VRIJDAG 28 NOVEMBER 1919. 403 De heer Groeneveld. Omdat ze genoeg van U hebben. De Voorzitter. Vindt U dat interrumpeeren zoo aardig en eigenlijk niet storend en overbodig? De heer Dubbeldeman. Ja, heel aardig. De heer de Lange. M. d. V. Ik ben blij, dat Nederland een regeering heeft, zooals wij die tegenwoordig hebben. Ik hoop, dat God onze Koningin zal zegenen en dat wij tot in lengte van dagen onder het thans regeerende Vorstenhuis zullen leven met gerustheid en wars van alle toekomstige socialistische en communistische omkeeringen. Daarom verzet ik mij tegen elk voorstel, om deze post te veranderen. Als de heeren met het oog op de tegenwoordige omstandig heden, de post van 100U.voor een kinderfeest te laag vinden en als de heer Dubbeldeman voorstelt voor dat feest mits het gehouden wordt op 31 Augustus ƒ1500.— te geven in plaats van ƒ1000.dan wil ik dat voorstel gaarne steunen. De heer Groeneveld. De heer Heemskerk heeft mijn betoog versterkt, doordat hij zeide, dat de kinderen geen notitie hebben, of het feest op 31 Augustus of op een anderen dag gevierd wordt. In dit geval is het mijns inziens ook niet noodig om 31 Augustus te nemen. Laat men het feest daarom op een anderen dag bepalen. Het wordt voor de Sociaal Democraten een heel onaangename geschiedenis, wanneer er een feest is, waar de kinderen van de sociaal lemocraten niet bij kunnen zijn. Al zal het ons grieven, zullen de Sociaal Democraten hun kinderen moeten verbieden dat feest te bezoeken omdat wij meenen, dat de kinderen niet moeten worden geëxploiteerd voor de denkbeelden van andersdenkenden. Men moet de aanhang van de Sociaal Democraten niet afmeten, volgens het aantal leden van onze partij, want ook wanneer men alleen het ledental van de Anti-Revolutionnaire partij neemt, zal men niet ver komen. Het is ook voor de oranjegezinde partijen onwaardig, om kinderen op die wijze te exploiteeren. Mevrouw BaartBraggaar. M. d. V. Er is zooeven gesproken over 1 Mei. Maar ik ben er van overtuigd, dat de heeren van de overzijde hunne kinderen niet zouden willen laten deelnemen aan het feest op 1 Mei. Daaruit volgt wel, dat ook wij onze kinderen niet willen laten deelnemen aan een feest op 31 Augustus. De heer Knuttel. M. d. V. Wij hebben pas een wereld oorlog achter den rug, die millioenen menschen het leven heeft gekost. Men schijnt daaruit echter niet te hebben geleerd, hoe gevaarlijk het aankweeken van nationale gevoelens is. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement van den heer Groeneveld wordt in stemming gebracht en verworpen met 20 tegen 10 stemmen. Tegen stemmen de heeren Kuivenhoven, Sijtsma, Bisschop, Stijnmari, Splinter, Pera, Bots, van der Lip, van der Pot, A. Mulder, Huges, van Hamel, de Lange, Heemskerk, J. P. Mulder, Wilmer, van Tol, van Gruting, üostdam en Huurman. Vóór stemmen de heeren Dubbeldeman, van der Zeeuw, de dames DubbeldemanTrago en BaartBraggaar, de heeren van Stralen, Groeneveld, de la Rie, Oostveen, Knuttel en van Weeren. Volgnr 182 wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De volgnrs 183 tot en met 185 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr '186 luidende: Subsidie aan de Vereeniging i> Openbare leeszaal en bibliotheek,, fiOOO. De heer Knuttel. M. d. V. Ik ben het lid geweest, dat heeft voorgesteld om deze particuliere Leeszaal over te nemen en als dat niet kan de subsidie te verhoogen tot ƒ3000. Hier is op geantwoord: overname van de Leeszaal is uit den aard der zaak niet zonder meer mogelijk, aangezien onteigening hier buitengesloten is. Ik heb mijn voorstel zoo in de af- deelingen niet toegelicht. Ik heb voorgesteld, dat Burgemeester en Wethouders zich in verbinding zouden stellen met het bestuur van de leesinrichting Reuvers om zoo mogelijk tot overname daarvan te geraken. Ik heb hiervoor een tweetal motieven. Het eerste is dit, dat, zoolang de Leeszaal uitgaat van eene particuliere vereeniging, men de keus heeft tusschen 2 dingen, lid worden of geen lid worden. Wordt men geen lid, dan mag men van deze leeszaal gebruik maken bij wijze van filantropie. Wordt men lid, dan oefent men zelf liefdadig heid uit. Er zijn er velen met mij, die noch het een noch het ander wenschen en voor wie het niet pleizierig is van die bibliotheek gebruik te maken. Ik vind dan ook, dat