236
dat de provincie, in hare voorwaarden voor het verleenen
van subsidies aan avondscholen een maximum bijdrage van
20 vaststelt
dat mitdien de subsidie van de gemeente over 1919 voor
de Vakavondschool zou moeten worden verhoogd met een
bedrag van 30 van f 1587.50, uitmakende een som van
f 480.-;
dat het bestuur Uwen Raad beleefdelijk verzoekt ook voor
de Vakavondschool het bedrag van f480.te willen toestaan
dat dus de totale verhooging van de gemeentelijke subsidie
over het jaar 1919, voor de Ambachtsschool en de Vak
avondschool voor volwassenen zal uitmaken een bedrag van
f 4500.—
dat het bestuur vertrouwt geen vergeefsch beroep te doen
op uwen steun, daar de finantieele toestand van de beide
scholen niet toelaat de bovengenoemde bedragen uit eigen
middelen te bestrijden.
hetwelk doende,
Het bestuur voornoemd
A. M. Touw, Voorz.
W. de Clercq, Secr.
Leiden, 15 October 1919.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het bestuur
der Vereeniging De Ambachtschool alhier:
1°. dat de uitbreiding der school, waardoor 25 leerlingen
meer geplaatst kunnen worden, eene uitbreiding van leer
krachten noodzakelijk maakt en wel met een leeraar voor
het voortgezet lager onderwijs en met een leeraar voor het
vakonderwijs.
2°. dat de tegenwoordige salarissen der aan de school ver
bonden leerkrachten nog belangrijk zijn beneden de salarissen
voor de gesubsidieerde vakscholen, aangegeven in den leid
draad, uitgegeven door het Departement van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, in afwachting van de door de
Rijkscommissie ad hoe voor te stellen nieuwe salarisregeling.
3°. dat verbetering der salarissen, in verband met het in
sub 2 genoemde, voor het dienstjaar 1920 niet kan worden
vermeden.
4dat door de uitbreiding der school en de belangrijk
hoogere prijzen der leermiddelen en grondstoffen de exploitatie
kosten der school niet onbelangrijk zijn toegenomen.
5°. dat tot bestrijding der door sub 1, 3 en 4 ontstane
meerdere uitgaven eene verhooging der rijks-, provinciale en
gemeentelijke subsidies noodig zal zijn.
6°. dat het bestuur der school vernoemd, uw college derhalve
beleefdelijk verzoekt, de gemeentelijke subsidie van de school
voor het dienstjaar 1920 te willen verhoogen met een bedrag
van 3965.daarbij de verzekering gevend, dat de meerdere
uitgaven inderdaad op de meest zuinige wijze zijn begroot
in de verwachting van eene mogelijke daling van- de prijzen
van leermiddelen en grondstoffen.
hetwelk doende
Het Bestuur der Ambachtsschool te Leiden
A. M. Touw, Voorz.
W. de Clercq, Secr.
Leiden, den 19 Juni 1919.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het bestuur
der Vereeniging De Ambachtsschool te Leiden:
dat door de invoering der van rijkswege opgemaakte nieuwe
salarisregeling, het bedrag der verhoogde subsidieaanvraag,
die Uwen Raad in de maand Juni 1919 ontvangen heeft,
onvoldoende blijkt te zijn;
dat deze nieuwe regeling eene meerdere uitgaaf zal eischen
van 6025.waarvan het Rijk 50% voor zijne rekening neemt
en aan de Provincie van Zuid Holland verzocht zal worden
25% van het bedrag te subsidieeren;
dat het bestuur Uwen Raad beleefd verzoekt eveneens 25%
te willen bijdragen, uitmakende een bedrag van f 1735.
dat voor het jaar 1920 reeds eene verhoogde subsidie is
aangevraagd van 3965.zoodat de geheele vermeerdering
van het Gemeentesubsidie zal bedragen f3965.(-1735.
f 5700.—
dat voor de Vakavondschool voor volwassenen de vermeer
dering der salarissen, volgens de nieuwe regeling, f 1587.50
bedraagt, waarvan het Rijk 50% betaalt en de Provincie
van Zuid Holland, volgens hare voorwaarden tot subsidieering
der avondscholen, 20%, zoodat 30% van het bedrag niet
gedekt is;
dat het bestuur Uwen Raad beleefd verzoekt deze 30%,
zijnde een bedrag van f 480.als verhoogde subsidie te
mogen ontvangen.
Hetwelk doende
Het bestuur voornoemd
A. M. Touw Voorzitter.
W. de Clercq Secretaris.
Leiden, den 18 October 1919.
