398 MAANDAG 26 JULI 1920. Dit stuk luidt als volgt: Aan WelE. Achtbaren Heeren Burgemeester, Wethouders en Raad der gemeente te Leiden. Ondergeteekende hoofdlieden der Waagwerkers, brengen mede namens hunnen Kameraden aan Heeren Burgemeester en Wethouders en den Raad der gemeente hunnen beleelde dank voor de verhoogde Subsidie hun geschonken. De Hoofdlieden der Waagmeesters. P. de Bruin Jzn. J. V. Zandvliet. Leiden, 19 Juli '20. 8°. Dispositie van Gedeputeerde Staten ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit tot het bouwen van eene nieuwe school der 3e klasse op een gedeelte van het Schuttersveld. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van den Bond van Technici, om als belang hebbend lichaam zitting te mogen hebben in de in te stellen Commissie van Toezicht, ingevolge art, 57 der Wet tot regeling van het Nijverheids-onderwijs. Wordt besloten het verzoek ter visie te leggen. - 2°. Amendementen van den heer Heemskerk op de ontwerp verordening, houdende Reglement van het Burgerlijk Arm bestuur. Zullen worden behandeld bij punt 29 der agenda. 3°. Verzoek van den Nederlandschen Federatieven Bond van Personeel in Openbaren Dienst om aan alle werklieden en ambtenaren, met een wedde van beneden ƒ4000.—, een vacantietoeslag te geven van f 30. Wordt besloten dit verzoek ter visie te leggen. 4°. Adres van den Nederlandschen Bond van Directeuren van Openbare vermakelijkheden, inzake de wijziging van de ver ordening op het toelaten van kinderen tot Bioscoopvoor stellingen. De Voorzitter. Ik stel voor dit adres voor de Raadsleden ter visie te leggen. De beraadslaging wordt geopend. De heer Wilmer. M. d. V. Ik heb hooren vertellen, dat ook de bioscoop-commissie in de practijk van deze verordening nog al eenigen last heeft ondervonden, omdat zij verschillende films moet afkeuren, welke zeer zeker niet toegankelijk mogen verklaard worden voor kinderen onder de 16 jaar, maar waarbij zij dan het bezwaar ontmoet, dat deze films ook steeds moeten worden afgekeurd voor personen tot den leeftijd van '18 jaar. Zou het niet mogelijk zijn, Mijnheer de Voorzitter, dat u, met handhaving van de eenmaal vastgestelde verordening, tevens tegemoet komt aan de bezwaren, welke in het adres geopperd worden, in dier voege, dat u aan de bioscoopcommissie de bevoegdheid schenkt om films af te keuren voor kinderen tot den leeftijd van 18 jaar, doch dat ook films afgekeurd mogen worden alleen voor kinderen beneden 16 jaar, zoodat de commissie films kan afkeuren voor personen beneden 16 jaar en voor personen beneden '18 jaar. Als u dergelijke bevoegdheid aan de bioscoopcommissie zoudt kunnen verleenen, dan zou de verordening worden gehandhaafd, doch tevens aan de gegronde bezwaren van de bioscoopexploitanten tegemoet gekomen worden. De Voorzitter. Hetgeen de heer Wilmer zegt, wil ik gaarne overwegen. Ik doe echter opmerken, dat het adres inhoudt het verzoek om de strafverordening te wijzigen, en Burgemeester en Wet houders vinden van hun kant geen aanleiding om het adres te zenden naar de Commissie voor de Strafverordeningen en daarom stellen zij voor het ter visie te leggen. Dan kunnen de leden het adres a tête reposée lezen en eventueel naar aanleiding ervan een voorstel doen. Hetgeen de heer Wilmer vraagt, betreft mijne bevoegdheid om volgens de Gemeentewet hierin op te treden. Ik zal gaarne overwegen, in hoever het noodig is, dat mijnerzijds iets ge daan wordt. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 5°. Verzoek van J. Stouten om hem alsnog rabat op de brandstoffen te verleenen. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. 6°. Verzoek van J. D. Wilschut om eervol ontslag als le amanuensis bij het onderwijs in natuur- en scheikunde aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. 7°. Verzoek van Dr. H. W. de Graaf om eervol ontslag als leeraar in de natuurlijke historie aan het Gymnasium. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wet houders om praeadvies. 8°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting. Worden gesteld in handen van de Reclame-commissie. 9°. Missive van den heer Knuttel, waarbij deze aan den Raad verlof vraagt om aan Burgemeester en Wethouders eenige vragen te stellen betreffende het loon en de voeding van de verpleegden in de Stedelijke Werkinrichting. Zal worden behandeld aan het einde der geschreven agenda. 10°. Voorstel van Mevrouw DubbeldemanTrago in zake de verhooging van het tarief van het Waschbureau. Zal worden behandeld bij punt 22 der agenda. 11°. Amendement van den heer J. P. Mulder op artikel 2 van de concept-verordening, houdende Reglement voor het Burgerlijk Armbestuur. 12°. Amendementen van de heeren üostveen en van Stralen op de ontwerp-verordening, houdende Reglement voor het Burgerlijk Armbestuur. 13°. Voorstel vari de heeren Oostveen en van Stralen om de armenzorg te brengen in rechtstreeksch gemeentebeheer. Zullen worden behandeld bij punt 29 van de agenda. 14°. Verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond in zake de toekenning van gemeentewege van rabat op den prijs der brandstoffen. 15°. Verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond om van gemeentewege ondersteuning te verleenen aan uitgetrokken werklooze transportarbeiders. Worden in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 16°. Verzoek van de Woningbouwvereeniging «Tuinstadwijk" om haar verzoek om toekenning van een woningvoorschot met spoed te behandelen. De beslissing omtrent de wijze van behandeling wordt aan gehouden, aangezien het verzoek te laat is ingekomen. 17°. Verzoek van de Leidsche Varkensslagersvereeniging en anderen om de behandeling van de verordening tot heffing van slachthuisrechten aan te houden. Dit verzoek luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: 1e. Th. Bergers, spekslager, wonende te Leiden, in zijn hoedanigheid als voorzitter der Leidsche Varkensslagers vereeniging 2e. M. F. Taverne, spekslager te Leiden, in zijn hoedanigheid van secretaris der Leidsche Varkensslagersvereeniging; 3. G. Th. Koekenbier, vleeschhouwer te Leiden, in zijn hoedanigheid als voorzitter der Leidsche Vleeschhouwers- vereeniging; 4e. J. G. Verhoog, vleeschhouwer te Leiden, in zijn hoedanig heid als secretaris der Leidsche Vleeschhouwersvereeniging; dat zij eerst sinds Vrijdag 23 Juli 1920 van den heer Directeur van het Openbaar Slachthuis te Leiden, officieel hebben vernomen de voorgestelde verhoogingen der heffingen van het Openbaar Slachthuis alhier; dat requestranten qq. met verwondering hebben kennis genomen dat in Uwe eerstvolgende Raadszitting dit punt reeds op de agenda is geplaatst en in Uwen Raad zal worden besproken dat requestranten qq. gaarne in de gelegenheid zouden worden gesteld, om Uwen Raad hun bezwaren tegen de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 2