442 DONDERDAG 29 DECEMBER 1919. «Ondergeteekende stelt voor in het voorstel No. 372 sub a te lezen: »1 jaar" in plaats van »3 jaren". Mocht de Raad daarmede accoord gaan, dan kunnen wij aan het eind van dat jaar zien, wat wij verder willen doen. Met amendement wordt voldoende ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van beraadslaging en stemming uit. De Voorzitter. Ik moet de aanneming van dat amende ment ten zeerste ontraden; wij zijn op het oogenblik aan het einde van het jaar en wij moeten zorgen, dat het contract voor den aanvang van het nieuwe jaar in orde komt. Niets heeft den heer Oostdam belet om zijn amendement van te voren aan Burgemeester en Wethouders kenbaar te maken. Dan hadden wij er over kunnen praten. Het is echter de gewoonte van de ieden om met. amendementen en moties op het nippertje te komen en dan kunnen Burgemeester en Wethouders er niet over beraden. Hier is alleszins vol doende tijd geweest, want deze stukken zijn tien dagen ge leden verschenen, zoodat ik niet begrijp waarom dë heeren aan Burgemeester en Wethouders niet den tijd hebben gegund de zaken van te voren te bespreken het is voor hen onmogelijk gemaakt om met wien ook te onderhandelen. Ik ontraad dan ook om op de denkbeelden van de heeren in te gaanik noem dat geen zaken doen. De heer Groeneveld heeft naar die witte bladzijden gevraagd. Vroeger, toen er nog geen minimum-tarief was, zouden wij die witte bladzijden hebben uitgesloten, uit vroegere con tracten kan men dat nog zien maar thans wordt dat alles in het contract vastgesteld en berekend. De heer Groeneveld heeft verder de opmerking gemaakt, dat, als men bij verschillende drukkers prijsopgaaf vraagt, allen zeggen tegen het minimum-tarief te leveren, terwijl de prijzen toch verschillen. Als men bijvoorbeeld convocatie biljetten voor een of ander gezelschap laat drukken, kan ik begrijpen, dat het op eenige dozijnen van die biljetten een paar dubbeltjes kan schelen. De heer Groeneveld. Daarvoor bestaan tarieven! De Voorzitter. Ja, maar zulk een bedrijf is niet te controlee ren. Gij krijgt die dingen thuis en betaalt zooveeldat kan niet meer worden nagegaan. Dat is echter geheel iets anders dan een contract, dat een drukker aangaat met een Gemeenteraaddaarin kan men niet van de minimum-prijzen afwijken. Nu weet ik wel, dat er voor verschillende soorten drukwerk verschillende tarieven zijn, maar men kan toch geen pasje over de schreef gaan en niemand kan hier anders contracteeren dan tegen de minimum tarieven. Ik zie dan ook in openbare aanbesteding geen heil, zooals ik reeds meermalen zeide. Was het denkbeeld van den heer Oostdam om voor één jaar te contracteeren bijtijds ter onzer kennis gebracht, dan hadden wij aan de firma Groen kunnen vragen of dat mogelijk was, maar nu wordt ons het mes op de keel gezet. Ik ben huiverig om het amendement van den heer Oostdam aan te bevelenwij moeten een contract sluiten, want het oude loopt af. De heer Oostdam heeft alle gelegenheid gehad dit amen dement tevoren in te dienen, maar het is hiermede gegaan als met alles,ook met adressen: Burgemeester en Wethouders moeten zoo'n amendement óf adres vlak vóór de vergadering öf in de vergadering krijgen, zoodat zij zich niet kunnen beradent De heer Dubbeldeman. M. d. V. Ik wensch den bal, welken gij bezig zijt ons toe te werpen, terug te kaatsen. Als het ons niet past om op den dag, waarop een voorstel van Burge meester en Wethouders wordt behandeld, met amendementen of moties te komen, welke op zulk een voorstel betrekking hebben, dan past het Burgemeester en Wethouders niet om veertien dagen vóór het eindigen van een oud contract met een nieuw contract in den Raad te komen. Of men veertien of vier dagen tevoren met een motie komt, dat is hetzelfde, want Burgemeester en Wethouders zouden in die veertien dagen evenmin hebben kunnen doen wat zij nu zeggen niet in vier dagen te kunnen verrichten. Het blijft dus hetzelfde. Gij beweert, dat de prijzen door den patroonsbond zuilen worden gecontroleerd, maar dat is voor mij een wassen neus. Die Bond zal alleen nagaan of de firma niet te laag heeft aangenomen, maar, wanneer de prijs niet te hoog is, zal de Bond U dat niet zeggen, want dan zou hij zich zelf een klap in het gezicht geven en daaraan denkt die organisatie niet. Wij hebben alleen te zorgen, dat wij niet te veel betalen en willen