dit een openbare instelling moet worden, waarvan ten allen tijde iedereen gebruik mag maken zonder iemand daarvoor dankje te moeten zeggen. In de tweede plaats geloof ik, dat, zoolang als de bibliotheek op den tegenwoordigen grondslag gevestigd is, die nooit aan alle eischen, die daaraan voor een gemeente als Leiden ge steld kunnen worden, kan voldoen. Het budget gedoogt niet, dat èenige aankoopen van belang worden gedaan, terwijl men het met mij eens zal zijn, dat zoo iets voor een openbare bibliotheek niét mag voorkomen. Wanneer-wij de prijzen zien van de boeken, tijdschriften en dergelijke, dan is het noodig, dat, zelfs al blijkt de vereeniging het niet te vragen, van gemeentewege gezorgd wordt, dat alles, wat voor een goede voorziening van de bibliotheek noodig is, ook zal kunnen worden aangekocht. Ik heb daarom een getal genoemd, dat wel willekeurig genomen is. Maar wanneer Burgemeester en Wethouders uitgenoodigd worden, zich in verbinding te stellen met het bestuur van de Leeszaal tot overneming van de Lees zaal, dan zal dat bedrag van ƒ3000.— voorloopig wel vol doende geacht kunnen worden. De heer de Lange. Ik ben tegen het amendement Knuttel, omdat dat de strekking heeft, het particulier initiatief te dooden, terwijl mijn bedoeling juist is, om het zooveel mogelijk aan te wakkeren. Wij kunnen met dankbaarheid van die zaak gebruik maken. Als wij willen, kunnen wij voor een bedrag van 1.— lid worden, waardoor wij alle rechten hebben om van de lectuur gebruik te maken. De Voorzitter. Ik heb hier een amendement van den heer Knuttel «Ondergeteekende stelt voor volgnr 186 met 2000.te verhoogen." Ik geloof, dat het amendement voldoende ondersteund wordt, zoodat het een punt van beraadslaging en stemming kan uitmaken. Ik geloof, dat de bedoeling van den heer Knuttel is, om die verhooging toe te liaan, terwijl Burgemeester en Wethouders in overleg zullen treden met het bestuur van de vereeniging, om de Leeszaal over te nemen. De heer van der Lip. Dat staat er niet in. De Voorzitter. Daarom geloof ik, dat het beste is, wanneer de heer Knuttel een motie indient, waarbij hij de wenschelijk- heid uitspreekt om de Leeszaal door de gemeente te laten overnemen. Dan komt de idee van den heer Knuttel voldoende tot haar recht, zoodat bij niet-slagen van de poging van overneming van de Leeszaal door de gemeente tot verhooging van de subsidie kan worden overgegaan. Ik heb de volgende motie ontvangen: »De Raad der gemeente Leiden spreekt de wenschelijkheid uit, dat Burgemeester en Wethouders stappen doen om te geraken tot overneming door de gemeente van de Openbare Leeszaal en Bibliotheek." De motie is onderteekend door den heer Knuttel. De motie wordt voldoende ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van beraadslaging en stemming uit. De heer van der Lip. M. d. V. Ik wil een enkel woord zeggen naar aanleiding van de motie van den heer Knuttel. Ik ben het geheel eens met den heer de Lange. Burgemeester en Wet houders staan ook op het standpunt, dat het particulier initiatief moet worden bevorderd. Daar is alle reden voor. Deze Leeszaal is gesticht door particuliere giften en wordt door particuliere bij dragen op uitstekende wijze gesteund. Volgens het laatste jaarverslag is het aantal begunstigers toegenomen van 1353 tot 1491. Iedereen kan er van profiteeren. Het lidmaatschap kost heel weinig. Er is dan ook mijns inziens geen enkele reden om te trachten deze Leeszaal over te nemen en hierdoor de ambtenarij, waarvan de heer Knuttel toch ook geen vriend is, uit te breiden. Ik ben evenzeer tegen het voorstel om de subsidie te verhoogen, omdat ik het principieel verkeerd vind eene hoogere subsidie toe te kennen, dan gevraagd is. De beraadslaging wordt gesloten en de motie van den heer Knuttel in stemming gebracht, wordt verworpen met 20 tegen 10 stemmen. Tegen stemmen de heeren: Kuivenhoven, Sijtsma, Bisschop, Stijnman, Splinter, Pera, Bots, van der Lip, van der Pot, A. Mulder, Huges, Heemskerk, de Lange, van Hamel, J. P. Mul der, Wilmer, van Tol, van Gruting, Oostdam en Huurman. Vóór stemmen de heeren: Dubbeldeman, van der Zeeuw, de dames DubbeldemanTrago en BaartBraggaar, de heeren van Stralen, Groeneveld, de la Rie, Oostveen, Knuttel en van Weeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 31