MAANDAG 18 OCTOBER 1920. 539 dan zeg ik: als men vermoed had, dat de firma haar woord zou terugnemen, omdat het aanbod vrij blijvend was, dati had men spoediger gehandeld en was deze strop ons misschien bespaard gebleven. De gemeente plukt nu de wrange vruchten van de langzame wijze van handelen en dat er zoo langzaam is gehandeld is vermoedelijk gevolg van het feit, dat men niet voldoende gerekend heeft met den wankelen toestand, waar onder wij thans leven, en ik geloof, dat wij de verkeerdheid nog grooter zouden gaan maken als wij nu dit nader aanbod eenvoudig afwezen. Wij hebben natuurlijk formeel het recht daartoe, maar dan moet de Directeur van Gemeentewerken weder van voren afaan beginnen. Het heeft wel maanden geduurd eer wij een aanbieding hadden; elke firma, die heeft medegedongen, heeft een project ingeleverd van de wijze, waarop zij de verwarming tot stand zou brengen. Dat zou dan opnieuw moeten gebeuren. Het gaat niet aan, dat men het project van de eene firma ter behandeling geeft aan een eventueelen nieuwen inschrijver. Dat is onbehoorlijk en het zou vermoedelijk ook verkeerd uitkomen, omdat er afwijkingen zijn in de systemen. Verder acht ik het ook niet gewenscht om een nieuwen weg te zoeken, omdat de Directeur van Gemeentewerken zelf ook al getracht heeft of het nog mogelijk was van hen, die reeds een plan hadden ingeleverd, een voordeeliger aan bieding te krijgen. Hij heeft ons bericht, dat hij daarin niet geslaagd is. De firma, welke in prijs op den heer de Koster volgde, heeft nu ook weder een aanbieding gedaan, maar die is ook weder hooger dan de verhoogde aanbieding van de firma de Koster. Hoe langer wij dus treuzelen hoe meer ik, evenals de heer Mulder, vrees, dat het resultaat zou zijn dat het ons hoe langer zoo meer geld zal gaan kosten. Nu zal niet gebeuren wat aanvankelijk gebeurd is: er zullen nu niet 2V2 maanden verloopen tusschen het besluit van den Raad en de opdracht aan de firma. Men zal nu wel actiever zijn en men zal nu wel een briefje schrijven naar den Haag: Gedeputeerden, helpt ons onmiddellijk aan de goedkeuring; zorgt dat die er binnen eenige dagen is, wij hebben er be hoefte aan. Als Gedeputeerde Staten dat weten, zullen zij gaarne willen medewerken om het gemeentebestuur geen nieuwe strop te bezorgen. De heer Elkerbout. M. d. V. Naar aanleiding van hetgeen de heer Mulder gezegd heeft, wil ik doen opmerken, dat gelijk ik reeds gezegd heb, mij in de vergadering van 7 Juni niet bekend was dat er hier ter steile firma's waren, in staat dergelijk werk te maken. Nadien is mij gebleken, dat er wel zulke firma's hier ter stede zijn, en wel naar aanleiding van de klacht in het Maandblad van de Electrotechnische werk gevers weergegeven. Het staat dus voor mij vast, dat er door die firma's wel kan worden ingeschreven, in elk geval het werk kan worden afgemaakt. Het zal natuurlijk een groote moeilijkheid opleveren om hetgeen thans aan den heer de Koster is opgedragen nu weder uit zijn handen te nemen en een ander daarmede te belasten ik gevoel het. Ik weet niet, of de heer de Lange bedoelt, dat een firma hier ter stede reeds een hoogere aanbieding gedaan heeft. Als dit zoo was, dan was het voor mij nog veel ge makkelijker om aan te toonen, dat hier ter plaatse wel dit werk had kunnen verricht worden. Maar als het een firma van buiten de stad is, dan gevoel ik wel de moeilijkheid, die er aan verbonden zou zijn, om nu wederom te trachten een nieuwe inschrijving daarvoor te krijgen. Daarom wil ik deze zaak niet op de spits drijven. Ik wil echter Burgemeester en Wethouders in overweging geven om, waar nu voldoende is aangetoond van de zijde der installateurs hier ter stede, dat zij wel in staat zijn dit werk te verrichten, niet, zonder hen te hoorén, aan andere firmanten het werk te gaan opdragen. De heer Muldek. M. d. V. Ik wil den heer Eikerbout een vraag doen; de beantwoording daarvan zou ons veel verder brengen. Welke zijn dan die firma's bier ter stede? Zijn ze er, dan kunnen wij althans in het vervolg er zeker over denken om het hun op te dragen. Het is best mogelijk, dat in dat maandblad gezegd wordt dat Leidsche firma's dit werk kunnen doen, maar het is ook mogelijk dat het onmogelijk is. De Voorzitter. Ik wil even iets zeggen over de kwestie van den spoed, die door het gemeentebestuur kan betracht worden. Ik meen, dat de heer de Lange te optimistisch ge stemd is over de uitwerking van" dat »briefje" aan Gedepu teerde Staten;, ik kan hem verzekeren, dat dat niet zulk een eenvoudige zaak