wij precies weten wat het minimum is, dan moet er openbaar worden aanbesteed. De heer de Lange. Zijn de prijzen dan zoozeer verschillend? De heer Dubbeldeman. Dat kan iedereen weten, die met eene drukkerij iets te maken heeft. Als U een boekwerk bijvoorbeeld van 25 vel hebt te drukken, dan komen er 5 of meer drukkers en die geven allemaal op het minimumtarief en dan zult U zien wat een verschil de opgave uitmaakt. Dat ondervinden wij dagelijks met groote en kleine boekwerken en wanneer men zich wendt tot den bond, waarvan de Voorzitter spreekt, dan zeggen zijwij hebben alleen maar te zorgen, dat een bepaalde drukker niet gaat beneden het minimumtarief en wij zullen er voor zorgen, dat, als gij iets hebt laten drukken bij a, gij niet gaat van a naar b en dat b het dan minder zal doen als a. Maar dat er een patroonsorganisatie zou zijn, die voor de gemeente Leiden in de bres springt en zou zorgen, dat de gemeente bij Groen niet te veel betaalt, dat is iets, dat ik nog moet zien gebeuren. De heer van der Pot. Ik geloof dat de beschouwingen van den heer Dubbeldeman juist zijn, maar niet zijne conclusie. Ik zou in dit verband kunnen wijzen op nog een ander contract van grooteren omvang, waar het minimumtarief wordt toegepast, namelijk het contract met de firma IJdo en de uitvoering daarvan wordt gecontroleerd door een ambtenaar op het Stadhuis, die volkomen op de hoogte is van die minimum tarieven. Die gaat altijd de rekeningen van IJdo na en daar onder zijn weieens enkele onjuistheden, maar daaromtrent is men met IJdo tot dusverre steeds in der minne tot overeen stemming gekomen. Dat kan nu hier precies op dezelfde manier gebeuren. Ik zal dien ambtenaar opdragen rekening te houden met het hetgeen hier is opgemerkt, maar ik geloof, dat de conclusie onjuist was, wanneer de heer Dubbeldeman zegt, dat men om het laagste tarief te krijgen, openbaar moet aanbesteden, want lager dan het minimum kan men het niet krijgen. Het zou kunnen zijn, dat men voor bepaalde gevallen drie minimumtarieven heeft, maar dan nemen wij natuurlijk het laagste minimumtarief, waar wij ons t t u Maar wanneer men openbaar aanbesteedt, krijgt men het gewone gevaar, dat de aannemers onder elkaar overeenkomen om allemaal boven het minimum er iets op te zetten en komt men dus niet tot het resultaat, dat de heer Dubbeldeman daarvan verwacht, namelijk, dat men dan goedkooper uit zal zijn. De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel van den heer Dubbeldeman in stemming gebracht wordt verworpen met 18 tegen 9 stemmen. Tegen stemmen de heeren Eikerbout, de Lange, van der Pot, Wilmer, Oostdam, Splinter, van Hamel, van Gruting, Heemskerk Bisschop, van Tol, Knuttel, Sijtsma, A. Mulder, Pera, Bots, van der Lip en Kuivenhoven. Vóór stemmen de dames en heeren de la Rie, van Weeren, Mevr. Dubbeldeman—Trago, de heer Dubbeldeman, van der Zeeuw, Oostveen, Groeneveld, van Stralen en Mevr. Baart— Braggaar. Het amendement van den heer Oostdam wordt in stemming ge bracht en met 15 tegen 12 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heerenEikerbout, de Lange, van der Pot, Splinter, van Hamel, van Gruting, Heemskerk, Bisschop, van Tol, Sijtsma, A. Mulder, Pera, Bots, van der Lip en Kuivenhoven. Vóór stemmen de heeren: de la Rie, Wilmer, Oostdam, van Weeren, Mevrouw DubbeldemanTrago, de heeren Dubbeldeman, Knuttel, van der Zeeuw, Oostveen, Groeneveld, van Stralen en Mevrouw Baart—Braggaar. De Voorzitter. Hiermede kan voorstel no. XXIa. geacht worden zonder hoofdelijke stemming te zijn aangenomen. XXIb. Voorstel tot vaststelling vau de verordening, houdende wijziging van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van" den Raad der gemeente Leiden. (Zie Ing. St. no. 372). De beraadslaging wordt geopend. De heer A. Mulder. M. d. V. Ik herhaal mijn bezwaar van zooeven. Kunnen wij er niet aan ontkomen, dat Donderdag veranderd wordt in Maandag? De Voorzitter. Uit het Ingekomen Stuk blijkt, dat de heer Groen moet hebben twee ervaren Kamerstenografen en, waar het den heer Mulder waarschijnlijk bekend is, dat de Kamer alleen niet vergadert op Maandag en Zaterdag, hadden wij tusschen die twee dagen te kiezen. Aangezien het den meesten leden niet schikt om op Zaterdag te vergaderen, stellen Burgemeester en Wethouders voor den Maandag aan te wijzen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 22