10 69 patroons bleken reeds eigener beweging hun zaak des Zondags gesloten te houden, waarvan 64 den geheelen dag (vraag 4). Vrees, dat door eventueele verplichte Zondagssluitihg vele kappers en barbiers hunne klanten des Zondags aan huis zullen gaan bedienen, (vraag 5), werd door 64 van de inzenders niet gekoesterd; slechts 2 patroons hadden die vreés wel, terwijl uit de overige 4 antwoorden de meening der inzenders niet viel op te maken. De minderheid van ons College kan ook in dezen uitslag der enquête geen vrijheid vinden U te adviseeren het verzoek van adressante in te willigen. In het algemeen staat zij, zooals reeds gebleken is uit ons praeadvies op het voorstel van den heer Heemskerk inzake de achtuursluiting, op het standpunt, dat de vrijheid der ingezetenen zoo weinig mogelijk moet worden beperkt en dat zoo weinig mogelijk bij strafverordening geregeld moet worden. In casu acht zij te minder reden, om bij verordening te verbieden, dat de kappers- en barbierssalons op Zondag geopend zijn, nu blijkens de gehouden enquête van de 70 kappers- en barbierpatroons, die de vragenlijst inzonden, niet minder dan 69 hun zaken reeds des Zondags eigener beweging gesloten houden en wel bijna alle den geheelen dag. De zaak is dus al bij onderling overleg geregeld en het vaststellen van eene verordening is dus uit dien hoofde totaal overbodig. Bovendien kan de minderheid niet inzien, waarom, indien men eene dergelijke regeling wil maken, dit uitsluitend ten opzichte van de kappers- en barbierssalons zou moeten geschieden. De meerderheid is van een tegenovergesteld gevoelen. Het komt haar zeer rationeel voor, dat in eene verordening wordt vastgelegd, hetgeen reeds in zeden en gewoonten is vast geroest. Nu derhalve bijna alle kappers- en barbierspatroons vrijwillig des Zondags sluiten en zij er op aandringen, opdat het bij onderling overleg overeengekomene niet door een paar spelbrekers weder wordt te niet gedaan, de zaak bij verordening te regelen, is er h. i. alles voor te zeggen aan dat verlangen te voldoen en evenals in verschillende andere gemeenten de sluiting der kappers- en barbierssalons op Zondag bij verordening te regelen. Dat op die wijze alleen ten opzichte van kappers- en barbierssalons eene dergelijke sluiting zal worden gelast, kan de minderheid niet zoo vreemd vinden. Door andere patroons is nu eenmaal geen verzoek gedaan. Doen ook deze een zelfde verzoek en steunt dit op even goede gronden, als het thans aanhangige adres, dan zou ook aan hun wensch gevolg gegeven kunnen worden. Als Collqge geven wij U dus ook hier in overweging de Commissie voor de Strafverordeningen uit te noodigen bij Uwe Vergadering een verordening in te dienen betreffende de sluiting van kappers- en barbierssalalons op Zondag, in den dootf adressanten bedoelden geest. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Vragenlijst in zake Zondagssluiting van Kappers- en Barbierssalons. LEIDEN, den Juni 1919. Duidelijke onderleekéninr/ met woonplaats). Leiden, 12 Mei 1919. Edelachtbare Heeren Geven met verschuldigde eerbied te kennen, Wilhelmus,1 Frederik, Tegelaar, en Jacobus'van Hugten van beroep kappers, wonende Apothekersdijk 2, en Lage Rijndijk 39 te Leiden. Respectievelijk le Voorzitter, en le Secretaris der Kappers en Barbierspatroons Vereeniging Hulp en Vriendschap" te Leiden. Dat door genoemd Bestuur, altijd met ernst er is op aan gedrongen, bij sommige kappers en barbiers hun salon voor scheren en haarknippen des Zondags gesloten te houden, doch tot nu toe die hoog noodige maatregel geen succes opleverde. Redenen dat adressanten eerbiedig doch dringend verzoekt zulks bij Gemeente verordering vast te stellen. 't welk doende W. F. Tegelaar, ie Voorzitt. J. van Hugten, ie Secret. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 18. Leiden, 19 Januari '1920. Op 31 December 1919 is geëindigd de huur van het pakhuis aan het Vrouwenkerkhof, bij Uw besluit van 16 October 1919 (Ingek. Stukken No. 307) verhuurd aan J. H. L. Brummelkamp, tegen een huurprijs van f 4.per week. Nadat dit perceel is te huur gezet, heeft B. Neuteboom, paardenhandelaar, alhier, zich aangemeld, als huurder. Hij wil het pakhuis gebruiken als bergplaats van allerhande materialen, gereedschappen enz. en is bereid eveneens een huurprijs van f 4.per week te betalen. Onder mededeeling, dat deze huurprijs ons College voldoende voorkomt, geven wij Uwe Vergadering alsnu, overeenkomstig het advies der Commissie van Fabricage, in overweging het pakhuis aan het Vrouwenkerkhof kad. bekend Sectie H No. 2610, voor den tijd van één maand, te verhuren aan B. Neuteboom paardenhandelaar, alhier, tegen een huurprijs van f 4.per week, onder voorwaarde: 1°. dat de huur geacht wordt telkens voor den tijd van één maand te zijn verlengd, indien zij niet een maand te voren door een der partijen schriftelijk is opgezegd; 2°. dat het pakhuis niet tot stal worde ingericht, doch uitsluitend als bergplaats worde gebezigd, en verder onder de bij de gemeente gebruikelijke voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 19. Leiden, 19 Januari 1920. In nevensgaand adres verzoeken W. F. Moene en A. Kool, steenhouwers alhier, om ten behoeve van de uitoefening van hun bedrijf van de gemeente te mogen huren een gedeelte van het open voorplein van het voormalig Invalidenhuis aan 3en Uuden Rijn ter grootte van 100 M2. Adressanten zijn bereid een huurprijs van f 0.75 per M2. en per jaar te betalen. Noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons College, ontmoet het in huur afstaan van dezen grond bezwaren, ter wijl ook de huurprijs voldoende kan worden geacht. Het te verhuren terrein zal door de huurders met een doorloopende schutting van het vrijblijvend pleingedeelte moeten worden afgescheiden, doch aangezien daardoor de toegang vanuit de Koppenhinksteeg naar het gebouw wordt belemmerd, zullen zij desverlangd voor hunne rekening in die schutting een deur moeten aanbrengen, teneinde de vroegere verbinding te herstellen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging het op de teekening aangegeven gedeelte van het open voorplein van het voormalige Invalidenhuis aan den Ouden Rijn, groot 100 M2., tot ultimo April 1920 te verhuren aan W. F. Moene en A. Kool, steenhouwers alhier, tegen een huurprijs van f 0.75 per M2. en per jaar, en verder onder de navolgende voorwaarden: 1°. dat de huur na afloop van den huurtijd geacht wordt telkens voor den tijd van één jaar te zijn verlengd, indien zij niet drie maanden te voren schriftelijk door een der partijen is opgezegd; 2°. dat de verhuurders bovendien bevoegd zijn de huur ook tusschentijds te doen eindigen, mits daarvan drie maanden te voren aan de huurders kennis gevende en zonder tot cenige schadevergoeding gehouden te zijn. Een eenvoudige schrifte lijke mededeeling zal hiertoe voldoende zijn, zoodat geen exploit of andere gerechtelijke akte noodig zal zijn; 3°. dat de te verhuren grond door en voor rekening van de huurders over de volle breedte van het voorplein met een VRAGEN. ANTWOORDEN. 1. Acht U het in het algemeen wen- schelijk om bij verordening voor te schrijven dat Kappers- en Bar bierssalons op Zondag gesloten moeten zijn? 2. Zoo ja, moet die sluiting dan naar Uwe meening gelden voor den geheelen dag of vanaf een bepaald uur, b.v. negen uur? 3. Houdt gij wellicht reeds eigener beweging Uw zaak des Zondags gesloten 4. Zoo ja, geldt die sluiting voor den geheelen dag of vanaf een be paald uur In hetlaatstegeval van afwelk uur? 5. Vreest Gij niet dat door eventu eele verplichte Zondagssluiting vele kappers en barbiers hunne klanten des Zondags aan huis zullen gaan bedienen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 10