MAANDAG 5 wil geven, hij daaraan niet onmiddellijk gevolg geeft, doch daarmede wacht totdat hij een Raadsvergadering in de courant aangekondigd ziet; dan pas zendt hij zijn request. Zoo worden wij overvallen. Het is niet noodig, dat die requesten Zaterdag in den nacht komen; de week duurt van Maandagmorgen tot Zaterdagmiddag. Waarom komt men met zoo iets altijd eerst een dag van te voren, zoodat wij niet meer in staat zijn iemand te raadplegen? Ik zie niet in het verband tusschen een aanstaande Raadsvergadering en het inkomen van een request. Men kan daarmede eiken dag komen. De heer Dubbeldeman. M. d. V. Leiden heeft zijn zin gekregen en zijne grenzen vergroot ten koste van de buiten gemeenten. Tal van nieuwe inwoners hebben wij er nu bij gekregen met en tegen hun zin. De menschen, wien het niet al te°best naar den zin is, zijn de personen, die belasting moeten betalende menschen, die hier forensenbelasting be talen en hier hun bedrijf hadden of werkzaam waren. Zij werden aangeslagen voor 12 maanden in de forensenbelasting en thans worden zij bovendien in de gewone gemeentebelasting nogmaals aangeslagen over de maanden Januari, Februari, Maart en April. Ik acht dit wel iet of wat onbillijk. Ik meen, dat die menschen er aanspraak op mogen maken, dat zij over die 4 maanden de door hen betaalde forensenbelasting terugbetaald krijgen, dat het in mindering gebracht wordt van de gewone belasting, welke zij over die 4 maanden betalen. Zij betaalden van Mei tot Mei forensenbelasting aan de gemeente Leiden, maar nu behooren zij sedert 1 Januari niet meer tot Oegstgeest doch tot Leiden en nu moeten zij ten volle nog de gewone belasting betalen. Dan betalen zij toch 4 maanden te veel aan forensenbelasting. In werkelijkheid zouden zij slechts 8 maanden hebben moeten betalen, want zij hebben maar 8 maanden van het belastingjaar buiten Leiden gewoond. De Voorzitter. De forensenbelasting staat erbuiten; zooals gij aangeeft, wordt die niet berekend. Indien men in den loop van een jaar meer dan 90 dagen in de gemeente is geweest, is men de volle iorenseubelasting verschuldigdde menschen zijn in de war. Volgens de wet is de forensenbelasting zoo geregeld, dat, ook al verandert men van woonplaats, men de volle forensen belasting te Leiden verschuldigd is. Als men in den loop van een jaar meer dan 90 dagen hier geweest is om zijn bedrijf uit te oefenen, betaalt men forensenbelasting. De heer Dubbeldeman. Over een heel jaar? De Voorzitter. Ja, al komt iemand slechts gedurende vijf maanden te Leiden om zijn beroep of betrekking uit te oefenen, dan betaalt hij de volle forensenbelasting, indien hij in den loop van die vijf maanden meer dan 90 dagen te Leiden is geweest. De heer van der Pot. Als de betrokken personen met '1 Januari geheel weg waren gegaan, hadden zij toch de forensen belasting over die vier maanden moeten betalen, maar dan hadden zij van Januari—1 Mei de gewone gemeentebelasting in Oegstgeest teruggekregen. De Voorzitter. Al waren die menschen naar Rotterdam verhuisd, dan hadden zij toch de forensenbelasting ten volle moeten betalen. De heer Dubbeldeman. Dat is onbillijk. De Voorzitter. De wet is zoo. De heer Groeneveld. M. d. V. De Raad heeft gelden toe gestaan om de slachthuiswoningen te restaureeren, die inder tijd zoo slecht zijn gebouwd, dat zij wegens de vochtigheid zoo goed als onbewoonbaar zijn. De kosten van die restauratie zijn door den Directeur van Gemeentewerken getaxeerd op f 13500.— Dat werk is aanbesteed en behalve aannemers i JULI 1920. 