134
opmaken der kohieren uitgetrokken bedragen van
respectievelijk 800.en 1500.veel te laag.
De kosten bedroegen voor het kantoor van den
ontvanger "2211.70, terwijl de kosten van het
opmaken der kohieren, waaronder begrepen zijn
de, loonen van losse schrijvers en de kosten van
het drukken van het kohier der plaatselijke directe
belasting, dat alleen reeds eene uitgaaf van 1262.62
vereischte, 5844.44 bedroegen.
Eene verhooging van het artikel met 2916.61 -f-
1411.70 -j- 4344.44 8672.75 zou dus noodig
zijn. Tengevolge van eenige overschotten op andere
onderdeelen van den post kan evenwel met eene
verhooging van 7171.10® worden volstaan.
Volgn. 104. Teruggave van belasting 12090.18
De restitutiën van de plaatselijke directe be
lasting, tengevolge van ingediende reclames en
afschrijving wegens vertrek of overlijden, die van
vergunningsrecht en schoolgelden zullen ƒ19090.18
bedragen. De post, uitgetrokken op 7000.
moet derhalve met 12090.18 worden verhoogd.
Volg. 106. Vergoeding aan het Rijk van 2\pCt.
van het onzuiver bedrag der grond- en personeele
belasting ten behoeve der Gemeente geheven, voor
zoover de opcenten betreft47.73
Wegens inningskosten van de gemeente-opcen-
ten op de grondbelasting, dienst 1919, en op de
personeele belasting, dienst 1918, is een bedrag
van 3931.73 verschuldigd. De begrootingspost
was op 3884.geraamd en moet derhalve met
f 47.73 verhoogd worden.
Volgn. 107. Belooning der schatters en her-
schatters van de huurwaarde der localiteiten
waarvoor vergunning voor den verkoop van sterken
drank in het klein is verleend126.25
ln 1919 heeft er in vergelijking met andere
jaren een groot aantal herschattingen van de huur
waarde van localiteiten plaats gehad. De uitgaven
op dit artikel bedragen dientengevolge f 346.25,
zij waren geraamd op 220.(Zie in verband hier
mede de verhooging van volgn. 35 der ontvangsten).
Volgn. '109. Belooning van de inspecteurs, die
naars en verdere beambten van politie, mitsgaders
van de veldwachters170.97®
De uitgaven op dit artikel bedragen ƒ175200.97®,
een bedrag van 175030.wasbeschikbaargesteld.
Eene aanvulling van den post met 170.97® is
dientengevolge noodig.
Volgn. 110. Kleeding en uitrusting der politie
dienaars en veldwachters10111.67®
De bijslag op de kleeding der politiedienaren,
ingevolge raadsbesluit van 2 Mei 1918 vereischte
over 1919 eene uitgaaf van ƒ11763.20; het voor
dit doel op de begrooting uitgetrokken bedrag
van ƒ5000.moet dientengevolge met ƒ6763.20
worden verhoogd. Verder moest aan bijslag
op de kosten van aanschalfing en herstelling van
schoeisel, ingevolge raadsbesluit van 17 October
1918, een bedrag van ƒ1621.50 worden betaald;
op de begrooting waren hiervoor geene gelden
uitgetrokken. Tenslotte moest voor bewapening,
waaronder begrepen het onderhoud van elec-
trische zaklantaarns, ƒ3453.26 worden uitgegeven.
De hiervoor op de begrooting beschikbaar ge-
stelde som van ƒ1000.dient derhalve met
2453.26 te worden verhoogd.
Het geheele artikel zou dus met ƒ6763.20-!-
1621.50 -j- 2453.26 ƒ10837.96 moeten worden
verhoogd. Tengevolge van eenige kleine over
schotten op andere onderdeelen van den post
kan evenwel met eene verhooging van 10111.67®
worden volstaan.
De hooge uitgaaf aan bijslag op de kleedingen
vooral ook de hooge bewapeningskosten houden
verband met de aanstelling van 40 nieuwe agenten
wegens invoering van den verkorten normalen
arbeidsdag.
Volgn. 111. Kosten van wachtgebouwen en bu
reaux, alsmede licht- en brandstoffen voor die
lokalen2432.73
De kosten van verlichting en verwarming, ge
raamd op ƒ2800.bedragen ƒ4950.51, die van
het onderhoud der politiewachthuizen, geraamd
op ƒ1536.—, bedragen ƒ1818.22. Eene aanvulling
van het artikel met 2150.51 -(-ƒ282.22 2432.73
is dientengevolge noodig.
