DONDERDAG 29 DECEMBER 1919. 427 Met den heer Knuttel, die op het standpunt.staathoe minder er bijgewerkt wordt, hoe beter, ben ik het oneens. Ik blijf er bij, dat dit vrijwillige plan om overwerk te gaan leveren, buitengewoon toejuiching verdient en daarom ver dient het idee om aan dat plan van gemeentewege sanctie te verleenen en daarop een officieel cachet te drukken van alle kanten waardeering. De heer Oostveen. M. d. V. Ik wensch alleen uitdrukkelijk af te wijzen de beschuldiging van den heer Knuttel als zouden aan deze poging van de arbeiders om de Weensche bevolking tegemoet te komen, slechte drijfveeren ten grond slag liggen. Dat is geenszins het geval; het medegevoel met de Weensche bevolking is de eenige drijfveer in deze. De heer Groeneveld. M. d. V. Ik heb niet gehoord van de zijde van Burgemeester en Wethouders of het goed is, dat de gemeente, als werkgeefster, zich aan deze beweging onttrekt, terwijl toch alle groote werkgevers er aan deel nemen. Van die zijde heeft de heer van der Pot de zaak niet belicht. De heer van der Pot. M. d. V. Ik heb daarover niet ge sproken, omdat in dit opzicht geen voorstel is gedaan, maar het komt mij voor, dat men het groote verschil tusschen de gemeente als werkgeefster en particuliere werkgevers niet uit het oog mag verliezen. De particuliere werkgevers pro- duceeren met winst en kunnen een gedeelte van die winst beschikbaar stellen, gelijk zij ook in vele gevallen hebben gedaan, maar dat kan een gemeente, die nergens winst op maakt, niet doen. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement van den heer Oostveen wordt in stemming gebracht en met 21 tegen 10 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heeren; Eikerbout, de Lange, J. P. Mulder, van der Pot, Wilmer. Oostdam, Splinter, van Hamel, Stijnman, Huurman, van Gruting, Heemskerk, Bisschop, van Tol, Sijtsma, A. Mulder, Pera, Bots, van der Lip, Huges en Kuivenhoven. Vóór stemmen de heeren: de la Rie, van Weeren, Mevr. DubbeldemanTrago, de heeren Dubbeldeman, Knuttel, van der Zeeuw, Oostveen, Groeneveld, van Stralen en Mevr. BaartBraggaar. Het voorstel van den heer Hugès wordt in stemming gebracht en met 21 tegen 10 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heeren: Eikerbout, de Lange, J. P. Mulder, van der Pot, Wilmer, Oostdam, Splinter, van Hamel, Stijnman, Huurman, van Gruting, Heemskerk, Bisschop, van Tol, Knuttel, Sijtsma, A. Mulder, Pera, Bots, van der Lip, en Kuivenhoven. Vóór stemmen de heerende la Rie, van Weeren, Mevr. DubbeldemanTrago, de heeren Dubbeldeman, van der Zeeuw, Oostveen, Groeneveld, van Stralen, Mevr. Baart—Braggaar en de heer Huges. (De heeren van Weeren, Stijnman, Huurman en van Gruting waren inmiddels ter vergadering gekomen). 11°. Verzoek van B. J. H. Haitink om eervol ontslag als lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. 12°. Adres van den Neutralen Leidschen Bestuurdersbond om verhooging van het bedrag voor noodzakelijk levens onderhoud met betrekking tot de plaatselijke directe belasting. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 13°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting. Worden gesteld in handen van den Reclame-commissie. 14°. Verzoek van de onderafdeeling Leiden en omstreken van den Nederlandschen Bond van Gemeente-ambtenaren om verhooging van de salarissen van de ambtenaren ter Secretarie en van den Gemeente-ontvanger. De Voorzitter. Ik stel voor dit verzoek te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. De heer Dubbeldeman. M. d. V. Ik heb geen enkel bezwaar om dit verzoek in handen van Burgemeester en Wethouders te stellen. Ik voel echter behoefte om met een enkel woord kenbaar te maken de vreugde, die ik gevoel dat wij hier zulk eea adres ontvangen van ambtenaren, die men de zoete jongens noemt; dit zijn