476
MAANDAG 23 AUGUSTUS 1920.
zullen niet in gebreke blijven die prijzen aan de Commissie
mede te deelen. In elk geval is het, dunkt mij, niet moeilijk
achter de prijzen, welke betaald worden, te komen, als men
zich tot de arbeidersorganisaties wendt, niet alleen voor het
tabak strippen, maar ook voor andere werkzaamheden, welke
ik heb opgesomd en waarvoor nog geen collectieve contracten
bestaan. De Commissfe kon dan zorgen, dat aan de Werk
inrichting niet beneden het standaardloon wordt gewerkt.
Wat de kwestie van die zakken betreft, heb ik vernomen,
dat van Tongeren de eenige was, die aan die zakken werkte.
Ik ben trouwens alle zalen rond geweest; daar werden allerlei
werkzaamheden verricht, maar ik heb geen ander gezien, die
met het zakken naaien bezig was. Met van Tongeren stond
het aldus, dat hij aanvankelijk een klein aantal zakken per
week afleverde, maar later, toen hij meer geoefend werd en
meer zakken gereed maakte, toch hetzelfde loon uitbetaald
kreeg als in het begin. Speciaal wat de boeking van die
68.betreft, heb ik er den Directeur juist op gewezen, dat
er 68.— geboekt was als ontvangen van de firma Krantz
en dat aan van Tongeren slechts 26.was uitbetaald, en
toen is er door den Directeur niet gesproken over andere
personen, die aan dat werk deel hadden gehad. Ik kan moeilijk
onderstellen, dat de inlichtingen, welke de Commissie in dit
opzicht heeft ontvangen, juist zijn. Maar bovendien heeft de
Directeur zich wel degelijk tegenover mij in djen geest uit
gelaten, dat een zeker percentage van het loon werd inge
houden en dat men dien menschen in het algemeen geen
geld in handen moest geven, omdat zij het anders toch niet
goed besteedden. Ik maak mij daarover niet zoo druk. Ik heb
gezien wat aan die menschen als loon weiM uitbetaald en,
als men de begrooting van de Werkinrichting bekijkt, kan
men daaruit zien, dat ƒ1.— per dag nog tot de hoogste loonen
behoort en het gemiddelde, dat die menschen verdienen, slechts
70 en 80 cent per dag is. Nu mag het een werk zijn, alleen
geschikt voor menschen, die slechts weinig kracht meer
hebben, maar dat men van de menschen eischt, dat zij een
zeker aantal uren de kracht van hun handen, voorzoover zij die
nog hebben, gebruiken voor zulk een luttel bedrag, blijft treurig.
Ik heb dit geval van van Tongeren genoemd, omdat het
mij bijzonder sprekend voorkwam, en ik kan niet aannemen,
dat een dergelijk aanmerkelijk verschil als tusschen ƒ68.
en ƒ38.te verklaren zou zijn op de wijze als de heer Bots
dat heeft gedaan. Vooreerst kan ik mij niet voorstellen,
blijkens de wijze waarop van Tongeren door den Directeur
werd bejegend, dat beiden op zulk een goeden voet stonden,
dat van Tongeren begunstigd zou worden met de zakken,
maar bovendien heeft van Tongeren mij uitdrukkelijk verze
kerd, dat hij de eenige was, die aan de zakken werkte, en hij,
toen hij niet langer in de Werkinrichting wilde blijven, aan
Krantz zou vragen de zakken te mogen blijven maken. Hij
verzekerde mij, d^t niemand anders in de Werkinrichting
dat werk deed, en dat klopt volkomen met de manier, waarop
de Directeur met mij over de zaak had gesproken, want ik
heb ook daarbij den indruk gekregen, dat alleen van Tongeren
aan die zakken werkte. Zooals ik reeds zeide, heb ik ook bij
mijn rondgang door het gebouw wel gezien, dat menschen
bezig waren met het strippen van tabak en het sorteeren van
ik weet niet wat voor goedje, maar ik zag niemand anders
met het naaien van zakken bezig.
Wat het derde punt aangaat, ik wil de verpleegden in de
Werkinrichting niet dwingen om wittebrood te eten als zij
liever bruinbrood willen, maar er zou toch zekere evenredig
heid betracht kunnen worden. Men heeft toch op zeker oogen-
blik eenige ervaring omtrent de verhouding waarin de beide
broodsoorten verbruikt worden.
De Wethouder zegt nu, dat de levering van het brood
wordt uitbesteed, maar de Directeur heeft mij verzekerd, dat
in den laatsten tijd teruggekomen wordt op het systeem van
aanbesteden, omdat er klachten waren gekomen, dat men bij
aanbesteding slechtere qualiteit kreeg. Hij liet mij dan ook
zien, dat er orderbriefjes uitgingen voor bepaalde leveranciers
hij toonde mij o. a. orderbriefjes voor de firma Ouwerkerkop
den Nieuwe Rijn voor de levering van grutterswaren; hij
liet dat zien ten bewijze, dat geen oude artikelen vérstrekt
werden, doch dat alles telkens versch in de winkels ge
haald wordt.
In hoeverre het met het brood anders is, weet ik niet.
Maar het doet mij genoegen, te vernemen, dat er bij de
eerstvolgende gelegenheid in voorzien zal worden dat ook
wittebrood verstrekt worden zal.
De heer de Lange. De heer Knuttel stelt mij vanmiddag
teleur. Hij begint met te zeggen, dat van alles wat in de
Werkinrichting niet goed is de schuld bij het kapitalisme ligt.
Ik kan begrijpen, dat hij dat zegt, al ben ik het volstrekt
niet met hem eens. Maar alles wat de heer Knuttel tegen de
Werkinrichting heeft ingebracht concentreert zich vanmiddag
in enkele zoo .materialistische grieven, dat ik herhalen moet,
dat hij rnjj teleurstelt.
