440 DONDERDAG 29 DECEMBER 1919. Wat betreft de beschikbaarstelling van de nummers, ook dit kan worden nagerekender staat in het contract, dat de aannemer verplicht is, gelegenheid te geven tot het nemen van abonnementen op de Ingekomen Stukken en de Hande lingen tegen een prijs door Burgemeester en Wethouders goed te keuren. De geheele kwestie is, dat de firma Groen in de gauwigheid niet precies kon zeggen op hoeveel de prijs zou komen en daarom een schatting heeft gemaakt, maar aangezien geleverd zal worden tegen de minimum-prijzen, zie ik het nut van een aanbesteding niet in. Waar de firma Groen tot dusverre de gemeente goed heeft bediend en men niet een gedeelte van het drukwerk kan besteden bij den heer Groen, een ander bij den heer om bij kleuren te blijven Zwart en een derde bij den heer Wit, stellen wij voor bij den heer Groen te blijven. Wat de stenografen betreft, over wie de heer Dubbeldeman ook heeft gesproken, geloof ik, dat het veel beter is, dat de gene, die de Handelingen uitgeeft, voor stenografen zorgt dan dat wij zeiven met stenografen een contract aangaan. Konden wij geen stenografen van de Tweede Kamer krijgen en moesten wij dus een eigen corps stenografen nemen, dan stond de zaak anders, maar nu verdient het aanbeveling die zaak over te laten aan den heer Groen, die veel beter de verantwoordelijkheid kan dragen; bij ziekte of anderszins van de vaste stenografen kan de heer Groen tijdelijk voor anderen zorgen, maar dat kan niet van het Stadhuis uitgaan. De heeren hebben gemakkelijk praten, maar wij zouden maar voor alles moeten zorgen. De heer Dubbeldeman kan wel twintig moties indienen en met allerlei andere dingen komen, maar tenslotte behoeft hij zich, als het op de uitvoering aankomt, niets van de zaken aan te trekken en blijven Burgemeester en Wethouderser voor zitten. Men ziet vaak, dat moties in vage termen gesteld, worden aangenomen, terwijl later blijkt, dat het heel moeilijk is zulke zaken zelf uit te werken. De stenogrammen moeten worden rondgebracht en tal van andere werkzaamheden zijn er aan verbonden, voordat alles in orde is. Het brengt een zorg mee, welke veel beter kan blijven bij dengene, die de Handelingen drukt. Ik geloof, dat dit werkelijk een goede regeling is en dat het beter is, dan dat wij de stenografen direct onder ons krijgen. Èn wat het tarief betreft, het is even duur; er staat absoluut niets van iri het contract; ik wilde eigenlijk, dat die zinsnede er maar niet in gestaan had. Het is ook maar een schatting, die ƒ21.dat is in de vlugheid gegaan en verder moeten wij ons houden aan hetgeen hier staat en dat is een uniform tarief. Of men nu heeft te doen met Groen, Wit of Zwart, om bij de kleuren te blijven, het blijft bij allemaal hetzelfde. De heer Oostdam. M. d. V. Hoe het ook moge zijn, een feit is, dat het drukken gestadig duurder wordt, enorm duur, schrikbarend duur en ik vraag mij af, of de tijd niet is gekomen om te breken met het systeem om hier steeds te geven een stenografisch verslag. Waar is dat toch dienstig voor, dat al hetgeen hier gezegd wordt, letterlijk wordt gedrukt? Ik geloof dat wanneer wij hier uitgaven een verslag zooals het kort verslag van de Tweede Kamer, dat dit mooi genoeg was. Het maken daarvan zal waarschijnlijk wel niet goedkooper zijn de heeren, die dat verslag maken heeten geen stenografen, maar tachygrafen doordat de samenstellers hetzelfde loon zullen moeten hebben, maar de drukkosten zullen enorm goedkooper zijn, omdat het kort verslag veel minder pagina's bevat. Wanneer wij zien dat een pagina volgens raming ƒ21. kost, dan wordt dit later misschien wel ƒ40.—. Men roept mij toe, dat dit te hoog is en dat het 16.— moet zijn, maar dan vind ik het nog veel te veel. In elk geval is het zeker, dat het een zeer dure uitgave is, die ik niet heelemaal verantwoord vind, want ik acht het niet noodzakelijk, dat al hetgeen hier gezegd wordt, in extenso in de Handelingen wordt afgedrukt. Ik kan dat gelukkig zeggen, omdat ik nog al veel het woord voer en het dus geen onvriendelijkheid is jegens medeleden. Er wordt hier veel gesprokende Handelingen worden steeds dikker en duurder. Laten wij toch bedenken, dat dit allemaal betaald moet worden. Laten wij er naar streven om de resultaten van dat spreken wat minder duur te maken door inplaats van een stenografisch een tachygrafisch verslag te maken, wat zoo kort mogelijk mag zijn, indien wij maar eenvoudig weten de strekking van onze woorden. Dat is voldoende voor degenen die het willen naslaan. Mijnheer de Voorzitter. Ik zal gaarne afwachten wat dien aangaande de algemeene opinie is, om straks, indien ik eenigen steun mocht ondervinden, door middel van een amendement den Raad gelegenheid te geven zich er over uit te spreken. De Voorzitter. De heer Oostdam schijnt zich niet bewust te zijn van de groote moeielijkheid aan het samenstellen van een tachygrafisch