572
MAANDAG 15 NOVEMBER 1920.
van een houten loods op het terrein in de Waard, Sectie K
No. 3072.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
2°. Verzoek van de afd. Leiden van den Ned. Bond van
Werklieden in Overheidsdienst en den Centr. Ned. Ambteriaars-
boud, om toekenning van een uitkeering in eens, herziening
der salarisregeling en verstrekking van een voorloopige ver
hooging.
De Voorzitter. Ik stel voor, dit adres ter visie te leggen
in de Leeskamer.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer van Stralen. M. d. V. Ik zou willen vragen of
niet dit. adres, evenals de andere adressen, die terzake zijn
ingekomen, aan Burgemeester en Wethouders kan worden
gezonden om praeadvies, zoodat wij te zijner tijd zulk een
praeadvies kunnen tegemoet zien.
De Voorzitter. Ik maak er den heer van Stralen attent
op, dat alleen de adressen, waarin gevraagd wordt om pre-
mievrij pensioen, in handen van Burgemeester en Wethou
ders zijn gesteld om praeadvies, niet die, waarin verzocht
wordt om toekenning van een uitkeering ineens, herziening
van de salarissen en verstrekking van een voorloopige ver
hooging. Burgemeester en Wethouders stellen niet voor, dit
adres in hun handen te stellen om praeadvies, omdat zij
hieromtrent toch geen gunstig praeadvies zouden kunnen
uitbrengen. De laatste loonsverhooging i$ ongeveer een half
jaar geleden vastgesteld; Burgemeester en Wethouders heb
ben aan de verschillende indexcijfers hun aandacht geschonken
en zijn op dien grond niet tot de overtuiging kunnen komen,
dat sedert dien tijd ik meen, dat de nieuwe salaris-
verordening op 17 Mei is aangenomen de duurte is toe
genomen; misschien zijn een paar artikelen in prijs toege
nomen, maar met verschillende andere is dat het geval niet.
In het algemeen zijn de prijzen in den groothandel thans
zeer veel lager geworden, wat natuurlijk verder zal door
werken.
Dus wij hebben geen vrijheid kunnen vinden om den Raad
voor te stellen dit adres in onze handen om praeadvies te
stellendaarin zou hetzelfde gezegd moeten worden als ik
thans medegedeeld heb. Door voor te stellen het adres ter
visie in de Leeskamer te leggen, stellen wij de Raadsleden,
die dat mochten willen doen, in de gelegenheid een voorstel
dienaangaande te doen.
De heer van Stralen. M. d. V. Ik meen toch te weten,
dat in een vorige Raadsvergadering een adres, dat niet alleen
betrekking had om toekenning van premievrij pensioen doch
nog op andere punten een verzoek inhield, onder andere van
de Federatie van gemeentewerklieden, op voorstel van Burge
meester en Wrethouders in hun handen gesteld is om prae
advies
De Voorzitter. U vergist u. Dat adres is ook in de Lees
kamer ter visie voor de leden gelegd.
De heer van Stralen. Ik was in die raadsvergadering niet
aanwezig, maar ik meen zeker te weten dat het niet zoo is.
De Voorzitter. Het is toch zoo.
De heer van Eck. M. d. V. Ik kan mij niet vereenigen
met deze wijze van handelen.
U zegt: Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit
adres ter visie te leggen voor de leden, omdat Burgemeester
en Wethouders over deze zaak geen praeadvies kunnen uit
brengen.
De Voorzitter. Ik heb gezegd het zou niet in gunstigen
zin zijn.
De heer van Eck. U brengt dan toch praeadvies uit. TT
deelt mede het standpunt vari Burgemeester eri Wethouders.
Nu lijkt het mij absoluut niet gewenscht, dat een dergelijke
belangrijke zaak op deze manier afgedaan wordt.
Ik weet wel, elk Raadslid heeft het recht er op terug te
komen, maar men weet dat, als Burgemeester en Wethouders
vooruit medegedeeld hebben dat zij daartegenover afwijzend
staan, de zaak zeer bemoeilijkt wordt.
Er komt dit bij. Het is zeer gewenscht, dat deze zaak rustig
behandeld wordt bij de a.s. behandeling der begrooting. Wan
neer dan door een of ander Raadslid terzake een voorstel
gedaan wordt, dan krijgen wij waarschijnlijk de tegenwerping
van Burgemeester en Wethouders: wij zijn op dergelijk be
langrijk voorstel niet voorbereid; dat zal vermoedelijk zooveel
kosten; hoeveel, weten wij niet; het is dus onmogelijk een
beslissing te nemen. Het resultaat zal dan zijn, dat of het
voorstel wordt verworpen öf dat later nog praeadvies wordt
uitgebracht.