Volgn. 112. Bureaubehoeften824.29®
De aanschaffing van 150 exemplaren der Ver
zameling wetten, ten dienste der politie uitge
geven op last van het Departement van Justitie
vereischte eene niet-voorziene uitgaaf van 247.50.
Voor het overige is de overschrijding een gevolg
van de nog steeds hooger wordende kosten van
drukwerk en van de bureaubehoeften.
Volgn. 113. Kosten van de verstrekking van
nachtverblijfvoeding of reisgeld aan doortrek
kende behoeftige personenf 274.44
Deze kosten bedroegen over 1919 ƒ574.44; een
bedrag van 300.— was beschikbaar gesteld.
Onder de uitgaven is begrepen een bedrag van
290.10 voor de kosten van voeding van per
sonen, die op last van de justitie zijn gearresteerd,
welk bedrag evenwel door het Departement van
Justitie aan de gemeente is terugbetaald
(volgn. 59).
Volgn. '114. Overige uitgaven der politie. 544.11®'
De uitbreiding van het politiecorps met 40
agenten en de voorziening in verscheidene vaca
tures in dat corps hebben buitengewone uitgaven
ter vergoeding van reiskosten aan opgeroepen
sollicitanten en voor keuring van voor eene be
noeming in aanmerking komende personen ten
gevolge gehad.
De uitgaven op dezen post zullen 1294.11*
bedragen; zij waren geraamd op 750.
Volgn. 117. Belooning en premiën van brand
meesters en brandspuitlieden491.70®
Gedurende de langdurige ziekte van een der
brandwachten moest eene tijdelijke hulpkracht in
dienst worden genomen, hetgeen eene overschrij
ding van dit artikel tengevolge heeft gehad. De
uitgaven bedragen 9852.70®een bedrag van
9361.was beschikbaar gesteld.
Volgn. 118. Onderhoud van brandbluschmid-
delen en reddingsmiddelen1328.86
Het onderhoud der brandblusch- en reddings
middelen, geraamd op 2250.—, vereischte eene
uitgaaf van 3037.20, dus 787.20 meer, welke
overschrijding in hoofdzaak een gevolg is van de
nog steeds stijgende prijzen der materialen. Voorts
bleek bij een onderzoek, dat verscheidene brand-
kranen dringend herstelling behoefden. Het on
derhoud en herstel, geraamd op 350.ver
eischte eene uitgaaf van ƒ891.66 d. i. ƒ541.66 meer.
tiet artikel moet. dientengevolge met 787.20
-(- 541.66 1328.86 worden verhoogd.
Volgn. 119. Onderhoud van brandweerkazernen
en brandspuithuizen1667.26®
In verband met de uitbreiding van de Gas
fabriek is het brandspuithuisje aan de Langegi acht
ontruimd, terwijl tot berging van stoomspuit no.
2, die aldaar gestationneerd was en van eenig
ander brandweermateriaal het spuithuisje staande
op de gedempte St. Jansgracht tusschen Oude
Rijn en Haarlemmerstraat werd aangewezen. Ten
gevolge van de veranderde bestemming moesten
aan het spuithuisje aan den Oude Rijn verschillende
veranderingen worden aangebracht, die ten laste
van dit artikel eene uitgaaf van 1689.13 hebben
medegebracht. Door een klein overschot op de
voor gewoon onderhoud der brandspuithuizen
beschikbaar gestelde som is eene verhooging van
dit artikel met 1667.26® voldoende. De kosten
van het aanbrengen der veranderingen aan het
spuithuisje aan den Oude Rijn zijn van de Gasfa
briek terugontvangen. (Volgn. 59).
Volgn. 120. Onderhoud der lantaarns en verdere
kosten der verlichting70625.89
De kosten van de openbare straatverlichting
over 1919 hebben blijkens de door de Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit ingediende
rekeningen 111125.89 bedragen, waarvan voor
de gasverlichting 94499.46* en voor electrische
verlichting 16626.42®. Het beschikbaar gestelde
bedrag van ƒ40500.dient derhalve met 70625.89
te worden verhoogd.
Volgn. 121. Toelage aan de gezondheidscom
missie 130.05
Door Gedeputeerde Staten dezer provincie is
met ingang van 1 Juli 1919 de toelage voor den
secretaris der gezondheidscommissie gebracht van
700.op 1050. - per jaar. De hieraan over
1919 vert)onden hoogere uitgave van 175.—
komt voor rekening van de gemeente. Door eenige
kleine overschotten op andere onderdeelen van
de rekening der gezondheidscommissie kan even
wel met eene verhooging van ƒ130.05 worden
volstaan.