437 De kosten van verlichting en verwarming van de Hoogere Burgerschool voor Jongens bedragen 5200.23, die van de Hoogere Burgerschool voor Meisjes 1819.79. Beschikbaar gesteld was respec tievelijk 2109.en 700.Het artikel moet derhalve met 3106.23 f 1119.79 ƒ4226.02 worden verhoogd. d. Onderhoud der gehouwen, meubelen enz. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door de meerdere kosten 1580.voor uitbreiding van de rijwielbergplaats van de Hoogere Burgerschool voor Jongens en voorts door de hoogere kosten van het gewone onderhoud der gebouwen en van het meubilair, o. a. de hoogere aannemingssom voor het witten van plafonds en muren, onder houd van kleeden, gordijnen, jaloezieën, enz. e. verdere uitgaven De kosten van advertentiën voor de oproeping van sollicitanten in verband met vacatures aan beide scholen bedroegen 284.43 en overtroffen derhalve de hiervoor uitgetrokken som van f 75. met 209.43. Bovendien overtroffen de schoon maakkosten van de Hoogere Burgerschool voor Jongens de geraamde som van f 1115.met 48.31. Een klein overschot op een ander onderdeel van dit artikel maakt evenwel dat met eene ver hooging van 255.96 kan worden volstaan. Volgn. 172. Kosten der vakscholen In de raadsvergadering van 22 Maart 1920 werd besloten tot verhooging van het subsidie over 1919 aan de Zita-vereeniging alhier ten behoeve van hare vakschool voor meisjes en werd dit ge bracht van 1050.op 2960. Aangezien het aan de afdeeling Leiden der »Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde" over 1919 toegestane subsidie ad f 100.niet behoeft te worden uitgekeerd, kan met een ver- 69.89 7.49® 200.38 3813.44 Het voor 1919 beschikbaar gestelde bedrag van 25.— voor aankoop van schrijfbehoeften, druk werk enz. blijkt niet voldoende en moet met f 22.40 worden verhoogd. Volgn. 166. Kosten van examens en proeflessen der onderwijzers De uitgaven op dit artikel bedragen ƒ419.89; zij waren geraamd op ƒ350. Volgn. 168. Kosten van belooningen en eere blijken Deze kosten bedragen ƒ1007.495; een bedrag van 1000.was uitgetrokken. Volgn. 170. Kosten van het geneeskundig toezicht op de openbare en bijzondere scholen b. Verdere kosten De kosten van het drukken van kaarten ter aanteekening van de resultaten van het genees kundig onderzoek vereischten eene bijzondere uit gaaf van 287.37. Met eene verhooging van het uit getrokken bedrag van 100.met 200.38 kan echter worden volstaan in verband met een klein overschot uit anderen hoofde. Volgn. 171. Kosten voor de middelbare scholen a. Jaarwedden der leeraren en onderwijzers. Bij Koninklijk besluit van 9 October 1919 S. 598 is de gemeente Leiden ten aanzien van de bezoldiging der leeraren te rekenen vanaf 1 Juli 1919 in plaats van in de tweede klasse gerang schikt in de eerste klasse, waardoor de leeraren aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens eene hoogere bezoldiging verkregen. Bovendien werden bij den aanvang van den nieuwen cursus (1 Sep tember 1919) eenige klassen gesplitst, waardoor het aantal lesuren van eenige leeraren steeg. Een en ander heeft eene hoogere uitgaaf van 4251.14 tengevolge gehad. Aangezien van het voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes uitgetrokken bedrag 437.70 is over gebleven, kan met eene verhooging van ƒ3813.44 worden volstaan. b. Kosten van schoolboeken en schoolbehoeften 513.58 De kosten van aanschaffing van schoolbehoeften en die van drukwerk ten behoeve van de Hoogere Burgerschool voor Jongens bedragen 1349,935, die voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes 1063.64®. De raming was respectievelijk 1250. en f 650.Het artikel moet derhalve met ƒ99.93® en 413.64® is f 513.58 verhoogd worden. c. Vuur en licht in de scholen 4226.02 3468.38® 255.96 1810.