die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen, tegen
betaling van een bedrag, door Gedeputeerde Staten goedgekeurd
of bij weigering door de Kroon vast te stellen, met dien ver
stande, dat boven het voor de verwerving of de instandhouding
van die bezittingen aangewende deel van het eigen vermogen
van de vereeniging, slechts eene billijke vergoeding voor nood
zakelijke met den eigendomsovergang verband houdende
kosten wordt uitgekeerd;
i. de gemeente heeft het recht, op door Burgemeester en
Wethouders te bepalen wijze, in haar dienst zijnd personeel
als huurders voor ten hoogste 5 woningen aan te wijzen, met
dien verstande, dat deze huurders verplicht zijn zelf de huur
aan de vereeniging te betalen en ook overigens de regelen,
welke voor de huur en de wijze van bewoning bij den aan
vang der bewoning of later gesteld zijn, na te komen;
j. het bestuur der vereeniging is verplicht aan Burgemeester
en Wethouders of aan iemand daartoe door hen gemachtigd,
alle gevraagde inlichtingen te verschaffen. Daarenboven zijn
Burgemeester en Wethouders bevoegd om in persoon of door
een gemachtigde inzage, afschriften of uittreksels te nemen
van de boeken en bescheiden der vereeniging;
k. jaarlijks worden de begrootingen vóór 1 October van het
jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dienen, de balansen
met winst- en verliesrekening en het jaarverslag vóór 1 April
na afloop van dat jaar aan Burgemeester en Wethouders
medegedeeld
l. wijzigingen, in de statuten der vereeniging aan te brengen,
zullen vooraf door Burgemeester en Wethouders moeten worden
goedgekeurd
m. aan het in art. 34 der statuten bedoelde reservefonds