De vorige maal, toen hij zijne interpellatie aanvroeg, heeft
hij een klacht geuit, welke bij mij weerklank vond, een klacht
over de ruwe behandeling van de daar verzorgde menschen
door den Directeur. Ik zeg niet, dat die klacht bij mij weer
klank vond, omdat ik het aangenaam vond het te hooren,
maar ik vond het aangenaam dat, indien er bleek een fout
te zijn, daarop hier de aandacht werd gevestigd. Maar nu
hoor ik, zelfs in tweede instantie, niets meer over die klacht
van den heer KnutteJ. Nu vernemen wij, dat de menschen
liever wittebrood eten dan bruinbrood, dat de menschen wat
meer loon moeten hebben en dat de heer Knuttel het dood
gewoon vindt dat de menschen het loon, dat zij ontvangen,
omzetten in jenever. Dat lijkt niets op hetgeen de heer
Knuttel in de vorige vergadering te berde gebracht heeft.
Daarom stelt het mij ook teleur, dat de Wethouder ook
geheel en al heeft laten liggen de mijns inziens zeer ernstige
klacht, welke in de vergadering van 26 Juli is geuit door den
heer Knuttel, dat de Directeur de menschen op een onmensch-
waardige manier zou behandelen en afsnauwen eri uitvloeken.
Ik kom op deze zaak terug met opzet vóórdat de Wethouder
weder aan het woord komt, omdat ik hoop, dat hij van de
gelegenheid zal kunnen gebruik maken om te zeggen, dat
hetgeen de heer Knuttel een vorige maal heeft gezegd ten
laste van den Directeur, namelijk dat hij de menschen zoo
grof bejegent, onwaarheid is. En zoo niet, dan hoop ik dat
de Wethouder zal kunnen verklaren, dat de Directeur daar
over door de Commissie onder handen genomen zal worden,
en dat het bestuur der inrichting niet zal aarzelen een
Directeur, die de menschen op een onwaardige wijze behandelt,
de laan te wijzen als hij daarmede niet ophoudt.
Dat staat mij hooger dan de verklaring, dat men het be
grijpen kan dat de menschen uit narigheid hun loon voor
het grootste deel in jenever omzetten, of de vraag of de
menschen wittebrood dan wel bruinbrood te eten krijgen.
Dit laatste acht ik al een heel ondergeschikt, iets. Ik eet altijd
bruinbrood; ik. heb het nooit inferieur gevonden en ik kan
niet begrijpen, dat de menschen het zoo noemen.
Dat de menschen koffie krijgen uit een zinken emmer vind
ik afkeurenswaardig. Als het zoo is, dan moet ik verklaren,
dat ik het jammer vind, dat de heer Knuttel in den Raad
met dergelijke dingen moet komen.
Dat is een aanklacht niet tegen de kapitalistische maat
schappij ik weet niet, of onze maatschappij kapitalistisch
is maar tegen het bestuur en den Directeur der Werk
inrichting.
Dergelijke dingen als ruwe bejegening en de onsmakelijke
verstrekking van voedsel moesten niet voorkomen.
Wat aangaat de uitkeering van loon, deze is door den
Raad geregeld. Dus als de heer Knuttel ten aanzien van de
uitkeering van loon bezwaar heeft, dan zal hij een voorstel
moeten doen om het reglement op dit stuk te wijzigen.
De heer Bisschop. M. d. V. Als bestuurslid van de Ge
meentelijke Werkinrichting wensch ik ook nog iets te zeggen
naar aanleiding van wat de heer Knuttel in het midden ge
bracht heeft.
Wat betreft den prijs voor het strippen van tabak, het is
mogelijk, dat die niet voldoet aan de tarieven, vastgesteld in
het collectief arbeidscontract. Het is voor deze inrichting niet
mogelijk geweest een hoogeren prijs te bedingen. Sinds"l918
dringen het bestuur en ook de Directeur der inrichting aan
op verhooging van het tarief, maar dat is niet kunnen ge
lukken, om de eenvoudige reden dat een sigarenmakerspa
troon de voorkeur geeft aan de behandeling van de tabak
door vakmenschen boven de behandeling door ongeschoolde
werkkrachten, zooals de verpleegden in de Werkinrichting
meerendeels zijn. Daardoor is het niet mogelijk het volle
tarief te eischenanders zou het werk geheel voor de Werk
inrichting verloren gaan.
Wat betreft de quaestie\van het alleen door van Tongeren
werken aan die zakken, dit is na onderzoek gebleken niet
juist te zjjn.
De Directeur heeft dat werk moeten taxeeren en heeft aan
van Tong'eren de voorkeur gegeven, omdat deze als oud
matroos eenigszins geroutineerd was in stoppen, naaien, e. d.
Dat had hij jaren gedaan. Van Tongeren heeft toen gelegen
heid gehad uit die partij zakken de minst,beschadigde uitte
zoeken, waardoor hij steeds een voorsprong gehad heeft. Toen
hij eenige weken aan dat werk bezig is geweest, hebben er
ook nog 4 andere menschen aan gewerkt; drie kregen een
veel ongunstiger partij te verwerken dan van Tongeren, ten
gevolge waarvan zij ook lang zooveel niet konden afwerken.
Nu is van hetgeen op het werk van van Tongeren is over
gehouden bijgelegd op hetgeen die andere personen ver
dienden; die konden niet 1.per dag verdienen en nu is
hetgeen van Tongeren te veel verdiende bijgelegd bij het loon
van die 4 personen. Daartegen is toch niets. Anders zou het
geheel onmogelijk zijn een tarief voor de Gemeentelijke
Werkinrichting te maken.