MAANDAG 3
MEI 1920.
191
Zitting ran Maandag 3 Mei 1920.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitterde Heer Burgemeester Jhr. Mr. N.C. DE GIJSELA AR.
Te behandelen onderwerpen:
1° Benoeming van een lid der Commissie van Financiën (vaca-
ture-Huges).
2° Benoeming van een lid der Commissie voor de Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit (vacature Huges).
3° Benoeming van een lid der Commissie voor het grondbedrijf
(vacature-Huges).
4® Praeadvies op het verzoek van A. Lucas om de vergrooting
van het houten gebouwtje in den tuin van perceel Witte
Rozenstraat No. 36 eveneens van hout te mogen maken.
(139)
5° Interpellatie van den heer Dubbeldeman in zake de toe
passing van het raadsbesluit betreiYende de over 1919 toe
gekende uitkeering in eens.
6° Voortzetting van de behandeling van het voorstel:
a. tot vaststelling van de verordening, houdende wijziging
van de verordening van 31 Januari 1918 (Gem.Blad No.
3), betreffende de wedden van ambtenaren in dienst
der gemeente Leiden
b. tot vaststelling van de jaarwedde van den onderwijzer
verbonden aan de gestichten Endegeest, Voorgeest en
Rhijngeest
c. inzake de jaarwedde van den Commissaris van Politie;
d. in zake de jaarwedden van den Gemeente-ontvanger
en den Gemeente-secretaris. (122)
7° Verordening, regelende de heffing van eene belasting onder
den naam van «Havengeld" in de gemeente Leiden.
(133 en 138)
8° Verordening, regelende de invordering van de belasting
onder den naam van «Havengeld" in de gemeente Leiden.
(133 en 138)
9° Verordening, regelende de heffing van eene belasting onder
den naam van «Bruggeldin de gemeente Leiden.
(133 en 138)
10° Verordening, regelende de invordering van de belasting
onder den naam van «Bruggeld" in de gemeente loeiden.
(133 én 138)
11° Verordening, houdende wijziging van de verordening van
26 September 1918 (Gem.Blad No. 37), op de heffing
eener belasting op de tooneelvertooningen en andere open
bare vermakelijkheden. (141)
12° Verordening, houdende wijziging van de verordening van
26 September 1918 (Gem.Blad No. 37), op de invordering
der belasting op de tooneelvertooningen en andere openbare
vermakelijkheden. (141)
13® Voorstel tot vaststelling van eene verordening, houdende
wijziging van de verordening van 24 April 1919 (Gem.Blad
No. 13), op de heffing eener plaatselijke directe belasting
naar het inkomen te Leiden en tot afwijzing van de
daaromtrent ingekomen voorstellen van de heeren de la
Rie c.s. en van den heer Knuttel, alsmede van de des
betreffende verzoeken. (116 en 138)
14® Verordening, houdende wijziging van de verordening van
19 December 1918 (Gem.Blad No. 47) voor de buiten
gewone school voor Lager Onderwijs te Leiden (herziening
jaarwedden). (125)
15° Voorstel tot vaststelling van de jaarwedde van den onder
wijzer of de onderwijzeres uitsluitend belast met het onder
wijs in het Fransch aan leerlingen der scholen 2e klasse.
(127)
16° Voorstel:
a. tot toekenning van eene gratificatie aan M. J. Krop,
hoofd der Herhalingsschool voor jongens en aan Mej.
I. M. Enuma, onderwijzeres in de huishoud-, wasch-
en kookkunst aan de Herhalingsschool voor meisjes;
b. tot vergoeding van hare reiskosten vanaf 1 October
1919 aan Mej. Enuma voornoemd. (128)
17° Voorstel om aan de tijdelijke onderwijzeressen C. E. van
Parreeren, M. Fruitman en B. A. van Velzen een gratifi
catie toe te kennen. (129).
