138 tien in het ziekenhuis der Rijks-Universiteit en in andere ziekenhuizen te dezer stede bedragen over 1919 ƒ29455.376. De raming was/27700. Volgn. 195. Kosten van overbrenging, plaatsing en verpleging van arme krankzinnigen f 11095.80 De verhooging der verpleeggelden in het krank zinnigengesticht »Endegeest" en in andere ge stichten, waarin krankzinnigen voor rekening der gemeente Leiden worden verpleegd, maakt eene aanvulling van dit artikel met 11095.80 nood zakelijk. De uitgaven bedragen f 131595.80; zij waren geraamd op f 120500. Volgn. 196. Aandeel van het Rijk en de Pro vincie in de bijdragen van particulieren in de verpleegkosten van arme krankzinnigen y> 267.18 De uitkeering aan het Rijk en de Provincie van het evenredig aandeel in de bijdragen van parti culieren zal 267.18 meer bedragen dan bij de begrooting was geraamd. Volgn. 202. Begrafeniskosten van behoeftigen 57.75 De kosten van begraving van behoeftigen voor rekening der gemeente bedragen over 1919/307.75 een bedrag van 250.was uitgetrokken. Volgn. 204. Kosten van den Armenraad voor de gemeente Leiden 405.68 Blijkens een door den Armenraad ingedienden suppletoiren begrootingsstaat zullen de ten laste van de gemeente komende kosten van den Armen raad over 1919 f 2705.68 bedragen. Zij waren geraamd op 2300. Teneinde bij onveranderde vaststelling der in te dienen rekening de vereischte gelden beschik baar te hebben, wordt voorgesteld dezen post met 405.68 te verhoogen. Volgn. 210. Kosten van de gemeentelijke arbeids beurs 900.91» Gedurende het afgeloopen jaar is zoowel door werknemers als door werkgevers een zeer druk gebruik gemaakt van de bemiddeling der arbeids beurs, hetgeen tengevolge heeft gehad dat met de op de begrooting uitgetrokken bedragen voor schrijfloonen, bureaubehoeften, drukwerk enz. niet kon worden toegekomen. De kosten van de gemeentelijke arbeidsbeurs, geraamd op 700.bedroegen 1230.326 die van de districtsarbeidsbeurs, geraamd op ƒ675.— f 1045.59, d.i. respectievelijk 530.32®-|-ƒ370.59, tezamen 900.91® meer. In de kosten van de districtsarbeidsbeurs is door het Rijk eene bijdrage van 715.59 verleend, terwijl van de in het district liggende buiten gemeenten een bedrag van ƒ230.werd ontvangen. Volgn. 211Gemeentelijke steun ter bevordering van de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid21468.75 Het aandeel der gemeente in het subsidie, dat ingevolge het «Werkloosheidsbesluit 1917" aan gesubsidieerde vereenigingen is toegekend, bedroeg over 1919 8678.29. Bovendien zijn in verband met de liquidatie op 1 September 1919 van het Kon. Nat. Steuncomité de leden van werklozen kassen die, omdat zij nog niet, niet of niet meer voor uitkeering uit hunne kas in aanmerking kwamen of omdat hunne uitkeering in verband - met de tijdsomstandigheden onvoldoende was, van het Steuncomité een bijslag ontvingen, verwezen naar hunne werkloozenkassen. In de hieruit over de maanden September en October voor de werk loozenkassen voortvloeiende kosten ad 17279.51 is door het Kon. Nat. Steuncomité een bijdrage verleend van 8103.33, terwijl van de gemeente Leiderdorp werd ontvangen 37,42® en van de gemeente Oegstgeest f 9.10, zoodat voor rekening der gemeente Leiden bleefeen bedrag van ƒ9129.65®. Vervolgens bedragen de kosten van den over gang van het Kon. Nat. Steuncomité naar de «Werkloosheidsverzekeringsnoodwet 1919" vanaf 3 November31 December 9128.24®, terwijl tenslotte de administratiekosten over 1919 eene uitgaaf van 3432.56 vereischten. De uitgaven op dit artikel bedragen derhalve ƒ8678 29 -j- ƒ9129.65® 9128.24® 3432.56 30368.75. Het op de begrooting beschikbaarge- stelde bedrag van 8900.dient dus met ƒ21468.75 te worden verhoogd. Van het bedrag van 9128.24® zal vermoedelijk 3108.49® door het Rijk aan de gemeente worden vergoed. Volgn. 