235 ƒ350.— en te brengen van ƒ4000.op ƒ1350.— per jaar. 'iWelk doende enz. Voor het Bestuur van den Nederlandschen rtoomsch Katholieken Volksbond afdeeling Leiden en Omstreken P. HEEMSKERK, Voorzitter. J. M. H. HORIKX, Secretaris. Sophiastraat 29. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 368. Leiden, 17 December 1919. In verband met de in Uwe Vergadering van 25 Juli 1918 geopperde bedenkingen tegen ons praeadvies op het verzoek van het genootschap «Mathesis Scientiarum Genitrix" in zake de reorganisatie en de uitbreiding van het aan de school van het genootschap gegeven voortgezet lager onderwijs en vakonderwijs en de daarmede gepaard gaande uitgaven, traden wij in nader overleg met het bestuur van het genootschap. Nadat dit overleg had geleid tot eene gewijzigde subsidie aanvrage, waarmede ons College zich kon vereenigen, ver scheen het inmiddels in de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangenomen wetsontwerp in zake het garandeeren door het Rijk van rente en aflossing der geldieeningen voor de stich ting en uitbreiding van de door rechtspersoonlijkheid bezit tende vereenigingen opgerichte en in stand gehouden en door het Rijk gesubsidieerde scholen voor nijverheids- en handels onderwijs. Aangezien bij het tot standkomen van dit wets ontwerp de voor het stichten der nieuwe school benoodigde gelden niet meer van gemeentewege behoefden te worden verstrekt, doch door bemiddeling van het Rijk konden wor den verkregen, brachten wij een en ander ter kennis van het bestuur en gaven het daarbij in overweging zijne subsidie aanvrage, na gepleegd overleg met den desbetreffenden Inspec teur, wel de noodige wijzigingen te doen ondergaan. In antwoord op dit schrijven ontvingen wij nevensgaande missive van het bestuur van «Mathesis", waarbij het mede deelde, dat met het oog op de hoogere salarieering over 1919 een extra uitgave van 13.160 moest plaats hebben, waarvan voor rekening van het Rijk 50% en van de Provincie 20% diende te komen. De gemeente zou dus 80% of 3948 moeten bijpassen. Wij geven U mitsdien in overweging de aan het genoot schap «Mathesis Scientiarum Genitrix" toegekende subsidie ad 10.800 over het jaar 1919 alsnog met 3948 te ver- hoogen, onder voorwaarde, dat de subsidiën van Rijk en Provincie te zamen met ten minste 9212 worden verhoogd. Over de reorganisatieplannen zal ons nader praeadvies U bereiken na ontvangst van de gewijzigde subsidieaanvrage. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 47 September 1919. Naar aanleiding van Uw schrijven van 8 Augustus j.l. No. 3/81 R, hebben wij de eer ons tot Uw College te wenden met het volgende. Hoewel het ons leed doet dat de indiening van het door U bedoelde wetsontwerp aanleiding geeft tot nieuwe vertraging in de uitvoering der reorganisatie onzer school, hebben wij met ingenomenheid kennis genomen van Uw aanvankelijk voornemen om den Gemeenteraad voor te stellen zich met onze gewijzigde subsidieaanvraag te vereenigen. Waar nu deze aanvraag de geheele reorganisatie betrof, dus niet alleen de stichting van een nieuw schoolgebouw, waarvan de behandeling om bovenvermelde redenen moet worden uitgesteld, bestaat er o. i. voldoende aanleiding om reeds thans betreffende een ander onderdeel der reorganisatie en wel de salarieering van den Directeur en het onderwijzend personeel, een voorstel aan den raad te doen. Intusschen lag het niet in onze bedoeling reeds thans het geheel in ons reorganisatieplan genoemde bedrag aan te vragen, waaraan wij eerst behoefte zouden hebben gehad, indien de reorganisatie in haar geheel tot stand zou zijn gekomen. Ons streven beoogt voor het oogenblik niet anders dan onzen Directeur en leeraren een eenigszins hoogere bezoldiging te kunnen verstrekken, overeenkomstig een hierbij overgelegd schema, goedgekeurd door den Minister van Onderwijs, Kunsten en- Wetenschappen, bij schrijven van den 10 Januari j.l. #No. 127, afdeeling Vakonderwijs en volgens welke salaris regeling wij over 1918 reeds van het Rijk 4000.extra subsidie ontvingen, en toezegging werd gedaan van 6580. over 1919, zijnde de helft van het over dat jaar benoodigde bedrag. Van de andere helft is de Provincie Zuid-Holland blijkens schrijven van den 21/25 Juli j.l. B, No. 1680 (4e aldeeling) G. S. No. 87, bereid, volgens de voor die Provincie geldende subsidieregeling, 40 of 2632.