GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 45 IKGËR09IËS STUKKEN. N°. 27. Leiden, 26 Januari 1920. De Commissie van Financiën heeft de eer mede te deelen, dat zij geene bedenking heeft tegen de voordrachten van Burgemeester en Wethouders: a. tot wijziging van de verordening van 27 Juli "1916 (Gem.BI. No. 15) regelende de heffing van weegloonen en plaatsgelden aan de Gemeentewaag en van weegloonen aan de Vette-varkensmarkt (Ing. St. No. '12); b. tot aankoop van het perceel Sectie K No. 1420, benoorden den Lagen Rijndijk (Ingek. St. No. 10); c. tot aankoop van het perceel Haarlemmerweg No. 16 ten behoeve van de Stedelijke fabrieken van Gas en Electriciteit (Ingek. St. No. 21), noch tegen de ter zake van de boven genoemde voordracht voorgestelde begrootingsregeling. Indien verder de Raad besluit, overeenkomstig de voor dracht van Burgemeester en Wethouders: d. tot uitkeering aan de Stedelijke fabrieken van Gas en Electriciteit van een bedrag van 200000.voor de uitbrei ding van het ketelhuis der Electriciteitsfabriek. (Ingek. St. No. 11. e. tot oprichting, van een gebouw voor de Arbeidsbeurs (Ingek. St. No. 7) en f. tot, het oprichten van een wachtlokaal op de Stadswerf (Ingek. St. No. 8), dan heeft de Commissie ook tegen de daartoe betrekkelijke begrootingsregelingen geene bedenking. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 28. Leiden, 26 Januari 1920. Overeenkomstig onze toezegging leggen wij hierbij aan U over een ontwerp voor een volksbadhuis. Het badhuis is ge dacht op het terrein van het tegenwoordige gymnastiekge- bouw tegenover de school 3e klasse no. 2 aan de van der Werfstraat en is zoodanig ontworpen, dat het tevens dienst kan doen als schoolbad. Zooals in het rapport van den Directeur van Gemeente werken en op de mede ter visie liggende teekening is aan gegeven, bevat het badhuis een mannenafdeeling met 12 cellen voor stort- of douchebaden, een vrouwenafdeeling met 9 cellen voor 7 stort- en 2 kuipbaden en een kinderafdeeling, waarin 28 kinderen gelijktijdig een open stortbad kunnen nemen. Voor mannen en vrouwen zijn er afzonderlijke in- en uitgangen; de kinderen moeten gebruik maken van den in- en uitgang der vrouwen; overigens is hunne afdeeling streng gescheiden van het eigenlijke volksbad. De bovenverdieping van het badhuis bevat de woning voor den badmeester, tevens stoker der centrale verwarming, en van de bad vrouw; de verwarmingskelder bevindt zich aan de voorzijde van het gebouw en bevat tevens de ketels voor de centrale verwarming der aan de overzijde der straat te bouwen nieuwe school; door eene ondergrondsche buisleiding wordt het warme water (eventueel stoom) naar het school gebouw geleid. Verdere bijzonderheden over de inrichting van het badhuis en over de inrichting en het gebruik van het daaraan ver bonden schoolbad kan men in het rapport van den Directeur lezen; de inrichting van het schoolbad is in hoofdzaak ont leend aan die van het in 1914 gebouwde schoolkinderbad in de Nieuwe Havendwarsstraat te 's Gravenhage. De wijze van gebruik, waaronder begrepen de vaststelling van den tijd der schoolbaden, n.l. tijdens of na den school tijd, en het vaststellen der tarieven kan nader worden ge regeld. Het is intusschen de bedoeling zoowel de leerlingen van de openbare als bijzondere scholen van de schoolbaden te doen profiteeren en wel kosteloos, voorzooveel betreft de schoolgaande kinderen van on- en minvermogenden. De bouwkosten van het volksbadhuis met schoolbad vol gens het overgelegde plan, waarmede ook de Gezondheidscom missie hare instemming heeft betuigd, worden door den Di recteur van Gemeentewerken globaal geraamd op 125.600, inclusief de uitgaven voor verwarming en verlichting, doch exclusief die voor den inventaris, als bad- en handdoeken, meubilair, gereedschappen en dergelijke. Aangezien echter de verwarmingskelder van het badhuis ook de ketels voor de verwarming der aan de overzijde der straat te bouwen nieuwe school zal bevatten, wordt op dien bouw later een bedrag van ƒ16000.