MAANDAG 18 Wordt benoemd tot leeraar in het teekenen aan het Gym nasium alhier, wederom voor den tijd van één jaar, ingegaan 1 September 1920 met 26 stemmen de heer J. H. Wattez; 2 biljetten waren in blanco, en 2 biljetten van onwaarde. IV. Benoeming van eene onderwijzeres aan de school der 3e klasse No. 9. (Zie Ing. St. No. 340.) Wordt benoemd met 26 stemmen Mej. A. A. Vellekoop Mej. A. van der Laaken en Mej. E. Sagekuele verkregen ieder 1 stem, terwijl 1 biljet in blanco en 1 biljet van onwaarde was. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor den verleenden bijstand. V. Rekening, dienst 1919, van het Leidsch Muziekcorps. (Zie Ing. St. No. 328.) De beraadslaging wordt geopend. De heer de Lange. M. d. V. Ik wensch een opmerking te maken, die niet alleen dit agendanummer betreft maar ook de agendanummers VIXIV. Het betreft een formeele zaak, welke ik echter van genoeg zaam belang acht om even hier ter sprake te brengen. Wij krijgen hier als dessert op de gemeenterekening 1919 stukken ter goedkeuring, die feitelijk als hors d'oeuvre hadden moeten dienst doen. De gemeenterekening is op 23 Augustus door den Raad voorloopig vastgesteldvan die gemeenterekening maakten deel uit de zeven rekeningen, welke ons thans ter goedkeuring worden aangeboden, twee maanden na den datum, waarop dat had moeten gebeuren. Dat is niet de schuld van de besturen der inrichtingen, die deze rekeningen hebben opgemaakt, want zy alle hebben dat op tijd gedaan; de rekeningen zijn vast gesteld tusschen 10 Maart en Mei 1920 en naar ik mag aannemen ook spoedig na de vaststelling ingezonden. Ik vrees dat deze informeele handeling een gevolg is van een gebrekkige functionneering van de ambtenaren op het Stadhuis; ik hoop dat zulk een onregelmatigheid onder het tegenwoordige dage- lijksch bestuur niet meer zal voorkomen. De Voorzitter. Een onregelmatigheid is het niet. Het is beter, als deze rekeningen vóór de voorloopige vaststelling van de gemeenterekening zijn goedgekeurd, maar wij krijgen die niet altijd op tijd binnen, ofschoon wij er herhaaldelijk op aandringen. Wij kennen echter de eindcijfers en die worden in de gemeenterekening verantwoord. De heer de Lange. M. d. V. Het spijt mij, dat gij niet toegeeft, dat hier een onregelmatigheid is gebeurd. Ik moet herhalen, dat ik den indruk heb dat die onregelmatigheid niet de schuld is van de besturen der instellingen, want die hebben alle op tijd de rekeningen vastgesteld. Gij zegt, dat het er niet op aankomt, omdat de eindcijfers bekend zijn en in de gemeenterekening zijn verantwoord, maar het staat gelijk met het goedkeuren van een balans zonder dat het grootboek is afgesloten. Geen enkele koopman zal zijn balans vaststellen zonder dat de verschillende posten van zijn grootboek zijn afgesloten. Deze zeven rekeningen hadden tijdig door den Raad behooren te worden goedgekeurd, vermoedelijk hebben zij maanden lang op het raadhuis gelegen. Op 23 Augustus hadden zij hier kunnen worden behandelddat is niet geschied. De Voorzitter. Ik zal er niet verder over debatteeren; ik geloof dat de heer de Lange de schuld te veel geeft aan de gemeentelijke bureaux. Er heeft daar een uitvoerig onderzoek plaats om de rekeningen na te gaan en, als die rekeningen dan wat laat inkomen, is er niet altijd voldoende tijd beschik baar om te zorgen, dat zij vóór of tegelijk met de gemeente rekening kunnen worden behandeld. De beraadslaging wordt gesloten. De rekening wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. (De heeren Sijtsma; van Hamel en Eerdmans hadden tijdens de behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten.) VI. Rekening, dienst 1919, van de Gezondheidscommissie. (Zie Ing. St. No. 328.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van deze rekening besloten. VII. Rekening, dienst 1919, van de Plaatselijke School commissie. (Zie Ing. St. No. 328.) OCTOBER 1920. 529 Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van deze rekening besloten. (De heeren Pera en van Hamel hadden tijdens de behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten.) VIII. Rekening, dienst 1919, van de Kamer van Koop handel en Fabrieken. (Zie Ing. St. No. 328.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van deze rekening besloten. (De heeren Pera en Mulder hadden tijdens de behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten.) IX. Staat van [af-en overschrijving betreffende de begrooting, dienst 1919, van de Stedelijke Werkinrichting. (Zie Ing. St. No. 328.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van dezen staat besloten. X. Suppletoire begrooting, dienst 1919, van de Stedelijke Werkinrichting. (Zie Ing. St. No. 328.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van deze suppletoire begrooting besloten. XI. Rekening, dienst 1919, van de Stedelijke Werkinrichting. (Zie Ing. St. No. 328). Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van deze rekening besloten. (De heeren Bots, Sytsma, Bisschop en van Stralen hadden tijdens de behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten.) XII. Suppletoire begrooting, dienst 1920, van het Gerefor meerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. No. 328.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Oostdam. M. d. V. Ik wensch de vraag te stellen, of het niet tijd wordt de mannelijke verpleegden in dit ge sticht te ontlasten van de hooge hoeden, waarmede zij voort durend ontsierd worden. De tijd voor zoo iets is voorbij. Er zou toch werkelijk wel een goedkooper hoofddeksel te bedenken zijn voor deze arme mensehen dan juist die hooge hoeden. De Voorzitter. Ik deel den heer Oostdam mede, dat noch Burgemeester en Wethouders, noch de Raad iets met die zaak te maken hebben. Wij hebben alleen het financieel beheer na te zien, maar wij hebben niets te maken met de kleeding. ,Ik geef den heer Oostdam in overweging zich ter zake tot Regenten te wenden. De heer Oostdam. Ik hoop dan, dat Regenten de courant lezen, zoodat zij van mijn bezwaar kennis nemen. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming tot goedkeurig van deze suppletoire begrooting besloten. XIII. Rekening, dienst 1919, van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. No. 328.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot goedkeuring van deze rekening besloten. XIV. Rekening, dienst 1919, van de Vereeniging ter Bevor dering van den Bouw van Werkmanswoningen. (Zie Ing. St. No. 328.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot goedkeuring van deze rekening besloten. XV. Voorstel tot verhuring van het perceel Haarlemmerstraat No. 76, aan W. J. Woestenburg. (Zie Ing. St. No. 338.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Dubbeldeman. M. d. V. Ik wensch een enkele inlichting te hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 7