MAANDAG 26 JULI 1920. 409 Tegen stemmen de heeren Kuivenhoven, Heemskerk, Eiker bout, Pera, Bots, van der Lip, J. P. Mulder, de Lange, Oostdam, Splinter, van der Pot, Wilmer, van Gruting, A. Mulder, van Hamel, Leman en Huurman. Vóór stemmende heeren Bisschop, van Weeren, van Tol, Oostveen, Dubbeldeman, van Stralen, Groeneveld, de la Rie, mevrouw DubbeldemanTrago, de heeren Knuttel en vin der Zeeuw. De heer Groeneveld. M. d. V. Ik wensch nog even mijn stem te motiveeren ten aanzien van het amendement-Elkerbout, Het is de gewoonte dat, wanneer een voorstel verworpen is, de voorstanders daarvan hun stem vervolgens geven aan het voorste!, dat in dezelfde lijn gaat en van minder verre strekking is. Ik meen echter, dat het voorstel van den heer Eikerbout de weistandsgrens zoo laag terugbrengt, dat het belachelijk wordt, dat het eigenlijk geen ernstig voorstel meer is. Arbeiders met een inkomen van f 1000.zijn er niet meer en voor zoover zij er zijn, hebben zij geen hemd meer om te laten wasschen. Ik zal daarom aan het amendement van den heer Eikerbout mijn stem niet geven. Het amendement van den heer Eikerbout om het tariel voor de klanten met een inkomen beneden 1000.te laten op f 0.20 per K.G., wordt in stemming gebracht en met 21 tegen 7 stemmen verworpen. Tegen stemmen: de heeren Kuivenhoven, van Weeren, Oost veen, Pera, Bots, van der Lip, J. P. Mulder, de Lange, Splinter, van der Pot, Dubbeldeman, van Stralen, Groeneveld, Wilmer, van Gruting, A. Mulder, van Hamel, de la Rie, mevrouw DubbeldemanTrago, de heeren: Knuttel en van der Zeeuw. Vóór stemmende heeren Bisschop, Heemskerk, van Tol, Eikerbout, Oostdam, Leman en Huurman. Vervolgens wordt het voorstel van Burgemeester en Wet houders om het tarief' voor alle klanten te bepalen op 0.26 per K.G., in stensming gebracht en met 15 tegen '13 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heeren Kuivenhoven, Eikerbout, Pera, Bots, van der Lip, J. P. Mulder, de Lange, Oostdam, Splinter, van der Pot, Wilmer, A. Mulder, van Hamel, Leman en Huurman. Tegen stemmende heeren Bisschop, van Weeren, Heems kerk, van Tol, Oostveen, Dubbeldeman, van Stralen, Groeneveld, van Gruting, de la Rie, mevrouw DubbeldemanTrago, de heeren Knuttel en van der Zeeuw. De Voorzitter. Thans breng ik in stemming het voorstel van Burgemeester en Wethouders om de aan de bleekers uit te keeren vergoeding op 19 cent per K.G. te bepalen. De heer Dubbeldeman. M. d. V. Nu zullen wij zien, of de Raad met het geld wil smijten. De heer Pera. Tegen deze uitlating van den heer Dubbelde man protesteer ik met alle kracht. Dat komt niet te pas. De Voorzitter. Ik zal nu het voorstel van Burgemeester en Wethouders om de vergoeding voor de bleekers van 18 cent per K.G. te verhoogen tot 19 cent in stemming brengen. De heer Dubbeldeman. Zij kunnen het best met 18 cent doen. De heer Pera. M. d. V. Tegen die bewering van den heer Dubbeldeman protesteer ik met alle kracht. Het is onze plicht degenen, die voor ons werken, behoorlijk te betalen. De heer Elkerbout. M. d. V. Het kon wel eens wezen, dat, indien wij tegen dit voorstel van Rurgemeester en Wethouders stemden, de bleekersknechts er de dupe van werden daarmede zouden de heeren aan de overzijde toch ook wel rekening mogen houden. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt in stemming gebracht en met 16 tegen 12 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heeren Bisschop, Heemskerk, van Tol, Pera, Bots, van der Lip, J. P. Mulder, de Lange, Oostdam, Splinter, van der Pot, Wilmer, A. Mulder, van Hamel, Leman en Huurman. Tegen stemmen: de heeren Kuivenhoven, van Weeren, Eikerbout, Oostveen, Dubbeldeman, van %Stralen, Groeneveld, van Gruting, de la Rie, mevrouw DubbeldemanTrago, de heeren Knuttel en van der Zeeuw. De heer Elkerbout. M. d. V. Ik heb bij vergissing »tegen" in plaats van »voor" gestemd. Kan