Ik kan begrijpen, dat over onbeteekenende voorstellen
niet voortdurend een praeadvies uitgebracht wordt door
Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders
en de ambtenaren zijn overladen met werk; maar als een
dergelijke belangrijke zaak door het personeel op gronden,
die aannemelijk zijn, gevraagd wordt, dan moet zij ernstig
behandeld worden en dan gaat het niet aan, dat Burgemeester
en Wethouders zeggen: laat die zaak rusten; als later een
of ander Raadslid het wil dan kan hij haar alsnog ter sprake
brengen; wij beschouwen dit adres als niet ingekomen. Dat
lijkt mij niet goed en ook niet in overeenstemming met den
ernst der zaak
Daarom wil ik ondersteunen den aandrang van mijn partij
genoot van Stralen, dat Burgemeester en Wethouders omtrent
dit adres praeadvies uitbrengen. De zaak kan dan, regelmatig
vooi bereid, bij de aanstaande begrooting behandeld worden.
Dan kunnen Burgemeester en Wethouders met argumenten
komen en anderen kunnen hunne argumenten daartegenover
stellen.
De heer Pera. M. d. V. De heer van Eck zegt, dat de zaak
ernstig behandeld moet worden. Ik kan hem de verzekering
gpven, dat deze zaak, welke aanleiding zou kunnen geven
tot een wijziging van de salarisregeling, door Burgemeester-
en Wethouders voortdurend met alle mogelijke aandacht wordt
nagegaan. Met het oog op de talrijke verzoeken, welke op dit
stuk inkomen, en met het oog op het onderhoud dat ik deze
week nog met de vertegenwoordigers der organisaties heb
gehad, is er alle mogelijke aanleiding om na te gaan, of
Burgemeester en Wethouders het zich tot plicht kunnen rekenen
met voorstellen op dit stuk te komen.
En dan is het resultaat van alle onderzoek, ook op grond
van de statistiek der bestaande prijzen, dat er geen aanleiding
bestaat wederom tot verhoogii g van de salarissen en loonen
over te gaan, want het is toch zeker, dat het College rekening
moet houden met den financieelen toestand der gemeente.
Kon men nu werkelijk zeggen, dat de salarissen en loonen
te laag waren, dan stond de zaak anders, maar wij moeten
vaststellen, dat er sedert de laatste salarisherziening, welke
een half jaar geleden heeft plaats gehad, hoegenaamd geen
reden bestaat om de zaak opnieuw ter hand te riemen en
wederom een verhooging toe te kennen. Daarmede zouden
wjj niet verantwoord zijn tegenover de burgerij in het alge
meen en ook door partijgenooten van den heer'van Eck wordt
erkend, dat de toestanden op dit oogenblik van dien aard
zijn, dat wij met het voortdurend verhoogen van de salarissen
een geheel verkeerden weg opg.tan.
Waar de zaak zoo staat, kunnen Burgemeester en Wet
houders slechts voorstellen dit adres ter visie te leggen voor
de Raadsleden. Dezen kunnen het een en ander overwegen
en meenen z\j met gemotiveerde voorstellen tot loonsver
hooging te moeten en te kunnen komen, dan kunnen wij die
afwachten. Yan Burgemeester en Wethouders zijn evenwel
dergelijke voorstellen niet te verwachten, omdat zij zich niet
verantwoord zouden achten tegenover de burgerij, want, na
gaande welke de inkomens in het algemeen van de ingezetenen
zijn, moet men toegeven, dat er zulk een kolossaal deel een
inkomen heeft, dat ver staat beneden de salarissen, welke
door de gemeente aan de ambtenaren en werklieden worden
toegekend, dat
De heer Dubbeldeman. Dat zullen wij onthouden 1
De heer Pera. Als gij het aanslagenboekje nagaat, kunt gij
het zien.
De heer van Stralen. Gij kunt geen vergelijking maken
met de textielarbeiders.
De heer Pera. De groote massa staat, wat de inkomens
betreft, beneden de salarissen en loonen, welke de gemeente
aan haar ambtenaren en werklieden uitkeert, en, wanneer wij
een nieuwe verhooging zouden toestaan, zou dat zeker gaan
ten koste van een groot deel van de burgerij, dat nog minder
inkomen heeft en aan die verhooging mede zou moeten betalen.
Er is alle reden voor Buigemeester en Wethouders om voor
te stellen dit adres ter \isie te leggen en dan af te wachten
wie den moed heeft voorstellen tot verhooging der salarissen
in te dienen. Wij zullen die voorstellen dan beoordeelen en
bezien, maar het gaat niet aan voor het College om, als het
in zijn ziel overtuigd is, dat het tegenover de groote massa,
die een klein inkomen heeft, een ongeoorloofde daad zou zijn,
zelf met nieuwe voorstellen te komen.