64
echter niet kan medegaan, is de minderheid tegen elke ver
hooging.
Als Commissie geven wij U mitsdien in overweging den
Raad voor te stellen, te bepalen, dat, te beginnen met het
tijdstip der eerstvolgende meteropneming, de prijs van het
gas voor de gewone verbruikers te Leiden 47 cents per M3.
en voor de muntgasverbruikers te Leiden 18 cents per M3.
zal bedragen.
Behalve verhooging van den gasprijs meenen wij ook een
herziening van het tarief voor meterhuur der gewone gas
meters in overweging te moeten geven. De bestaande huur
toch moet in verband met de gewijzigde prijsverhoudingen
en de hooge kosten van onderhoud en bediening der meters
veel te laag worden geacht; de verhooging der vaste kosten,
die het gasbedrijf jaarlijks voor elke aansluiting heeft te
maken, onverschillig of er veel of weinig gas wordt verbruikt,
dwingt dan ook tot een herziening der meterhuur. 'De
billijkste wijze is, deze kosten naar de grootte van de aan
sluiting over de verbruikers te verdeelen. Een wijziging van
artikel 9 van de verordening betreffende de levering van gas
door de Stedelijke Fabrieken zal hiertoe noodig zijn.
In de ontwerp-wijzigingsveroraening, welke wij U hieronder
voorstellen aan den Raad ter vaststelling aan te bieden,
namen wij tevens nog enkele veranderingen van meer onder
geschikt belang op. In de eerste plaats ware in het eerste
lid van artikel 1 het woord «kosteloos" te schrappen. De
roekeloosheid, waarmede door aanvragers met de wegens het
drukken zeer kostbare aanvraagformulieren wordt omgespron
gen, heeft de vraag doen rijzen, of het in de toekomst, indien
de drukloonen nog verder stijgen, niet noodig zal zijn voor
het verstrekken van een formulier een kleine vergoeding te
berekenen. Dit wordt door schrapping van het woord «kosteloos"
desgewenscht mogelijk gemaakt.
Voorts zouden wij in artikel 10, lid 2, van genoemde ver
ordening het getal «5000" vervangen willen zien door «3000".
Thans kunnen Commissarissen bij een gegarandeerd gasverbruik
van meer' dan 5000 M3. per jaar in bijzondere gevallen, te
hunner beoordeeling, bijzondere overeenkomsten aangaan.
Om evenwel het gasverbruik te bevorderen en nieuwe toe
passingen, vooral in de klein-industrie, mogelijk te maken,
is het gewenscht, dat ook voor minder groote hoeveelheden
contracten kunnen worden afgesloten. Het ligt toch voor de
hand, dat een klein-industrieel, die het gas volgens nieuwe
methoden in zijn bedrijf wil toepassen, eerst een proef in het
klein wil nemen, en niet dadelijk zijn geheele bedrijf ver
andert. Door de boven voorgestelde wijziging wordt voor der
gelijke gevallen de weg geëffend.
Óok van artikel 12, lid 4, lijkt eene kleine wijziging ons
gewenscht. De vergoeding van 4.volgens dat arti
kel verschuldigd voor de onkosten van het afsnijden van
den gastoevoer wegens wanbetaling en van het herstellen
der aansluiting, behoort onzes inziens, evenals thans in art.
42 van de verordening betreffende de levering van electri-
citeit is bepaald, op f 3.— te worden gesteld. Zelfs door dit
bedrag worden de kosten meestal nog niet ten volle gedekt.'
Ook in art. 17, lid 3, zou dan het bedrag van ƒ4.door
3.moeten worden vervangen.
Niet alleen de bovenbesproken wijzigingen van gasprijs en
gasverordening, maar ook de tarieven der electriciteit en de
daarmee verband houdende herziening der electrieiteitsver-
ordening, hebben in onze Commissie een onderwerp van be
spreking uitgemaakt. Eenstemmigheid heerschte over de schrap
ping van het woord «kosteloos" in artikel 4, lid 4, ook van
deze verordening, om dezelfde redenen als hierboven ten aan
zien van de aansluiting aan het buizennet der gasfabriek
werden genoemd. Over de herziening van de tarieven liepen
de meeningen echter uiteen.
De Directeur stelde ons voor, te bevorderen, dat het tarief
A (enkeltarief), thans 30 cents per eenheid, wordt gebracht
op 35 cents per eenheid en het tarief B (dubbeltarief), voor
zooveel het normaaltarief betreft, d. i. voor het verbruik
gedurende de maand Januari, van 4 u. n.m. tot 9.30 u. n.m.,
enz. (zie art. 40 der Electriciteitsverordening) van 38 cents
per eenheid op 42 cents en voor wat het verlaagd tarief,
geldend voor verbruik op alle overige uren, aangaat, van 46
cents op 20 cents per eenheid. Met de voorgestelde wijziging
van tarief B kan onze Commissie zich wel vereenigen, daar
zij met den Directeur van oordeel is, dat een verhooging van
de daar bedoelde prijzen met 4 cents per K.W.U., wederom
wegens de duurdere productiekosten tengevolge van de prijs-
verhooging van steenkolen en de groote stijging der arbeids-
loonen, alleszins gemotiveerd en derhalve wenschelijk is. Een
onzer leden meent, dat om dezelfde redenen het tarief A met
5 cents per eenheid moet worden verhoogd, ook om een
goede verhouding tusschen de prijzen van gas en electrisch
licht te bewaren. Twee andere leden vinden een dergelijke
verhooging echter niet gemotiveerd, nu zij naar hun oordeel
met het oog op den financiëelen toestand der Electriciteits-
fabriek niet. noodig schijnt om het bedrijf zonder verlies te
laten werken. Het vierde lid neemt een tusschenstandpunt in
en meent, dat een prijsverhooging van 2 cents ter tegemoet
koming aan de hoogere productiekosten en ter compensatie
van de loonsherziening voldoende is, zoodat hij het enkeltarief
A op 32 cents per eenheid gebracht zou willen zien.
Waar dus ten aanzien van geen enkele wijziging een meer
derheid kon worden bereikt, moeten wij ons voor zooveel
tarief A betreft van een voorstel onthouden.
Op grond van een een ander geven wij U dus nog in over
weging den Raad voor te stellen, over te gaan tot vaststelling
van de navolgende verordeningen:
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit,
C. W. van der Pot Bz., Voorzitter.
E. Schotman, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
N°. 106. Leiden, 23 Maart 1920.
De Commissie, bedoeld in art. 31 der verordening van 24
April 1919 houdende wijziging van de verordening van.25
October 1917 (Gem.blad 34) op de heffing eener plaatselijke
directe belasting naar het inkomen, heeft de eer U hierbij
aan te bieden haar advies betreffende diverse bezwaarschriften
tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, belasting
jaar 1919/20 en Navordering, dienst 1918/1919.
De Commissie voornoemd,
Th. B. J. Wilmer, Voorzitter.
T. Groeneveld, j
J. Splinter, j Leden-
Aan den Gemeenteraad.