— bij te dragen, mits de Gemeente Leiden de dan nog overblijvende 60% voor hare rekening neemt, tot een bedrag van 3948.—. Beleefd verzoeken wij U te willen bevorderen dat ons dit bedrag over 1919 alsnog worde toegestaan. Het Bestuur van «Mathesis Scientiarum Genitrix" A. M. Touw, Voorzitter. H. A. Sypkens, Secretaris. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het bestuur der Vereeniging De Ambachtsschool te Leiden: dat door Zijne Exc. den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aan de salariscommissie voor burgerlijke Rijksambtenaren ook is opgedragen eene salarisregeling te ontwerpen voor directeuren en leeraren van alle door het Rijk gesubsidieerde instellingen van onderwijs, waaronder ook de scholen voor ambachts- en vakonderwijs; dat een dezer dagen de nieuwe, door genoemde commissie opgemaakte salarisregeling door het bestuur der Ambachts school alhier is ontvangen dat volgens ministerieele bepaling de nieuwe salarisregeling moet gerekend worden in te gaan op 1 Januari 1919; dat uit genoemde salarisregeling blijkt, dat aan salarissen voor directeur en leeraren der Ambachtsschool over het jaar 1919 meer zal moeten worden uitbetaald een bedrag van 16075 dat het Rijk voor 50 zal bijdragen in deze verhooging en de overige 50 volgens mededeeiing van Zijne Exc den Minister gevonden zal moeten worden uit verhoogde subsidies van gemeente en provincie; dat mitsdien het bestuur der Ambachtsschool alhier Uwen Raad beleefd en dringend verzoekt de reeds aan de school verleende subsidie voor het jaar 1919 te willen verhoogen met een bedrag van 25 van 16075.uitmakende een som van 4020. dat voorts, volgens dezelfde salarisregeling, voor directeur en leeraren der aan de Ambachtsschool verbonden Vakavond school voor volwassenen voor 1919 een meerbedrag voor salarissen noodig zal zijn van 1587 50, waarvoor het Rijk eveneens 50% zal bijdragen en de resteerende 50% gevonden zal moeten worden door verhoogde subsidie van gemeente en provincie; N°. 369. Leiden, 17 December 1919. Blijkens de hierachter afgedrukte adressen komt de ver eeniging De Ambachtsschool te Leiden met het oog op de hoogere salarieering der leeraren over het jaar 1919 te kort 16075, benevens 1587.50 voorzooveel de vakavoudschool voor volwassenen betreft. Van eerstgenoemd tekort vraagt het bestuur 25 of 4020 van de gemeente, 50 van het Rijk en 25% van de Provincie en van het deficit der avond school voor volwassenen 30 of 480 van de gemeente, 50% van het Rijk en 20% van de Provincie. Over 1920 werd het tekort, in hoofdzaak in verband met de hoogere salarissen, aanvankelijk geraamd op ƒ16515,doch blijkens het adres van 18. October 1919 komt hier nog ƒ6925 bij, zoodat een bedrag van 23440 aan meerdere subsidie verkregen moet worden. Van de gemeente wordt hiervan weder 25% of 5700 gevraagd, van het Rijk 50% en van de Provincie 25 Met betrekking tot de vakavondschool voor volwassenen wordt het tekort geraamd op 1587.50, als voor 1919. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging: 4°. de aan de vereeniging de Ambachtsschool te Leiden toegekende subsidie ad 11365, waarvan 1000 ten be hoeve van de vakavondschool voor volwassenen, over het jaar 1919 alsnog te verhoogen met 4020, benevens 480 voor de avondschool voor volwassenen, mits de subsidiën van Rijk en Provincie te zamen met ten minste 12055, benevens ten minste ƒ1100 voor de avondschool worden verhoogd; 2°. aan de vereeniging de Ambachtsschool te Leiden over het jaar 1920 eene subsidieverhooging van 5700, benevens 480 voor de avondschool voor volwassenen in uitzicht te stellen, mits de subsidies van Rijk en Provincie te zamen over 1920 met ten minste 17740, benevens ten minste 1100 voor de avondschool worden verhoogd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 11