GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 57 ISeEKOIIEN STUKKEN. No, 93. Leiden, 18 Maart 1920. Onder verwijzing naar nevensgaand advies van Commis sarissen d^r Stedelijke I abrieken van Gas en Electriciteit, waarmede ons College zich volkomen kan vereenigen, stellen wij Uwe Vergadering voor afwijzend te beschikken op het mede hierachter afgedrukte verzoek van een aantal bewoners van huizen aan de Langegracht en omgeving, om eene tege moetkoming in de kosten, waarin die bewoners vervallen door de voor hen noodzakelijke verhuizing in verband met de voorgenomen verbouwing van de Gasfabriek. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetb. van Leiden. Leiden, 15 Maart 1920. Onder terugzending van het in onze handen gestelde, aan den Gemeenteraad gerichte, adres van een aantal bewoners van huizen, welke door de voorgenomen verbouwing van de gasfabriek zullen moeten worden ontruimd, waarbij gevraagd wordt om een tegemoetkoming in de kosten, waarin die be woners door de voor hen noodzakelijke verhuizing vervallen, hebben wij de eer U het volgende te berichten. Het geven van een vergoeding van bijv. f 50.— door de gemeente aan alle bewoners, die hun huizen door de genoemde verbouwing zullen moeten verlaten, zooals in het adres wordt gevraagd, komt ons allerminst gerechtvaardigd voor. De nadeelige gevolgen, welke de woningnood voor deze menschen had kunnen medebrengen, zijn grootendeels weg genomen doordat de gemeente er tegen niet onbelangrijke opofferingen voor zorg draagt, dat nieuwe woningen voor hen beschikbaar zijn. Het gaat te ver nu ook nog te ver langen, dat de gemeente tegemoet komt in de kosten, welke ook in tijden zonder woningnood het gevolg zijn van een ge dwongen verhuizing, hetzij deze door de gemeente als eigenares of door een gewonen huiseigenaar wordt uitgelokt. Zoodoende zou naar ons oordeel een niet gemotiveerde bevoorrechting juist voor deze categorie van huurders worden geschapen. Ook zouden wij de consequentie's van zulk een besluit vreezen. Indien toch personen, die vroeger wegens gelijksoortige om standigheden, als zich thans voordoen, tot het betrekken van een andere woning genoodzaakt waren, zich alsnog voor het verkrijgen van de hier besproken vergoeding zouden aan melden, zou die hun in billijkheid bezwaarlijk geweigerd kunnen worden, terwijl ook later de Raad zijn in dezen een maal ingenomen standpunt moeilijk weer zou kunnen ver laten, zoodat dus ook aan hen, die bijvoorbeeld door de ont eigening voor den aanleg van de nieuwe trambaan naar den Haag tot verhuizing zouden worden gedwongen, ook al stonden voor' deze lieden andere woningen beschikbaar, een tegemoet koming in de verhuiskosten niet zou kunnen worden ont houden. Op deze gronden geven wij U dan ook in overweging den Raad voor te stellen, afwijzend op het verzoek te beschikken. Wanneer de Raad zich met dit voorstel vereenigt, stellen wij ons voor om in bijzondere gevallen aan die bewoners, die werkelijk in de onmogelijkheid blijken te verkeeren, om uit de verhuizing noodzakelijk voortvloeiende uitgaven, als voor de aanschaffing van ledikanten, waar tot dusver bedste den in gebruik waren, zelf te dragen, een tegemoetkoming te geven in die kosten, tot een gezamenlijk bedrag van ten hoogste f 500.—. Eenige vergemakkelijking toch van den overgang van de thans bewoonde naar de nieuwe woningen, die in afmeting en inrichting vrij veel van elkaar verschillen, kan naar onze meening in bepaalde gevallen noodig zijn. Elk geval zal echter afzonderlijk door onze Commissie worden beoordeeld, waardoor kan worden voorkomen, dat een uitkee- ring wordt gedaan aan menschen, die haar niet noodig heb ben en wordt onthouden aan hen, die haar onmogelijk kunnen missen, terwijl bovendien door deze regeling de bezwaarlijke consequentie's, verbonden aan een besluit van den Gemeente raad tot toekenning van een vergoeding, als door adressanten wordt gevraagd, worden vermeden. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, C. W van der Pot Bzn., Voorzitter E. Schotman, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergete kenden, allen bewoners van huizen, welke voor de verbouwing van de Sted. Gasfabriek moeten worden ontruimd; »dat zij allen binnen enkele weken hunne woning moeten hebben ontruimt; »dat zij door de woningschaarschte gedwongen zijn in- woningen te trekken, die zij anders niet zouden hebben uit gezocht »dat zij, doordat zij in grootere woningen, met meerdere kamers aan de buitenlucht, en het niet in de nieuwe woningen aanwezig zijn van bedsteden, genoodzaakt zijn verschillende nieuwe meubelen en dergelijken aan te schaffen, als gordijnen, ledikanten enz.; »dat zij deze kosten onmogelijk van hun tegenwoordig inkomen kunnen betalen, hoezeer zij ook gaarne een offer brengen voor het verkrijgen van een betere woning; Redenen waarom zij Uw College dringend verzoeken hen een tegemoetkoming te willen verleenen in de kosten, hen door de verbouwing der gasfabriek opgelegd, van b.v. 50. per gezin. 't Welk doende enz. Langegracht N°. 162 C. J. v. Bemmelen. (Volgen de namen van nog 67 adressanten). Leiden, Februari 1920. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 1