dat hersteld worden? De Voorzitter. Er zal in de notulen aanteekening van gehouden worden. XXIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de verandering van de gasverlichting in de Haarlemmerstraat in eene verlichting door middel van electriciteit. (Zie Ing. St. No. 239). De beraadslaging wordt geopend. De heer Groeneveld. M. d. V. Ik heb gezien, dat deze lampen komen te hangen nog hooger dan in de toekomst de geleidingsdraad voor de tram zal worden aangebracht, en nu zou ik willen vragen of' dat niet tot enorme lichtverspilling zal leiden. Zij hangen zoover van de straat, dat men de lichten veel sterker zal moeten maken dan anders noodig zou zijn, hetgeen een groot stroomverlies tengevolge zal hebben. De heer van der Pot. M. d. V. Ik kan alleen antwoorden hetgeen reeds in het Ingekomen Stuk staat. De bedoeling is er rekening mede te houden, dat de Haarlemmerstraat in de toekomst in aanmerking zal komen om er een tram door te leggen. Als wij namelijk een tram krijgen naar den Lagen Rijndijk, zal die waarschijnlijk door de Haarlemmerstraat loopen en dan zou het veel kosten mede brengen, als de armen voor de verlichting weer moesten worden verhoogd. Daarmede dient thans rekening te worden gehouden, maar de armen voor de verlichting worden zoo laag aangebracht, als maar eenigszins mogelijk is met het oog op den aanleg van een dergelijke tram. Het is dus economischer om die lampen thans niet lager aan te brengen, omdat men anders later komt te staan voor de kosten om het weer te veranderen. De vraag van den heer Groeneveld of het niet oneconomisch is, omdat nu sterkere lichten moeten worden aangebracht, moet ik ontkennend beantwoorden. Als de lampen iets lager hangen, is de straat natuurlijk iets meer verlicht, maar de sterkte van de lichten blijft dezelfde. De heer Groeneveld. M. d. V. Kan het niet zoo gemaakt worden als in de Breestraat Daar zijn de lampen aan de gevels bevestigd en hangen zij niet zoo hoog. De heer van der Pot. M. d. V. Dat zou in de Haarlemmer straat bezwaar outrnoeten, maar ik ben bereid het denkbeeld van den heer Groeneveld in de Commissie voor de Licht fabrieken te bespreken. De Voorzitter. Ik wensch den heer Groeneveld even te doen opmerken, dat die armen, zooals men die vindt in de Breestaat, slecht bruikbaar zijn in een straat als de Haar lemmerstraat. Als men ook naar andere plaatsen kijkt, zooals b.v. in den Haag, ziet men, dat in straten als de Spuistraat, dus smalle straten, de lampen altijd in het midden hangen. Dat is voor dergelijke straten de beste en de meest econo mische verlichting. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXIV. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de verbetering van den Rijnsburger weg tusschen Posthof en Warmonderweg. (Zie Ing. St. No. 240). De beraadslaging wordt geopend. De heer van Hamel. M. d. V. Het bedrag dat hier aange vraagd wordt, bedraagt ruim ƒ17.000.Ik vind het bedrag en den aard van de uitgaaf wel van dien aard, dat wel eens overwogen mag worden of het wel wenschelijk is om dat. op de gewone uitgaven te brengen en of het niet beter zou zijn het over eenige jaren te verdeelen. Ik ga niet zoo ver, dat ik het bedrag uit leening zou willen vinden, dat zou weder te lang duren; maar ik meen dat er iets voor te zeggen zou zijn om deze uitgaat over bij voorbeeld 4 jaren te verdeelen en ik doe daartoe dan ook het voorstel. Het amendement, van den heer van Hamel wordt voldoende ondersteund en maakt mitsdien een onderwerp van beraad slaging en stemming uit. De heer A. Mulder. M. d. V. Ik moet de aanneming van het amendement van den heer van Hamel ontraden. Wij moeten niet vergeten, dat wij in den oorlogstijd al zoovele dingen uitgesteld en slepend gehouden hebben met het oog op de duurte en in de hoop, dat eerlang de prijzen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 13