524 MAANDAG 18 OCTOBER 1920. 9°. Mededeeling van Mej. J. Meewis dat zij de benoeming tot onderwijzeres aan de school der 3e klasse No. 2 aanneemt. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van den Christelijken Besturenbond en van het Plaatselijk Comité der Roomsch-Katholieke Sociale Actie, om een subsidie van f 500.in de kosten van het Bureau voor Rechtskundige en Sociale Adviezen. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 2°. Verzoek van den Bond van Distillateurs en Likeur stokers in Nederland om het gebruik van de kleine Stadszaal tegen matigen prijs, ten behoeve van het houden van een ten toonstelling in het belang der alcoholfabricage. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. 3°. Verzoek van Mr. P. E. Briët om ontslag als Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 4°. Verzoek van de afd. Leiden van den Nederl. Federatieven Bond van Personeel in Openbaren Dienst, in zake verhooging der salarissen en toekenning van een toeslag voor het jaar 1920. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten het verzoek in de Leeskamer ter visie te doen leggen. 5°. Idem als voren in zake de toekenning van een vacantie- toeslag. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten het verzoek te behandelen tegelijk met het te dezer zake toegezegd praeadvies. 6°. Verzoek van de afd. Leiden van den Nederl. R. K. Politiebond „St. Michael", in zake verhooging van het kleeding- geld voor de agenten van Politie, toekenning van een gratificatie aan rechercheurs en wielrijders en toekenning van een kindertoeslag. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 7°. Verzoek van J. van Dijk om schadevergoeding, in ver band met het thans opgeheven bouwverbod op een perceel grond aan de Gerrit Doustraat, Sectie M No. 274. Dit stuk luidt als volgt: Leiden 11 October 1920 Aan Edel Achtbare Heeren, Leden van den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen van Dijk. Jan. winkelier in koloniale waren enz. Gerrit Doustraat 14 dat hij gelezen hebbende het Raadsbesluit van 27 September 1920 dat het verbod van bouwen op zijn Perseel en open stukje grond gelegen Gerrit Doustraat 34 Sectie M No 274 is opge heven en daarin aanleiding vind Uw Edel Achtbare's College beleefd te verzoeken, of hij in aanmerking zoude mogen komen voor schadevergoeding voor het geleden verlies tijdens het bestaan van het bouwverbod gedurende 10 Jaar, wat nu blijkt geen reden van bestaan te hebben gehad, daar hij in 1912 aan den Wel Ede Heer R. Nijk. Inspecteur der Bouw- politie heelt aangevraagd op dat open stukje Grond van bovengenoemd Perseel te mogen bouwen, een Pakhuis met bovenwoning, om mijn bedrijf voort te zetten, maar op grond van Bouwverbod niet is toegestaan, en alzoo in mijn bedrijf - werd belemmerd, en hij dus moest omzien naar een Pakhuis in huur, wat hem deels is gelukt, maar wat voor hem in zijn geheel een schadepost beteekend, aangezien ook het bouwen in 1912 voordeeliger was dan in 1920. Hopende dat Uw Edel Achtbaar College hier termen kunnen vinden om op zijn verzoek gunstig te beschikken, tWelk doende Uw Edel Achtbare Dienstwillige Dienaar J. van Dijk. Gerrit Doustraat 34 in koloniale waren, Leiden Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten afwijzend op het verzoek te beschikken. 8°. Verzoek van de afdeeling Leiden van den Bond van Christe lijke Politiebeambten in Nederland in zake verhooging van het kleedgeld, toekenning van een jaarlijksche gratificatie aan de agenten-rechercheurs en wielrijders en toekenning van een kindertoeslag. 9°. Verzoek van de Stichting »Studentendorp", om toe kenning van eene bijdrage in de kosten van stichting van een studentenwoningcom]3lex. 10°. Verzoek van het Bestuur van het genootschap «Mathesis Scientiarium Genitrix" om de voor 1920 toegekende subsidie te verhoogen met ƒ3948. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 11°. Amendement van den heer Oostdam op de ontwerp verordening, tot wijziging van die op de Straatpolitie. Zal worden behandeld bij punt 29 der agenda. 12°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting. Zullen worden gesteld in handen van de Reclame-Com missie. 13°. Verzoek van de Hoofdlieden der Waagwerkers om voor de hulp bij het wegen van varkens op de vette-varkensmarkt in plaats van 15 cent 25 cent per varken te vergoeden. 14°. Verzoek van W. van der Mey om vergunning tot het bouwen van een houten bergplaats op het terrein Zoeter- woudsche weg Sectie A No. 731. 15°. Verzoek van Gebr. Paridon om vergunning tot het bouwen van een houten loods op het terrein aan den Haag- weg Sectie O No. 591. 16°. Voorstel van den heer van Eek om den post subsidie aan drankbestrijdersvereenigingen op de begrooting 1920 met f 50.te verhoogen, ten einde de Zuid-Hollandsche Propaganda- Commissie van de Nederlandsche Onderwijzers Propaganda- club voor Drankbestrijding, in staat te stellen zelf voor een lokaal te zorgen. Dit voorstel luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. In verband met agendapunt 16 der aanstaande Raads vergadering stelt ondergeteekende aan uw College voor om den post subsidie aan drankbestrijdingsvereenigingen op de begrooting 1920 te verhoogen met vijftig gulden, teneinde Burgemeester en Wethouders in staat te stellen den door de Zuid-Hollandsche Propaganda-Commissie der Nederl. Onder wij zers-Propaganda-Club voor Drankbestrijding voorgenomen cursus met gelijk bedrag te subsidieeren, welke Propaganda- Commissie daardoor in staat zal gesteld worden om zelf te zorgen voor de verkrijging van de noodige lokaliteit. De daarvoor noodige gelden zullen dienen gevonden te worden door overschrijving uit den post voor onvoorziene uitgaven. D. A. van Eck. Leiden 15 October 1920. De Voorzitter. Wenscht de heer van Eck dit voorstel nader toe te lichten? De heer van Eck. M. d. V. Ik acht een nadere toelichting niet noodig. Het voorstel van den heer van Eck wordt voldoende onder steund en maakt derhalve een onderwerp van beraadslaging uit. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders stellen voor dit voorstel te stellen in hun handen om praeadvies. Ik wil even toe lichten waarom Burgemeester en Wethouders dat voorstellen. Het voorstel als zoodanig is het College zeer sympathiek, maar wij zullen ons nader op de hoogte moeten stellen of hetgeen in de toelichting beweerd wordt, dat Rijkssubsidie wordt gegeven, al dan niet juist is, of die 50.bedoeld zijn als subsidie voor den te houden cursus in 1920 dan wel voor een heel jaar enz., kortom wij hebben nog verschillende inlichtingen noodig alvorens wij een definitief voorstel kunnen doen. Het geeft natuurlijk eenigszins vertraging, maar ik vermoed, dat de zaak in een volgende vergadering zal kunnen worden behandeld, en ik acht het beter, te meer omdat na de verklaring van Burgemeester en Wethouders het wel waar schijnlijk is,, dat die 50.zullen worden toegestaan aldus te handelen dan het voorstel zoo zonder eenig voorafgaand onderzoek thans in behandeling te nemen. De beraadslaging wordt geopend. f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 2