38
MAANDAG 20
JANUARI 1920.
De heer van der Pot. M. d. V. Onder dankbetuiging voor
den van den kant van de heeren van Stralen en Mulder
ondervonden steun, wil ik toch nog een enkele opmerking
maken tegenover het betoog van den heer Eikerbout. Deze
heeft doen uitkomen, dat ik aanvankelijk niet zoo warm was
gestemd voor dezen aankoop. Dat is juist, maar bij de be
sprekingen in de Commissie zijn mijn bezwaren voor een
groot deel weggenomen, terwijl zelfs een bij mij sterk op
den voorgrond Iredend bezwaar geheel uit den weg is ge
ruimd. Dit bezwaar was namelijk, dat de heer van Ammers,
zooals hij het voorstel in de Commissie bracht, wenschte,
dat wij tot den aankoop zouden overgaan in de hoop, dat
de Raad dien wel zou sanctioneeren, derhalve met dien ver
stande, dat wij zeiven het risico zouden dragen, als de Raad
er eens onverhoopt niet aan wilde.
Wij hebben inderdaad onlangs in een dergelijk geval dit
zelfde gedaan. Wij hebben niet lang geleden voor hetzelfde
doel 2 woningen gekocht en toen is, omdat wij op dat oogen-
blik meenden dat het niet al te gewaagd was, een persoonlijk
risico voor dien aankoop gedragen, ook door mij. Daartegen
had ik in dit geval echter overwegend bezwaar, juist op den
grond dien de heer Eikerbout aangaf, namelijk dat de huur
hier niet de rente van de koopsom zal dekken.
Dat was mijn hoofdbezwaar, maar dat bezwaar is vanzelf
vervallen, toen bleek dat de eigenaar bereid was het perceel
te verkoopen onder voorbehoud van de nadere goedkeuring
van den Raad. Toen had ik geen bezwaar meer tegen den
aankoop; integendeel, ik achtte aankoop toen gewenscht.
Nu zijn er twee motieven, waarom wij den bedongen koop
prijs niet al te hoog moeten achten. Op één factor heeft de
heer van Stralen reeds gewezen, toen hij zeide dat er een
groot stuk bouwgrond bij is, waarop nog een nieuwe woning
gesticht zal kunnen worden. Maar een tweede voordeel is,
dat wij het huis koopen van den eigenaar, die het huis
verlaat. Wij koopen anders huizen met huurders erin en dan
moeten wij afwachten of en wanneer die weggaan en veelal
kosten maken om dit weggaan te bevorderen. Wij koopen hier
evenwel een huis, dat door den eigenaar zelf verlaten wordt.
Dit is een factor, welke op dit oogenblik de koopwaarde van
het huis aanmerkelijk verhoogt.
Daarom dring ik er nogmaals op aan om het voorstel niet
te verwerpen. Het is zeer in het belang van de Lichtfabrieken
om het aan te nemen.
De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stem
ming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
XII. Voorstel tot toetreding als lid der Vereeniging tot ver
betering van den Ouden Rijn.
(Zie Ing. St. No. 22).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIII. Praeadvies op het verzoek van de Vereeniging tot
verzorging van kleine kinderen (Kinderbewaarplaats) te Leiden
om de haar toegekende subsidie voor 1920 te verhoogen.
(Zie Ing. St. No. 23).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XIV. Idem als voren van het Tehuis voor schoolgaande
kinderen te Leiden.
(Zie Ing. St. No. 23).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XV. Praeadvies op het verzoek van de afdeeling Leiden
van het Centraal Genootschap voor kinderherstellings- en
vacantiekolonies om toekenning van een subsidie voor elk
uitgezonden en te Leiden woonachtig kind.
(Zie Ing. St. No. 24.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XVI. Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Geiten-
fokvereeniging om toekenning van een subsidie uit de ge
meentekas.
(Zie Ing. St. No. 25).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XVII. Praeadvies op het verzoek van de Commissie voor de
Volksbijeenkomsten om verhooging van de haar toegekende
jaarlijksche toelage.
(Zie Ing. St. No. 26.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XVIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten be
hoeve van de oprichting van een wachtlokaal op de Stads-
timmerwerf, ten dienste van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs.
(Zie Ing. St. No.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIX. Voorstel tot het verstrekken aan de Electriciteitsfa-
briek van een kapitaal van 200.000.— voor de uitbreiding
van hel ketelhuis dier fabriek en tot vaststelling van den
desbetreffenden begrootingsstaat.
(Zie Ing. St. No. 11.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XX. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van den 27sten Juli 1916 (Gemeenteblad No. 15), regelende
de heffing van weegloonen en plaatsgelden aan de Gemeente-
waag en van weegloonen aan de Vette-varkensmarkt te Leiden.
(Zie Ing. St. No. 12).
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
De artikelen 1, II en III worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna
de geheele verordening eveneens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
XXI. Praeadvies op het verzoek van de afdeeling Leiden
van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers om de verga
deringen van de Plaatselijke Schoolcommissie in het openbaar
te doen houden.
(Zie Ing. St. No. 6.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Groeneveld. M. d. V. Ik zou dit verzoek van de
onderwijzers willen toestaan, omdat er mijns inziens geen
enkele reden is om daarmede te wachten totdat de nieuwe
Onderwijswet er is. Het is de vraag of die er wel ooit zal
komen; een wetsontwerp wordt niet altijd wet en in elk
geval kan het nog heel lang duren, voordat het zoover is.
Maar zelfs al komt die nieuwe Onderwijswet tot stand, dan
wordt daarin niets beslist omtrent de openbaarheid van de
Schoolcommissie-vergaderingen. Die zaak wordt toch aan de
Gemeentebesturen overgelaten, zoodat er geen enkele reden is
een beslissing op dit verzoek uit te stellen. Het lijkt mij toe,
dat de openbaarheid van de vergaderingen der Schoolcommissie
in het belang van het onderwijs is, omdat de ingezetenen
meer belang in het onderwijs zullen gaan stellen, wanneer
zij af en toe iets hooren omtrent hetgeen in de School
commissie gebeurt. Ik geef daarom in overweging om dit
praeadvies niet aan te nemen en op het verzoek van de onder
wijzers in te gaan.
De heer Knuttel. M. d. V. Ook ik wensch te zeggen, dat
de logica van dit praeadvies niet tot mij doordringt, zoodat
ik ten sterkste voor de openbaarheid wil pleiten. Ik wensch
in verband met het feit, dat Burgemeester en Wethouders
naar het aanhangige ontwerp-Onderwijswet verwijzen, hieraan
het volgende toe te voegen. Het is eigenaardig, dat, als er
kwestie is van het bréngen van verandering in regelingen
betreffende het onderwijs, steeds naar die aanhangige wet ver
wezen wordt, terwijl Burgemeester en Wethouders een oogen
blik later met een voorstel komen om reeds, voordat die wet
in werking is getreden, verandering te brengen in de indeeling
der scholen. Dus Burgemeester en Wethouders zijn volstrekt
niet tegen elke verandering, in afwachting van de totstand
koming van de nieuwe Onderwijswet geporteerd. Ik begrijp
niet, dat dat argument veel kracht heeft en ik vind de
wenschelijkheid van de openbaarheid van dergelijke ver
gaderingen zoo voor de hand liggend, omdat daardoor de
belangstelling in dergelijke instellingen zal worden bevorderd,
dat ik dit verzoek wensch te steunen.
De heer Sijtsma. M. d. V. Na hetgeen de vorige sprekers
in het midden hebben gebracht, heb ik niet veel meer te
zeggen, maar omdat ik bij elke gelegenheid voor openbaar-