247
zijnd personeel, een uitkeering in eens toe te kennen, wat
voor de gestichten alleen is komen te staan op een bedrag
van 11.400,—. L)e uitbreiding van het personeel, noodzake
lijk door de invoering van den verkorten arbeidsdag, heeft
ten slotte, met de hierboven medegedeelde andere factoren,
tot gevolg dat aan salarissen 45.000 moet worden uit
gegeven. Ook de posten voor voeding en verwarming zullen
waarschijnlijk met resp. 30.000,— en f 25.000,— worden
overschreden.
De verwachte verlaging der prijzen van voedingsmiddelen,
steenkolen enz., bleef niet alleen uit, maar door opheffing van
de distributie moesten, in het bijzonder voor de voedingsmid
delen in den vrijen handel aanzienlijk hoogere prijzen worden
betaald. Ook de vermoedelijke uitkomst over 1920 laat zich
ongunstig aanzien. JJij de begrooting van dat jaar toch werden
de uitgaven gebaseerd op die van 1918 en werd verondersteld,
dat de prijzen zouden terugloopenwaar eerder het tegendeel
het geval is, moeten wij ook voor 1920, evenals voor 1919,
rekenen op een mogelijke overschrijding van den post «Voeding"
met 25000.
Hetzelfde geldt voor de onkosten van verwarming en ver
lichting die evenzeer aanzienlijk meer zullen bedragen, en
wel waarschijnlijk 25.000.
Neemt men zekerheidshalve ook voor de gezamenlijke andere
posten een overschrijding aan met 10.000.dan komen
wij met de niet te voorziene uitgaven ad 4.500.voor
rentezegels, reeds op een tekort van 64.500.
Daar staat tegenover een niet uitgetrokken bedrag ad
24.500. voor meerdere opbrengst der verpleeggelden van
«Rhijngeest," tengevolge van het bij Uw College reeds eenigen
tijd geleden ingediende voorstel onzer Commissie, zoodat er
een tekort blijft van f 40.000.
Mocht wat zeer waarschijnlijk geacht kan worden
wederom tot een salarisherziening worden overgegaan en
worden besloten tot den bouw van een huis voor de verplegers
en inwonende mannelijke beambten en een aantal woningen
voor portiers, verplegers enz., dan zal in de toekomst de be
grooting wederom met een hooger bedrag voor salarissen,
rente en aflossing bezwaard worden.
In verband met het bovenstaande komt het ons noodzakelijk
voor, het verpleeggeld aanzienlijk te verhoogen en te brengen
op f 200.per kwartaal, waardoor, bij volledige bezetting
der gestichten hetgeen wel niet voor zal komen de
inkomsten zouden stijgen met 86.500.
Ook dan nog blijft het verpleeggeld over het algemeen lager
dan van andere gestichten; zoo bedraagt het voor het St.
Joris Gasthuis te Delft 880.Vrederust" ƒ850.Utrecht,
Zeist/1050.Bloemendaal 750.en Oud-Rozenburg ƒ700.
Op grond van het bovenstaande geven wij Uw College
mitsdien in overweging bij den Raad in te dienen:
a. een voorstel tot vaststelling van de navolgende ver
ordening
VERORDENING, tot wijziging van de verordening van 3
December 1896 (Gemeenteblad No. 15), houdende voor
waarden van opneming en verpleging van lijders in
het Krankzinnigengesticht „Endegeest" en de afdee-
ling voor jeugdige idioten „Voorgeest" te Oegstgeest
nabij Leiden, laatstelijk gewijzigd bij verordening van
17 Januari 1918, (Gemeenteblad No. 1).
Artikel I.
Het eerste en tweede lid van art. 7 van bovengenoemde
verordening wordt gelezen als volgt:
«De kosten van verpleging bedragen zoowel voor het krank
zinnigengesticht «Endegeest" als voor de afdeeling jeugdige
idioten «Voorgeest" 200,per kwartaal.
Voor tusschentijds inkomende patiënten worden de verpleeg-
kosten berekend op 2.20 per dag tot aan het einde van het
ingetreden kwartaal."
Art. II.
Deze verordening treedt in werking op 1 April 1920.
b. tot intrekking met ingang van 1 April 1920 van het
Raadsbesluit van 17 Januari 1918, in zake de tijdelijke ver
hooging van de verpleeggelden in de gestichten «Endegeest"
en «Voorgeest".
De Commissie van Beheer over de Gestichten
«Endegeest," «Voorgeest" en «Rhijngeest,
W. Pera, Voorzitter.
J. A. v. d. Stok, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
N°. 384.
Ondergeteekende stelt voor het besluit van den Raad van
17 October 1918 (Ing. Stukken 264) betreffende het kosteloos
in gebruik geven van het gymnastieklokaal aan de Pieters
kerkgracht, in te trekken, en het bedoeld lokaal aan de Ver-
eeriiging Leidsche Padvinders alleen in gebruik te geven op
de gewone voorwaarden welke ook voor andere vereenigin-
gen gelden. J. G. v. d. Zeeuw.
N°. 385. Leiden, 24 December 1919.
In ons voorstel in zake den aankoop van een stukje grond
aan den Lagen Morschweg staat ten onrechte als koopprijs
vermeld een bedrag van 520.— in plaats van 410.—.
Wij geven U mitsdien in overweging in de conclusie sub a
in plaats van 520.—" te lezen 410.—" en in de con
clusie sub c in plaats van 560.—"450.—".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.