N°. 370. Leiden, 17 December 1919.
Van de vereeniging Vakschool voor Meisjes voor Leiden
en Omstreken bereikten U een tweetal verzoeken om subsidie-
verhooging.
In het eerste adres, dat betrekking had op het dienstjaar
1920, werd verzocht de bij raadsbesluit van 29 November
1917 (Ingek. Stukken No. 277) toegekende jaarlijksche sub
sidie ad 2620 te verhoogen tot 8980, zijnde 30 der
uitgaven, na aftrek van de schoolgelden. Tot staving der
aanvrage werd gewezen op de toeneming van het aantal
leerlingen en de daarmede gepaardgaande vermeerdering
van het aantal leerkrachten en leeriokalen.
Aanvankelijk bestond er bij ons College nogal bezwaar, een
gunstig praeadvies op het verzoek uit te brengen, aangezien
wij in ons voorstel betreffende de toekenning der subsidie
over 1918, als onze meening te kennen hadden gegeven, dat er
voor 1919 en volgende jaren van eene verhoogde subsidie geen
sprake kon zijn, ook al mochten de uitgaven inmiddels zijn
gestegen. Die eventueele hoogere uitgaven zou de vereeniging
moeten bestrijden uit bijdragen van de omliggende gemeenten
en uit particuliere bijdragen.
Nu óns echter uit door de vereeniging overgelegde corres
pondentie met de provincie gebleken is, dat deze niet geneigd
is hare subsidie te verhoogen, indien niet eerst de gemeente
Leiden eene gunstige beslissing op het tot haar gericht ver
zoek heeft genomen, hebben wij gemeend over onze aanvan
kelijke bezwaren te moeten heenstappen. Anders toch zou
men de kans loopen, dat het voortbestaan der school ernstig
werd bedreigd en dat durven wij niet op onze verantwoor
ding nemen. In plaats van de gevraagde verhooging van
f 2620 tot f 8980, zal dan echter slechts een bedrag van
8080 in uitzicht dienen te worden gesteld, aangezien laatst
genoemd bedrag en niet het eerste overeenkomt met de
gevraagde 30% der uitgaven na aftrek van de schoolgelden.
Het tweede adres heeft betrekking op een tekort van
f 1220.over 1919 wegens hoogere salarieering en vermeer
dering van de leerkrachten. In dit tekort wil de Provincie,
indien de gemeente voorgaat, f 420.bijdragen. Door het
Rijk is weliswaar geen verhoogde subsidie ten laste van den
dienst 1919 toegezegd, doch volgens aan de vereeniging ge
dane mededeeling zal in 1920 eene extra-subsidie van f 9670.
worden uitgekeerd ter gedeeltelijke dekking van de hoogere
uitgaven in 1919.
Onder opmerking, dat onder de uitgaven voor 1920 een
post voorkomt ad f 6200.wegens kosten van inrichting
van een 5-tal nieuwe lokalen, welke post dus een volgend
jaar niet meer op de begrooting drukt, -geven wij U alsnu in
overweging:
1° aan de vereeniging Vakschool voor Meisjes voor Leiden
en omstreken over 1920 eene subsidie uit te keeren ten be
drage van f 8080.onder voorwaarde, dat door het Rijk
en de Provincie te zamen over 1920 eene subsidie van ten
minste f 16.630.wordt toegekend en verder onder de be
staande voorwaarden
2°. aan de vereeniging Vakschool voor Meisjes voor Leiden
en omstreken over 1919 behalve de subsidie ad f 2620.
nog een extra subsidie van f 800.uit te keeren, mits de
Provinciale bijdrage over 1919 met f 420.-worde verhoogd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 29 April 1919.
De ondergeteekenden, J. Overvoorde-Gordon, Voorzitster
en M. Kluyver-Honigh, Secretares, hebben namens de »Ver-
eeniging Vakschool voor Meisjes voor Leiden en Omstreken"
de eer Uw College te kennen te geven,
dat sedert de opening der school in 1917 alle vervolgklassen
der lessen, die het eerste jaar begonnen waren, geopend, en
nieuwe cursussen ingericht zijn,
dat in overeenstemming daarmede zeven nieuwe leeraressen
zijn aangesteld, en met September 1919 een vermeerdering
der leerkrachten noodzakelijk zal blijken,
dat nieuwe lokalen moeten worden gehuurd en ingericht, en
dat dientengevolge de Uitgaven der Vereeniging zeer zijn
gestegen. v