224
MAANDAG 10 MEI 1920.
De Voorzitter. Aangezien dit voorstel ingekomen is na
den in het Reglement van Orde bepaalden tijd, kan het pas
in de volgende vergadering in behandeling komen.
7°. Verzoek van Th. P. J. v. Valderen, om het hem toege
kend eervol ontslag als lantaarnwerkman, der Sted. Licht
fabrieken ongedaan te maken.
Dit verzoek luidt als volgt:
Aan den Edelachtb. Heeren van den Raad
der gemeente Leiden.
Edelachtb. Heeren
Geeft met verschuldigde!) eerbied te kennen
Th. P. J. van Valderen wonende Oude Rijn 186 alhier;
dat adressant Uwen Raad mededeeling doet: dat hij door
den Directeur der Lichtfabrieken alhier is medegedeeld dat
hij als lantaarnwerkman eervol uit zijn betrekking is ontslagen.
Adressant den Directeur heeft bericht dat hij dit ontslag
niet accepteert, aangezien hij zich niet bewust is te hebben
gehandeld in strijd met de instruktie ten opzichte van zijn
werkzaamheden en arbeiden wil.
Verzoekt Uwen Raad eerbiedig: dit ontslag ongedaan te
willen maken, daar door het aan adressant gegeven ontslag
zijn huisgezin broodeloos is gemaakt.
Tevens verzoekt hij Uwen Raad beleefd, dit aan hem ge
geven ontslag nader te willen onderzoeken.
En ziet gaarne spoedig Uwe beschikking op dit request
te gemoet.
'tWelk doende enz. enz.
UEd. Achtb. Heeren
Ootmoedige Dienaar
Leiden 8 Mei 1920. Th. P. J. van Valderen.
De Voorzitter. Ten aanzien van dit verzoek geldt het
zelfde als wat betreft het voornoemd voorstel van den heer
Knuttel.
8°. Adhaesiebetuiging van het Hoofdbestuur van den Algem.
Apothekersassistentenbond aan het amendement om het salaris
van de assistenten in de gemeente-apotheek te bepalen op
ƒ2000—ƒ2400.—
Zal worden behandeld bij punt 8 der agenda.
9°. Verzoek van het Bestuur van de Openbare Leeszaal
en Bibliotheek «Reuvens" om de subsidie voor 1921 te ver-
hoogen tot 4200.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
Aan de orde is alsnu:
I. Benoeming van een Hoofd der School 3e klasse voor
jongens en meisjes aan de Heerenstraat.
(Zie Ing. St. No. 153.)
De Voorzitter. Mag ik den heeren Sijtsma, J. P. Mulder,
Bisschop en Mevr. Baart—Braggaar verzoeken het stembureau
uit te maken?
Benoemd wordt met algemeene (23) stemmen de heer C.
W. Huibregtsen.
II. Benoeming van een Hoofd der school 4e klasse, No. 1,
(met 1 Juli 1920 genaamd school der 3e klasse, No. 5).
(Zie Ing. St. No. 153).
Wordt benoemd met algemeene (26) stemmen de heer
J. Broeze.
(De heeren van Stralen, A. Mulder en van Hamel waren
inmiddels ter vergadering gekomen, terwijl de heer Wilmer
na punt 2 ter vergadering komt.)
De Voorzitter. Ik dank den stemopnemers voor den ver
leenden bijstand.
III. Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Exploitatie
Maatschappij van onroerende goederen om vergunning tot
demping van een gedeelte sloot, gelegen vóór het perceel
aan den Leidschen Straatweg, Sectie P No. 96.
(Zie Ing. St. No. 147.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
IV. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de
kosten van inrichting der 21 nieuwe stembureaux.
(Zie Ing. St. No. 145).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Groene veld. M. d. V. In een der vorige vergade
ringen hebben Burgemeester en Wethouders toegezegd, dat
zij het verzoek om scheiding te maken tusschen de door de
mannen en de vrouwen uit te brengen stemmen bij de vol
gende verkiezing, zouden overwegen en nu zou ik gaarne
vernemen tot welke resultaten die overweging heeft geleid.
De Voorzitter. Als gij dat bij de rondvraag wilt ter sprake
brengen, wil ik daarop gaarne een antwoord geven; wij zijn
thans aan een geheel ander punt bezig.
De heer Groene veld. Dit voorstel handelt ook over stem
bureaux.
De Voorzitter. Ja, dit voorstel handelt ook over stem
bureaux, maar het is toch geheel iets anders.
De beraadslaging wordt gesloten.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
V. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van de toekenning van een extra-subsidie aan de vereenigingen,
welke zich wijkverpleging ten doel stellen.
(Zie Ing. St. No. 146).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer J. P. Mulder. M. d. V. Ik zou een enkel woord
willen zeggen, vooreerst om Burgemeester en Wethouders
dank te zeggen, dat zij op dit verzoek van de desbetreffende
vereenigingen zijn ingegaan. Mij is gebleken, dat bij sommige
der adressanten een misverstand heeft bestaan. Verleden jaar
hebben zij gevraagd het subsidie te verhoogen en zoo mogelijk
te verdubbelen. Zij hebben toen 50 procent meer gekregen
uitbetaald in de tweede helft van het jaar en nu meenden
sommige vereenigingen, dat dit voor een half jaar was en
voor 1920 een verhooging van 100 procent zou worden toe
gekend. Ik zou willen vragen, of men daaraan tegemoet zou
kunnen komen en of bij het opmaken van de begrooting
met dien wensch kan worden rekening gehouden?
De Voorzitter. Ik weet niet, dat er een misverstand heeft
bestaan, maar, als dat zoo is, dan heeft dat plaats gehad aan de
zijde van adressanten. Laten zij alsnog een verzoek indienen, dan
kunnen Burgemeester en Wethouders daarover praeadvies
uitbrengen en zien of er termen bestaan bij de begrooting
een voorstel te doen. Op dit oogenblik kan er niets aan
gedaan worden. Als Burgemeester en Wethouders het geweten
hadden, zouden zij misschien een ander praeadvies hebben
uitgebracht. Wij kunnen echter nog altijd zien wat wij voor
1921 zullen doen.
De heer J. P. Mulder. M. d. V. Sommige vereenigingen
hebben reeds hun uitgaven op dat hoogere subsidie gebaseerd
en komen dientengevolge verkeerd uit.
De Voorzitter. Wij hebben het voorstel gedaan naar
aanleiding van het verzoek zooals het luidde; maar laten de
vereenigingen een nieuw verzoek indienen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Zonde'r hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
VI. Voorstel tot opnieuw vaststelling van het model van
het register, bedoeld in art. 1, sub 1° van de verordening,
houdende voorschriften betreffende het register, bedoeld in
art. 437 van het Wetboek van Strafrecht.
(Zie Ing. St. No. 151).
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
VII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van de uitvoering van rioleeringswerken, in verband met het
aanhangige bouwplan der Vereeniging «Tuinstadwijk" aan
de Heerenstraat.
(Zie Ing. St. No. 148).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer de Lange. M. d. V. Ik heb tegen dit voorstel geen
bezwaar. Alleen wensch ik op te merken dat ik, mijn stem