- hooging van den post met f 1810.worden vol staan. Volgn. 175. Kosten voor het Gymnasium. b. Kosten van schoolboeken en schoolbehoeften f 301.31® Evenals voor 1914 is ook voor 1919 voor aan schaffing van schoolboeken en schoolbehoeften een bedrag van 690.beschikbaar gesteld, welk bedrag door de hoogere kosten van drukwerk en de stijging van de prijzen der overige leermidde len onvoldoende is. De uitgaven zullen bedragen 991.31®; eene aanvulling met f 301.31® is der halve noodzakelijk. c. Vuur en licht in de scholen 1338.41 De kosten van verlichting en verwarming be dragen 2038.41 en overtreffen derhalve de uit getrokken som van f 700.met f 1338.41. d. Onderhoud van gebouwenmeubelen enz.. 507.22 De kosten van het verven van de bovenverdie ping overtreffen de raming van f 350.met f 135.Voorts vereischte de vernieuwing van goten om den toren eene buitengewone uitgaaf van f 501.72. Tengevolge van eenige overschotten op andere onderdeelen van den post kan met eene verhoo ging van f 507.22 worden volstaan. Volgn. 177. Kosten der bewaarscholen. 2338.85* De kosten van leermiddelen bedragen ƒ1330.22®, die van verlichting en verwarming 3073.71, die van het schoonhouden 2369.87, die van het on derhoud der schoolgebouwen en van het meubilair f 5142.03* en overtreffen derhalve de beschikbaar gestelde sommen met respectievelijk 230.22®, f 1973.71, f 1194.87 en 462.03®, te zamen f 3860.84. Tengevolge van een overschot op de voor jaarwedden toegestane som kan met een verhooging van den post met 2338.85* worden volstaan. De overschrijding van de voor schoonhouden toegestane som wordt veroorzaakt door de ver hooging van het loon der schoonmaaksters. Volgn. 180. Kosten van de buitengewone school voor lager onderwijs6560.195 De in de Raadszitting van 17 Mei '1920 vast gestelde nieuwe salarisregeling voor de onderwij zers aan bovengenoemde school, waaraan terug werkende kracht is verleend tot 1 Januari 1919, heeft over 1919 eene hoogere uitgaaf van 5629.98 tengevolge gehad. Verder worden de kosten voor schoonhouden met f 63.20 overschreden, die voor verlichting en verwarming met 756.34 en die voor aankoop van leermiddelen met f 242.51, te zamen dus 1062.05. Het geheele artikel zou derhalve met 5629.98 1062.05 ƒ6692.03 moeten worden verhoogd. Eenige kleine over schotten op andere onderdeelen maken evenwel, dat met eene verhooging van 6560.19® kan worden volstaan. Zie in verband met de hoogere uitgaven de verhooging van volgn. 47 der ontvangsten met 6501.36. Volgn. 186. Uitgaven voor volksfeesten 339.70 De feestverlichting van het Raadhuis, gedurende de Leidsche winkelweek en bij gelegenheid van het Geneeskundig Congres, eischte eene niet voor ziene uitgaaf van ƒ1422.11. Aangezien het bedrag van 1000.— beschikbaar gesteld voor een kinderfeest op den verjaardag van H. M. de Koningin niet werd besteed en op eenige andere onderdeelen van den post kleine bedragen overbleven, kan met eene verhooging van ƒ339.70 worden volstaan. Volgn. 188. Kosten van het onderwijs aan spraakgebrekkigen kinderen35.68® De kosten van dit onderwijs bedragen over 1919 ƒ3165.68*. Een bedrag van ƒ3130.— was be schikbaar gesteld. Volgn. 193. Kosten van de gemeente-apotheek a. Onderhoud van de gebouwen256.93 Deze kosten bedroegen 775.93; zij waren ge raamd op ƒ519. b. Belooningen van den apotheker en bedienden 252.83 De indiensttelling van eene noodhulp-assistente tijdens de ziekte van een der assistenten vereischte eene buitengewone uitgave van ƒ252.83. Volgn. 194. Kosten van ziekenverpleging in ziekenhuizen1755.37® De kosten van verpleging van behoeftigen pa-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 5