18° Praeadvies op de voorstellen van Mevr. Dubbeldeman
Trago in zake de verstrekking van schoolkindervoeding
en schoolkinderkleeding. (134)
19° Praeadvies op het verzoek van het Leidsch Drankweer-
Comité, inzake het niet meer verleenen van vergunningen,
krachtens art. 4, 2e lid, 2° der Drankwet. (135)
20° Praeadvies op het voorstel van den heer Oostveen, om
adhaesie te betuigen aan het adres van den Raad van
Negen van den Nat. Bond van Plaatselijke Keuze, houdende
adhaesiebetuiging aan het door de heeren Rutgers e. a
ingediende Wetsvoorstel, beoogende invoering van Plaat
selijke Keuze. (136)
21° Praeadvies op het voorstel der Commissie, belast met het
onderzoek naar de billijkheid van het aan de brugwachters
Rietkerken en van Putten verleend ontslag. (121)
22° Vaststelling van het le suppletoir kohier der plaatselijke
directe- belasting, dienst 19191920. (140)
23° Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe
belasting, dienst 19191920. (123)
24° Voorstel tot aankoop van de perceelen Zonneveldstraat,
Nis. 14, 13, 11 en 10 en Langebrug No. 105 en tot be
schikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde
gelden. (143).
Tegenwoordig zijn 30 leden, namelijkde heeren Dubbeldeman,
de la Rie, Heemskerk, van der Zeeuw, Oostveen, mevr. Dubbel
demanTrago, de heeren Bisschop, Sijtsma, Kuivenhoven,
de Lange, mevr. BaartBraggaar, de heeren van Stralen,
Pera, Bots, van der Lip, van der Pot, A. Mulder, Eikerbout,
van Tol, Oostdam. Wilmer, Groeneveld, Knuttel, J. P. Mulder,
Splinter, Leman, van Gruting, van Hamel, Stijnman en
Huurman.
Afwezig: de heer van Weeren, wegens beroepsbezigheden.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 26 April 1920 worden goedgekeurd.
De Voorzitter. Dames en Heeren. Ter gelegenheid van
den verjaardag van H. K.H. Prinses Juliana is door mij, mede
namens het Dagelijksch Bestuur en den Gemeenteraad, een
telegram van gelukwensch verzonden aan H. M. de Koningin
en Z. K. H. Prins Hendrik; hierop is eene dankbetuiging
ingekomen.
De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen:
Mededeeling van W. A. J. Monhemius dat hij de benoeming
tot lid van het Bestuur der Vereeniging «de Ambachtsschool"
aanneemt.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adres aan het Bestuur der Ned. Verg. van Gestichts
artsen, in zake de voorgestelde salarisregeling voor de genees-
heeren op Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest.
Zal worden behandeld bij punt 6 der agenda.
2°. Adres van de afd. Leiden van den Bond van Ned.
Onderwijzers, in zake de salarisregeling van den onderwijzer
van het gesticht «Voorgeest", het personeel der Buitengewone
school en de Adjunct-Fröbelonderwijzeres.
Dit adres luidt als volgt:
Leiden, 24 April 1920.
Aan de Raad der Gemeente Leiden.
Dames en Heren
De Afdeling Leiden van de «Bond van Nederlandsche On
derwijzers" verzoekt U beleefd naar aanleiding van de bij U
ingekomen voorstellen van B. en W., in zake de bezoldiging
van het personeel in gemeentelike dienst, het volgende
1°. dat de onderwijzer, verbonden aan de Gestichten Ende
geest, Voorgeest en Rhijngeest vanaf 1 Januari 1919 op gelijke
wijze zal worden bezoldigd als het personeel der school voor
buitengewoon lager onderwijs te Leiden.
2°. het salaris der onderwijzers(essen) aan de school voor
buitengew. lag. onderwijs f 400 hoger te stellen, dan dat der
gehuwde onderwijzers aan de gewone lagere scholen.
3°. het salaris der adjunkt-fröbelonderwijzeressen te bepalen
op 1400 met 4 één jaarliksche verhogingen van f 100.
Voor de gronden, waarop dit verzoek steunt, verwijst adres
sante naar bijgaande memorie van toelichting.
Namens het Bestuur,
W. J. Eyndhoven, waarn. Voorz.
G. W. H. Monné, Sekretaris.
Zal worden behandeld bij de punten 6 en 14 der agenda.