215. Grondlasten en personeele lasten 1564.83 De uitgaven op dit artikel zullen 9239.83 be dragen; zij waren geraamd op ƒ7675.—. De overschrijding is een gevolg van verschillende aankoopen van grond en huizen, na de vaststelling der gemeentebegrooting gedaan. Door de gemeentebedrijven wordt een bedrag van ƒ5014.82 aan de gemeente gerestitueerd; de raming hiervan bedroeg ƒ4213. Volgn. 216. Dijk- en polderlasten1039.30® De overschrijding van dezen post wordt in de eerste plaats veroorzaakt door de belangrijke ver hooging der polderlasten en van Rijnland's bunder- geld, dat van ƒ4.20 op ƒ5.80 per hectare werd gebracht en vervolgens door verschillende aan koopen na de vaststelling der begrooting gedaan. Door het Grondbedrijl is van de betaalde dijk en polderlasten een bedrag van ƒ1110.57 aan de gemeente terugbetaald. Volgn. 219. Onderhoud en administratie van be zittingen niet voor den pubieken dienst gebruikt of van werken en inrichtingen geheel of vooreen groot gedeelte buiten de gemeente gelegen 15330.00® De uitgaven op dit artikel zullen ƒ55884.00® bedragen; een bedrag van 40554.was beschik baar gesteld. De aan den pachter van de Zijl-of Spanjaards- brug, ingevolge Raadsbesluit van 16 Januari 1919, uit te keeren pachtsom, vereischte over 1919 eene uitgaaf van ƒ982.Voorts vereischte de ver lichting en verwarming van de Stadsgehoorzaal, ge raamd op ƒ3000.eene uitgaat van ƒ7872.—, d. i. ƒ4872.meer. Ook de navolgende uitgaven hebben tot de overschrijding van dit artikel bijgedragende inrichting van eenige lokalen der Stedelijke Werkinrichting voor de huisvesting van dak- loozen 994.76), de arbeidsloonen voor het in orde brengen der gemeentetuintjes (ƒ2475.50®), de aanschaffing van brandbiuschmiddelen voor de hulpkantoren A en B der Bank van Leening (ƒ800.verschillende herstellingen aan de Spanjaards- en Leiderdorpsche brug (ƒ700. enz. enz. Terwijl tenslotte de voor gewone onder houdswerken toegestane sommen belangrijk moesten worden overschreden. De kosten voor het in orde brengen der ge meentetuintjes zijn door de huurders dier tuintjes aan de gemeente terugbetaald, terwijl ook de kosten van schadevaringen aan de Spanjaards- en Leiderdorpsche brug aan de gemeente zijn vergoed. Volgn. 220. Kosten vallende op verhuringen en verkoopingen50.70 Deze kosten bedroegen over 1919 80.70 en overtreffen derhalve de beschikbaar gestelde som van 30.met 50.70. Volgn. 221. Kosten van het innen van rente wegens inschrijvingen op de grootboeken der Nationale Schuld0.03 De kosten bedragen 40.03de raming was 40.-. Volgn. 224. Rente van tijdelijk ter voorziening van kasgeld opgenomen gelden25436.57® De uitgaven op dit artikel bedragen 75436.57® een bedrag van 50000.was uitgetrokken. Deze overschrijding wordt gedeeltelijk veroor zaakt door de noodig gebleken opneming van gelden ter uitkeering van de bijdragen aan het Steuncomité en door de kwartaalsgewijze uitkee ring van het nadeelig saldo van het tijdelijk Levensmiddelenbedrijf en van andere crisisuit gaven. Daarentegen moet door het Grondbedrijf aan rente aan de gemeente worden betaald een bedrag van 24230.54 d.i. 12138.54 méér dan op de begrooting was geraamd, terwijl ten slotte door eenige woningbouwvereenigingen wegens bij voor schot verstrekte gelden 2267.06® rente aan de gemeente werd betaald. (Zie in verband hiermede de verhooging van de volgnrs. 8c en 28 der ontvangsten). Volgn. 225. Bijzondere aflossing van eenige uit buitengewone ontvangsten bekostigde werken 8312.15® Dit artikel moet nog worden verhoogd met: le. de le aflossing ad 1312.26 (fa van 13122.59) der kosten van het herstellen van de Zijlpoortsbrug. 2e. de le aflossing ad 6999.89® van 34999.46®) van de ten laste van de gemeente

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 6