is. Ik herinner er aan, dat de verordening, regelende de heffing van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis, die reeds in de vergadering van 2 Augustus j.l. is vastgesteld en die op 1 October in werking moest treden zij gaat ook via Gedeputeerde Staten nog niet goedgekeurd is teruggekomen. Met de belasting verordeningen hebben wij hetzelfde gehad. Of wij telkens al aan gedeputeerde Staten rappelletjes sturen, het helpt niets, Ik geloof daarom, dat het in de praktijk niet zoo gemakkelijk gaat als de heer de Lange zich het voorstelt. Ik kan nog mededeelen, dat de Directeur van Gemeente werken twee dagen, nadat de Raad de beslissing had ge nomen, aan de firma de Koster heeft geschreven, dat het werk gegund was, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten; dat is hetgeen de heer Rotteveel wenschte. De heer Rotteveel. Mijn bedoeling was een definitief con tract te sluiten, dat aan de gemeente dit voordeel gaf, dat wij ons niet gebonden achtten dan na goedkeuring van Gedeputeerde Staten. De Voorzitter. Dat is hetzelfde; een contract kan men niet zoo een twee drie opmaken; een brief is eigenlijk reeds een overeenkomst. Als men iemand na zijn inschrijving bij aanbe steding schrijft, dat men hem het werk opdraagt, mits Gede puteerde Staten het goedkeuren, dan is dat te beschouwen als een overeenkomst. Ik ben het met den heer Mulder eens, dat de firma niet royaal heeft gehandeld. Als men in zaken niet meer aan kan op brieven, dan is het moeilijk zaken te doen. In het buitenland wordt wel eens aan de Hollanders verweten, dat zij zich alleen storen aan stukken op zegel. Ik geloof niet, dat deze zaak zoo langzaam is gegaan, want op 18 Augustus is aan de firma het ontwerp-contract gestuurd. Maar bovendien, ik heb hier vóór mij een brief van den Directeur van Gemeentewerken aan de firma de Koster, gedateerd 3 Augustus, waarin te lezen staat: »Zooeven wordt mij bericht dat er 2 ketels gelost zijn op het terrein der school van der Werfstraat, vermoedelijk ten behoeve der toekomstige v»rwarmingsinstallatie." Daaruit ziet men, dat de firma te Amsterdam reeds 15 dagen tevoren ging leveren, n.l. ketels, welke zij kwijt wilde, en daarom vind ik het van haar met royaal, dat zij zich later op dat vrij blijvend" heeft beroepen. De firma heeft misschien het strenge recht aan haar zijde, maar de Directeur van Gemeentewerken heeft in de veronderstelling verkeerd dat het Raadsbesluit zou worden goedgekeurd, en heeft de opdracht verstrekt. Men maakt dan gewoonlijk later een contract in optima forma, want zoo iets schudt men niet uit zijn mouw. Onder particulieren gaat dat gemakkelijker, want daar heeft men geen goedkeuring van hoogerhand noodig, zoodat het in een wip beslist is. Bij de gemeente echter moeten Burgemeester en Wethouders eerst zoo'n zaak aan den Ge meenteraad duidelijk maken en, als deze het dan heeft goed gevonden, moet het Raadsbesluit nog door Gedeputeerde Staten worden goedgekeurd; daarmede gaat altijd eenige tijd weg. Ik wil niet zeggen, dat het niet iets spoediger kan gaan de chefs van dienst en de andere gemeenteambtenaren hebben nog verschillende andere dingen aan het hoofd maar dat hier erg is getraineerd, dat verwijt neem ik niet voor mijn rekening. De heele zaak ligt aan de firma, die van de uit drukking »vrij blijvend" eenigzins misbruik heeft gemaakt. Dit is de oorzaak van de impasse, waarin wij zijn geraakt. De heer de Lange. M. d. V. Ik heb ook eenige ervaring op dit gebied. Het is mij herhaaldelijk gebeurd, dat, wan neer ik een zaak had, waarbij groote haast was, en ik den tijd en de moeite nam om naar het Provinciaal bureau of naar het betrokken Departement te gaan, ik de afdoening in den zin, waarin die door het gemeentebestuur werd ge wenscht, buitengewoon heb bespoedigd. De Voorzitter. Ik bevestig u nogmaals de Wethouders kunnen het getuigen dat ik persoonlijk veel moeite doe, maar dat het tegenwoordig niet zoo gemakkelijk gaat als misschien vroeger het geval was, toen gij met Gedeputeerde Staten te maken hadt. De heer de Lange. Misschien gaat het in Gelderland ge makkelijker. De Voorzitter. Hoogst waarschijnlijk heeft men op de provinciale griffie in Zuid-Holland ook meer te doen dan op die in Gelderland. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. (De heer Huurman was inmiddels ter vergadering gekomen.) XXVIII. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 29 April 1909, op de Brandweer. (Zie Ing. St. No. 333.) Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 17