13 Bij Raadsbesluit van 3 Juli 1919 (Ingek. Stukken No. 172) werd deze subsidie op de begrooting voor 1919 uitgetrokken. Thans verzoekt de afdeeling in haar hierachter afgedrukt adres, om haar voor het jaar 1920 een bedrag van 50 cent per dag en per kind toe te kennen voor elk door de afdeeling naar een koloniehuis uitgezonden en daar verpleegd kind, wonende in deze gemeente. Een dertigtal kinderen zou dan b.v. kunnen worden uitgezonden. Het komt ons College voor, dat er voor de gemeente alle aanleiding is de afdeeling ook dit jaar voor haar nuttig werk e^nigen steun te verieenen en wel in den door haar gevraag der) vorm. Wij geven U mitsdien in overweging aan de afdeeling Leiden van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies voor het jaar 1920 een subsidie in uit zicht te stellen ten bedrage van f 0.50 per dag en per kind, doch tot een maximum van f 450.voor elk door haar naar een koloniehuis uitgezonden en daar verpleegd kind, wonende in de gemeente Leiden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad dor Gemeente Leiden, Geelt eerbiedig te kennen Het Bestuur der Afdeeling Leiden van het Centraal Ge nootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies, ge vestigd te Amsterdam, goedgekeurd bij K.B. van 23 Juli 1902, No. 41, ten dezen vertegenwoordigd door Mr. A. van der Eist, Voorzitter, A. Tuk, Penningmeester en M. van Wamelen, Secretaris dat onze Afdeeling telken jare tot hare groote voldoening een groot aantal zwakke of herstel van gezondheid behoevende, in onze Gemeente wonende kinderen van on- en minver mogende ouders kan uitzenden naar een ot tneer kolonie huizen van dit Genootschap, welk aantal, voorheen greoter, de laatste jaren door minder inkomsten en meer uil given per kind een 20-tal bedroeg (ongerekend het getal dit ve r jaar uitgezonden door het subsidie van 1000 gld voor eens, van Gemeentewege genoten); dat de zegenrijke gevolgen voor den gezondheidstoestand van deze kinderen tengevolge van een verblijf aan zee of in een boschstreek onder deskundige en liefderijke leiding en zorgvuldige lichamelijke en geneeskundige verpleging alge meen erkend worden en de aanvragen om plaatsing steeds zeer groot zijn; dat evenwel de geldmiddelen der Afdeeling lang niet toe reikend zijn, om aan alle aanvragen tot uitzending te voldoen, zoodat elk jaar kinderen, ons door ouders, huisartsen en onderwijzers daartoe aanbevolen, moeten worden teleur gesteld; dat het belang, gelegen in het herstel van gezondheid van kinderen uit bedoelde gezinnen ook voor onze Gemeente vordert, dat het sympathiek en nuttig werk onzer Vereeniging niet op ééne hoogte blijft of inkrimpt, doch zich geregeld uit breidt; dat echter versterking der geldmiddelen onzer Afdeeling daartoe een eerste vereischte is, aangezien de jaarlij ksche bijdragen en giften aan onze kas steeds wisselvallig zijn en uitbreiding onzer taak onmogelijk maken; weshalve het Bestuur zich tot Uw College wendt met het eerbiedig verzoek voor het jaar 1920 een bedrag van vijftig cents per dag en per kind toe te kennen voor elk door de Afdeeling naar een koloniehuis uitgezonden en daar verpleegd kind, wonende in deze Gemeente. Waar het aantal kinderen met dien steun mogelijk (ten hoogste) een 30-tal zal kunnen bedragen, zou deze bijdrage, bij uitzending voor eene maand, de Gemeente op ongeveer 30 X 30 X f°-5ü f'450 komen te staan. 'tWelk doende enz. A. van dek Elst, Voorzitter. M. van Wamelen, Secretaris. N°. 25. Leiden, 20 Januari 1920. In nevensgaand adres verzoekt de Leidsche Geitenfokver eeniging haar eene subsidie van gemeentewege toe te kennen. Ofschoon wij gaarne het nut der vereeniging erkennen, kunnen wij toch geen vrijheid vinden U te adviseeren eene gunstige beschikking op haar verzoek te nemen, aangezien hier o. i. het belang der leden, geenszins een algemeen belang op den voorgrond staat. Ging de gemeente ook in dergelijke gevallen subsidie verieenen, dan zou zij zich o. i. op een ver keerden weg begeven, waarvan wel het begin, maar niet het eindé te zien is. Wij geven U mitsdien in overweging het verzoek van adressante niet in te willigen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden Geven met den meesten verschuldigden eerbied te kennen J. M. v. d. Moolen, 1ste Secretaris wonende te Leiden Heerenstraat 50 en D. Velberg voorzitter en wonende Juliana- straat 69, beide bestuursleden der Leidsche Geiten fok ver eeniging. Goed gekeurd bij Koninklijk Besluit van il Maart 1919 No. 59. Wenden zich eerbiedig tot den Raad met het navolgende verzoek. Ongeveer twee jaar bestaat deze vereeniging te Leiden, die ten doel heeft, arbeiders aan goede en goedkoope melk te helpen deze melk verdient aanbeveling voor zieken en zwakken, dit is bewezen uit het onderzoek der I^eidsche Gemeentelijke keuringdienst deze melk is t. b. c. vrij, behoeft niet gekookt te worden. Een geit kan bij goede voeding 2 a 3 liter per dag geven, de geit kan zeer goedkoop gehouden worden, het voer bestaat dan uit schillen, koolrapen, wortelen, hooi, stroo enz. de Leidsche Geiten fok vereeniging helpt haar leden daarin door het voeder zoo goedkoop mogelijk te koopen. denWelE Zeergel Heer Dr Gruting veearts te Leiden staat hun leden bij met raad en daad en help de leden gratis ingeval van ziek tens, een courant wordt de leden gratis verstrekt. Het fok matriaal is van beste kwaliteit, en dit kost veel geld, de Contributie is zeer laag gesteld, en daar de vereeniging uit den aard der zaak arbeiders zijn, kunnen wij de Contributie niet te verhoogen. Daar er verschillende Gemeente Leiden voorgingen met het geven van subsidie, zoo was ouze nederig verzoek aan den Raad, om ook in zoo'n gunst te moge vallen voor Subsidie, daar de vereeniging toch een algemeen belang is. Het zou te betreuren zijn, als deze vereeniging door gebrek aan financieelen steun haar nuttig werk zoude moeten staken. Verwachtende als dat den Raad goed gunstig over dit verzoek moogt beschikken 't Welk doende enz. D. Velberg, Voorzitter. J. M. v. d. Moolen, Sec. L.G.V. fleerenstraat 56. N°. 26. Leiden, 20 Januari 1920. Ook op nevensgaand verzoek van de Commissie voor de Volksbijeenkomsten, om verhooging van hare jaarlijksche toelage van 250 tot 500, kunnen wij geen vrijheid vinden U voor te stellen gunstig te beschikken, zij het ook om een geheel andere reden, dan die welke het vorige adres gold. Uit de door de Commissie overgelegde rekeningen over de vereenigingsjaren 1917/1918 en 1918/1919 is ons nl. gebleken, dat de rekeningen tot nog toe steeds met een voordeelig saldo eindigen. Wei is waar is dit saldo geleidelijk een weinig gedaald, doch wij zien niet in, waarom een dergelijke geringe daling voor de gemeente aanleiding moet zijn, om nu dadelijk hare toelage te verhoogen. Beter lijkt het ons, indien de commissie eerst tracht door beperking harer uitgaven of vermeerdering harer inkomsten de kleine daling van het saldo tot staan te brengen. Wij geven U mitsdien in overweging thans niet tot ver hooging van de aan de Commissie voor de Volksbijeenkom sten toegekende jaarlijksche tegemoetkoming ad 250 in de kosten van zaalhuur en van vuur en licht te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 13 Augustus 1919. Aan den Raad der Gemeente Leiden. De Commissie voor de Volksbijeenkomsten geeft met ver schuldigden eerbied te kennen, dat zij in den komenden winter, evenals voorheen, wederom een achttal bijeenkomsten wil doen houden, dat evenwel de kosten voor de exploitatie der bijeenkomsten belangrijk zijn gestegen, waardoor zij reeds genoodzaakt wordt de toegangsprijs te verhoogen. Erkentelijk voor de geldelijke steun, welke de gemeente Leiden steeds aan de commissie verleent, veroorlooft zij zich tot uwe raad te wenden met het verzoek de subsidie, welke tot op heden twee honderd vijftig gulden bedraagt, voor het komend jaar te willen verhoogen tot een bedrag van vijf honderd gulden, waardoor het mogelijk zal zijn de volksbij eenkomsten te doen blijven beantwoorden aan haar doel, om vele minvermogende inwoners uwer gemeente een achttal avonden eene ontspanning te bezorgen, die tot op heden door hen zoo zeer op prijs werd gesteld. 't Welk doende Namens de commissie De w/n. voorz.J. P. L. Hulst. De secrH. Harmsen, Kapt. Arffe.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 13