429 hebben ook uitgesloten arbeiders ingeschreven. De aannemers zijn belangrijk boven de begrooting en de arbeiders zijn er onder, en nu trachten de aannemers aan die arbeiders de uitvoering van het werk onmogelijk te maken door, onder allerlei dreigementen, de leveranciers te dwingen aan die arbeiders geen materialen te leveren. Ik zou daarom aan Burgemeester en Wethouders willen verzoeken de meest mogelijke medewerking te willen verleenen, teneinde te zorgen, dat° die arbeiders, die de laagste inschrijvers zijn en goede borgen hebben, het werk kunnen uitvoeren. Behalve dat het gemeentebestuur er een goed werk aan zou doen, zou het er bovendien f 3500.— voor de gemeente mede verdienen. De heer Bots. M. d. V. Bij iedere aanbesteding, welke plaats heeft, wordt overwogen, niet zoozeer wie voor den laagsten prijs het werk wil maken, maar vooral of een ge- reede uitvoering van het werk te wachten is. Is dit laatste het geval, dan zal Gemeentewerken aan die menschen geen moeilijkheden in den weg leggen, maar daarvoor moet ook de zekerheid gezocht worden. Is deze niet te krijgen, b.v. omdat die menschen geen materialen zullen kunnen bekomen, dan zal aan hen het werk niet gegund kunnen worden. De Voorzitter. Wij kunnen op dit oogenblik daarop geen antwoord geven, want eerst moet de Commissie van Fabricage haar advies uitbrengen en dan zal te zijner tijd de zaak pas bij Burgemeester en Wethouders komen. Wij zullen eerst dan te rade kunnen gaan met hetgeen de heer Groeneveld in het midden heeft gebracht. De heer Groeneveld. M. d. V. Het is mij bekend, dat de door Wethouder Bots genoemde bezwaren niet aanwezig zijn en dat alleen gebrek aan materialen deze arbeiders zou kunnen verhinderen het werk uit te voeren. Ik hoor, dat de zaak nog niet bij Burgemeester en Wethouders is geweest, en ik zal mij er dan ook toe bepalen er bij het College op aan te dringen zooveel mogelijk te willen medewerken, opdat het werk voor den laagsten prijs, waarvoor is ingeschreven, wordt uitgevoerd. De heer Oostveen. M. d. V. Ik wensch even te wijzen op den onhoudbaren toestand, waarin woningen in het Klootshof verkeeren. Die woningen zijn gemeente-eigendom, zij zijn weliswaar afgekeurd, maar op dit oogenblik wonen er toch nog menschen in. Die woningen verkeeren in een onbe schrijflijk slechten toestand, onder anderen doordat de riolen verstopt zijn. Ik zou aan Burgemeester en Wethouders in overweging willen geven een onderzoek in te stellen. De heer Bots. Een paar weken geleden heb ik reeds aan den Directeur van Gemeentewerken opgedragen wat hij ook op zich genomen heeft om een onderzoek in te stellen naar de noodzakelijkst aan te brengen verbeteringen. De huisjes zijn afgekeurd en zijn bestemd om afgebroken te worden, maar er wonen nog menschen in. Misschien hebben de menschen er zelf wel schuld aan dat die toestand zoo gevVorden is. De Voorzitter. Als men op het punt staat om woningen af te breken, dan kan men ze moeilijk nog met groote kosten gaan repareeren. De heer Knuttel. M. d. V. Ik zou gaarne vernemen, of Burgemeester en Wethouders reeds hunne houding bepaald hebben ten aanzien van het votum, hetwelk in de vorige Raadsvergadering gevallen is ten aanzien van de ontslagen brugwachters Rietkerken en van Putten. De Voorzitter. Ik kan mededeelen, dat in de Ingekomen Stukken medegedeeld is hoe onze houding is. Wij zijn, wat dat betreft, volstrekt niet geheimzinnig geweest; men heeft het in het Ingekomen Stuk kunnen lezen. Wat de heer Knuttel doet, is vragen naar den bekenden weg. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOOM.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 33