MAANDAG 18
OCTOBER 1920.
551
De Voorzitter. Ik doe den heer Eerdsmans opmerken, dat
de brandstoffendistributie een zaak is, welke niet bij den
Raad thuisbeboort; zij behoort thuis bij de Rijkskolendistri-
butie, die haai' heeft opgedragen aan de onderscheidene brand-
stoffencommissies.
De heer Eerdmans. Dus ik kan daarover hier geen inlich
tingen krijgen?
De Voorzitter. Als u een klacht hebt, wil ik gaarne daarbij
trait-d'union zijn en de klacht overbrengen aan de Brandstof-
fencommissiemaar wij zitten hier als college van Burge
meester en Wethouders dat daarvoor geene verantwoordelijk
heid draagt.
De heer Eerdmans. Misschien zult u een volgende keer
daaromtrent eene inlichting kunnen geven.
De Voorzitter. U doet het verstandigst met mij daarover
te schrijven; dan zal ik u alle inlichtingen geven die ik kan
geven; ik wil dat met genoegen doen. Het betreft hier echter
een andere inlichting dan tot het geven waarvan Burgemeester
en Wethouders volgens de Gemeentewet verplicht zijn.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.