verslag verbonden. Daarvoor moet men hebben een man zoo uiterst bekwaam, als men maar zelden kan vinden. Wanneer men daarvoor iemand neemt, die niet precies op de hoogte is van de gemeentezaken, krijgt men een verslag, dat waardeloos is. De personen, die het verkort verslag van het verhandelde in de Tweede Kamer samenstellen, moeten tegelijk zijn en uitstekend journalist en personen die verstand hebben van politiek en technische zaken en ik geloof dat die menschen met een lantaarntje zijn te zoeken. Dus dan hebben de leden meer last om hun werk te verbeteren, dan bij stenografen, die dikwijls uit den aard der zaak de een doet het beter dari de ander werk leveren, dat natuurlijk ook moet worden nagezien, welk nazien echter veelal minder moeielijkheden zal opleveren. Tenzij men een bijzonder man kan vinden,is het Kort Verslag van geen waarde en voor de leden nog veel lastiger. Men zou nog dit kunnen doenmen zou een vasten ambtenaar kunnen nemen, die dat werk deed, maar dan zou het noodig zijn voor het Stadhuis een mijnheer met een salaris van ten minste ƒ4000.a ƒ5000.aan te stellen. De heer Sijtsma. Daarvoor kunt gij mij krijgen. De Voorzitter. Ik weet niet of de heer Sijtsma het zou kunnen doen, maar, als hijhet kon, hadden wij den heer Sijtsma opeen salaris van ƒ4000.— ƒ5000.—. Het is werkelijk waar, zooals de heer Oostdam het voorstelt, is het practisch niet te doen en daarom waarschuw ik juist. Men kan niet weten, als Burgemeester en Wethouders er niet met klem tegenop kwamen, kon de Raad weieens in een onbezonnen oogenblik op zulk een denkbeeld ingaan en dan zaten wij er vreeselijk mede geschoren. Het is een verbazende kunst om zulk een Kort Verslag te maken; het is geheel iets anders dan een stenografisch verslag. Een stenograaf stel ik niet laag, maar zijn werk is van anderen aard; iemand, die een Kort Verslag maakt, moet uit het gesprokene distilleeren wat de quintessens is, waarop het aankomt, en dan den inhoud goed construeeren. Ik zou dezen raad willen gevenlaten wij niet op een goeden avond afwijken van hetgeen thans bestaat zonder er verder over te hebben nagedacht. Laten de heeren eens gaan neuzen en trachten op de hoogte te komen, zoodat zij, als zij er op ingeschoten zijn, er eens op kunnen terugkomen. Tk ben bang, dat de Raad anders een onbezonnen besluit neemt, waarvan hij later berouw zou hebben. De heer Elkerbout. M. d. V. Het is niet mogelijk een zuivere berekening te maken, maar ik geloof, dat wij ten aanzien van drukwerk tweeërlei zaken hebben. Wij staan voor het geval, dat dit geen gewoon drukwerk is, maar een periodiek, een stuk, dat beschermd is, zooals men het in de drukkerswereld noemt, en, als iemand een periodiek heeft, is het vrij wel onmogelijk de heer Dubbeldeman zal dat wel weten dat zijn opvolger, die het krijgt, het goedkooper leveren kan dan hij, omdat hij er in den regel 5 of 10% op moet leggen. Het is best mogelijk, dat het te duur is, maar wij moeten, naar ik meen, niet afwijken van het bestaande. De heer be Lange. M. d. V. Ik ben van meening, dat wij dit voorstel van Burgemeester en Wethouders beslist moeten aannemen. Gij hebt duidelijk aangetoond, dat de interes sante cijfers van den heer Dubbeldeman hier niets ter zake doen en dat wij niet aan een bedrag van ƒ21.gebonden zijn, maar dat wij ons alleen binden aan de minimum-prijzen, die door den Bond van Boekdrukkerijen zijn vastgesteld en uitstekend zijn te controleeren door den heer Dubbeldeman, de verdere technici en Burgemeester en Wethouders. Ook meen ik, dat wij niet onvoorbereid op de gedachte van den heer Oostdam moeten ingaan. Ik ben met van oordeel, dat het veel moeilijker is een tachygrafisch verslag te maken dan een stenografisch verslag, aangezien iemand, die een tachygrafisch verslag moet samenstellen, de gemeentezaken even goed dient te kennen als de Burgemeester, alle stukken als het ware uit zijn hoofd moet kennen en alle toestanden in de stad behoort te weten, anders snapt hij den hoofd inhoud van de gedachten, welke uitgesproken worden, niet. De heer A. Mulder. M. d. V. Ik ga geheel en al mede met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Er is reeds genoeg over gezegd en ik zal dus niet in herhalingen treden. Wat Burgemeester en Wethouders voorstellen is de meest voorzichtige en meest goedkoope wijze van handelen, maar toch vind ik het wel wat kras, dat aan dit voorstel om opnieuw een contract te sluiten met de firma Groen ver bonden is, dat de Raadsvergaderingen moeten verlegd worden van den Donderdag naar den Maandag. Laat de firma, als zij geen raad weet om stenografen te krijgen voor Donderdag, op een andere manier daarin voorzien. Stenografen zijn er wel te krijgen. Moeten wij dan afhangen van die menschen? Ik zie den Voorzitter met het hoofd schudden, maar houdt mij ten goede: Maandag is een lastige

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 20