— uitgespaard, zoodat de bouwkosten van het badhuis dus feitelijk op 109000. moeten worden geschat. In normale tijden zou men volgens den Directeur vermoedelijk met een bedrag van 46000.1 hebben kunnen volstaan. Omtrent de exploitatiekosten van het badhuis kan thans weinig positiefs worden medegedeeld. Teneinde U evenwel althans eenige gegevens te verstrekken, heeft de Directeur op ons verzoek een exploitatierekening opgemaakt, gebaseerd op de uitkomsten, gedurende het jaar 1918, van de door de vereeniging »V'olksbad" te 's Gravenhage beheerde gemeen telijke volksbadinrichting in de Hemsterhuisstraat, een inrich ting, welke veel overeenkomst vertoont met het ontworpen badhuis in de van der Werfstraat. Groote waarde kan echter, wij wijzen hier met nadruk op, aan de opgegeven cijfers en het jaarlijksche tekort van 19006.niet worden gehecht. Uit een en ander blijkt echter wel, dat de oprichting van het volksbadhuis en het daaraan verbonden schoolbad groote uitgaven van de gemeente, zal vergen, uitgaven, welke wij met het oog op het groote hygiënisch belang, dat door de oprichting kan worden gediend, alleszins gewettigd achten. Verder dan het stichten van één volksbadhuis met school bad zouden wij evenwel voorloopig van gemeentewege niet willen gaan. Eerst in de praktijk moet toch blijken, in hoe verre het badhuis inderdaad aan een behoefte voldoet. Boven dien zijn ook van de zijde van eenige woningbouwvereni gingen plannen' ingediend tot het oprichten van badhuizen met voorschotten van Rijk en gemeente en met eene bijdrage in het jaarlijksch tekort. Op deze wijze kan dus ook de gelegenheid tot baden worden vermeerderd. Een desbetreffend plan van de vereeniging »de Eendracht" is zelfs al in staat van wijzen, zoodat U ons praeadvies daaromtrent gelijk met het onderhavige voorstel bereikt. Onder opmerking, dat het bovenstaande tevens is te be schouwen als ons praeadvies op het indertijd door den heer Knuttel ingediend voorstel om »ons College op te dragen plannen te doen ontwerpen voor openbare badinrichtingen op 5 a 6 punten der stad in de nabijheid der volkrijkste arbeidersbuurten", geven wij U mitsdien thans in overweging door vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat een bedrag van 125000.— beschikbaar te stellen voor den bouw van een gemeentelijk volksbadhuis met schoolbad in de van der Werfstraat overeenkomstig het ter visie liggend plan. Een voorstel omtrent de wijze van exploitatie der inrich ting zal U dan, gelijk gezegd, te zijner tijd bereiken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 29. Leiden, 26 Januari 1920. In nevensgaand adres verzoekt de woningbouw vereeniging »de Eendracht", alhier, haar een strook gronds, gelegen naast de openbare school aan de Medusastraat te verkoopen, teneinde op dien grond met voorschot overeenkomstig de bepalingen der Woningwet een volksbadhuis te stichten. Het jaarlijksch tekort op de exploitatierekening zou de gemeente dan ver der te haren laste dienen te nemen. Aanvankelijk was het de bedoeling het badhuisplan vastte knoopen aan het laatste bouwplan der vereeniging (plan 111), omvattende den bouw van 65 woningen en 1 pakhuis opeen terrein benoorden den Lagen Rijndijk, doch teneinde het bouwen der 65 woningen niet te vertragen, meenden wij goed te doen het woningplan niet te laten wachten op het nog niet in staat van wijzen zijnde badhuisplan, maar reeds eer der bij U aanhangig te moeten maken (raadsbesluit van 20 November 1919, Ingek. Stukken no. 344). Zooals wij reeds in ons voorstel in zake de oprichting van een gemeentelijk volksbadhuis met schoolbad aan de van der Werfstraat opmerkten, zijn wij van oordeel, dat de stichting van dergelijke badhuizen met het oog op het groote hygiënisch belang, dat daaraan verbonden is, zeer zeker een offer van de gemeente waard is. Ook de wijze, waarop adressante tot die oprichting wil geraken, lijkt ons een gelukkige. Indien toch het benoodigde kapitaal van het Rijk als voorschot te verkrijgen is, behoeft de gemeente alleen het jaarlijksch tekort bij te passen, althans voorzoover het niet mogelijk blijkt daarin ook het Rijk voor een gedeelte te doen bijdra gen. Ook met de exploitatie heeft de gemeente geenerlei be moeienis. Met het houden van toezicht kan zij volstaan. De plaats, alwaar de vereeniging het badhuis, dat uit twee afdeelingen, één voor mannen en één voor vrouwen, elk met 12 badcellen, bestaat, wil bouwen, lijkt ons met de Gezond heidscommissie bijzonder gelukkig gekozen. Het terrein toch is gelegen in een zich ontwikkelende arbeiderswijk, alwaar, ook bij tot standkoming'van een volksbadhuis in de van der Werfstraat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 25