menschen, die in den regel in dat opzicht achteraan komen. Nu verheugt mij dat te meer daar zij bij hun adres hebben gevoegd een lijst, waaruit blijkt met welke reusachtige bedragen de uitgaven zijn gestegen. Ik wil dat even vastleggen, omdat bij de bestrijding van ons voorstel tot eene uitkeering in eens, van den Raad aan Burgemeester en Wethouders en uit den Raad op ons een cachet werd gedrukt: je vraagt en onderschrijft maar, of het noodzakelijk is of niet. Uit dit adres met aanhangsel blijkt nu ten duidelijkste, dat de ambtenaren, die dagelijksch om de hielen van Burgemeester en Wethouders heendraaien, ons materiaal verschalken dat aanmerkelijk afwijkt van de bedragen die tot nog toe in den Raad zijn genoemd. Er blijkt hieruit, dat de verhooging der levensbehoefte niet zijn gestegen met 100 of 95% zooals de Voorzitter dacht, maar in doorsnee 180%. De Voorzitter. Ik heb U uit laten spreken, maar dit heeft niets te maken met ons voorstel om het verzoek in handen van Burgemeester en Wethouders ter uitbrenging van prae advies te sfellen. Verder mist Uwe redeneering alle logica, want die gegevens omtrent het duurder worden van de levensbehoeften, bijvoor beeld van de maizena, worden niet op het Stadhuis opge maakt; men kan die vinden in elke statistiek, onder anderen in y>De Economisch-Statistische Berichten". Het vorige request van den Bestuurdersbond dus een bond van neutrale arbeiders, gaf aan een stijging der prijzen met ongeveer 93%. De heer Dubbeldeman. Die wisten het niet zoo goed als de ambtenaren. De beraadslaging wordt gesloten. Wordt overeenkomstig het voorstel' van den Voorzitter besloten. 15°. Adres van de afd.: Leiden van den Bond van Neder- landsche Onderwijzers naar aanleiding van de voorstellen tot aanpassing van de gemeentelijke salarisverordening aan de Rijkssalariswet. Zal worden behandeld bij punt 33 der agenda. 16°. Verzoek van de Leidsche Geitenfokvereeniging om toe kenning van een subsidie van gemeentewege. 17°. Verzoek van den Neutralen Bestuurdersbond om alsnog te bepalen dat de prijs voor geklopte cokes voor alle inge zetenen gehandhaafd blijft op f 4.per eenheid gedurende het geheele seizoen. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 18°. Voorstel van :de heeren Oostveen en van Weeren om onmiddellijk over te gaan tot den bouw van 100 arbeiders woningen. Dit voorstel luidt als volgt: »De Gemeenteraad neme het besluit onmiddellijk over te gaan tot den bouw van honderd arbeiderswoningen. Toelichting. Door de uitbreiding van de gas- en lichtfabrieken komen heel wat arbeidersgezinnen zonder woning. Deze bewoners van Achter-Zandstraat, Pieterstraat, Speksteeg enz., aangevuld met nog tal van arbeidersgezinnen die zich moeten behelpen met onbewoonbare krotten, moeten worden ondergebracht. Het wil ons, voorstellers, voorkomen dat in [dit geval niet kan worden gewacht, totdat de bouwvereenigingen in deze behoefte hebben voorzien, wijl dit in de meeste gevallen een uiterst langen tijd schijnt te moeten duren." De Voorzitter. Misschien wil de heer Oost veen dit voor stel in het kort toelichten; ik zal dan daarna vragen of het ondersteund wordt. De heer Oostveen. M. d. V. Ik kan kort zijn. Ik ben aan gevallen door de Commissie van de Gasfabriek, omdat mijn beweringen niet juist zouden zijn, maar de bewoners van de huizen in de Achter-Zandstraat, in de Speksteeg en in de Pieterstraat wonen in :een soort bouwvallen en kunnen daar niet blijven. Voor enkele gevallen heb ik mij bijzonder geïn teresseerd; ik ben bij mej. Roem, inspectrice van de Ver- eeniging ter bevordering van den bouw van arbeiderswonin gen geweest, maar ik heb geen bevrediging gekregen. De menschen loopen bij haar de deur plat om onder dak te worden gebracht, maar ook zij kan hen niet helpen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 7