218
het bouwterrein enz., hetgeen van gemeentewege, doch voor
rekening van de vereeniging zal geschieden
d. het juiste bedrag van het voorschot, de storting daarvan
en de atlossing bij wijze van annuïteiten zullen bij nadere
overeenkomst door Burgemeester en Wethouders met de
vereeniging worden geregeld op den voet van hetgeen ten
deze door het Rijk tegenover de gemeente zal worden bepaald;
e. de vereeniging verbindt zich jegens de gemeente op de
met behulp der voorgeschoten gelden verkregen onroerende
goederen eerste hypotheek te verleenen tot een aan het onder
II bedoelde voorschot gelijk bedrag; de kosten der hypotheek-
stelling zullen komen ten laste der vereeniging;
f. bij faillissement of bij ontbinding der vereeniging, alsmede
indien één of meer van de voorwaarden, waaronder het voor
schot is verleend, niet worden nageleefd, zal het voorschot
of het onafgeloste deel daarvan terstond opvorderbaar zijn,
terwijl in dat geval ook geen bijdragen van gemeentewege
meer verschuldigd zullen zijn;
g. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen
der vereeniging zonder goedkeuring van Burgemeester en
Wethouders, of, na weigering van Gedeputeerde Staten, zal
het bestuur aan de gemeente verbeuren eene som van vijf
duizend gulden, waarvoor de leden van het bestuur hoofdelijk
ieder voor het geheel aansprakelijk zullen zijn, onverminderd
het recht der gemeente om, zoo daartoe termen zijn, in plaats
van de geldboete schadevergoeding te eischen en om de
vervreemding of bezwaring niet als geldig te erkennen;
h. de gemeente zal, zoolang het voorschot niet geheel is
afgelost, met goedkeuring van Gedeputeerde Staten, of bij
weigering met koninklijke goedkeuring, het recht hebben
alle bezittingen der vereeniging, met het voorschot verkregen,
met de daarop rustende lasten en verplichtingen en alle
schulden der vereeniging, voor zoover die ten behoeve van
die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk óver te nemen, tegen
betaling van een bedrag, door Gedeputeerde Staten goedgekeurd
of bij weigering door de Kroon vast te stellen, met dien ver
stande, dat boven het voorde verwerving of de instandhouding
van die bezittingen aangewende deel van het eigen vermogen
van de vereeniging, slechts eene billijke vergoeding voor
noodzakelijke met den eigendomsovergang verband houdende
kosten wordt uitgekeerd;
i. de gemeente heeft het recht, op door Burgemeester en
Wethouders te bepalen wijze, in haar dienst zijnd personeel
als huurders voor ten hoogste 3 woningen aan te wijzen, met
dien verstande, dat deze huurders verplicht zijn zelf de huur
aan de vereeniging te betalen en ook overigens de regelen,
welke voor de huur en de wijze van bewoning bij den aanvang
der bewoning of later gesteld zijn, na te komen;
j. het bestuur der vereeniging is verplicht aan Burgemeester
en Wethouders of aan iemand daartoe door hen gemachtigd,
alle gevraagde inlichtingen te verschaffen. Daarenboven zijn
Burgemeester en Wethouders bevoegd om in persoon of door
een gemachtigde inzage, afschriften of uittreksels te nemen van
de boeken en bescheiden der vereeniging;
k. jaarlijks worden de begrootingen vóór '1 October van het
jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dienen, de balansen
met winst- en verliesrekening en het jaarverslag vóór 1 April
na afloop van dat jaar aan Burgemeester en Wethouders
medegedeeld
l. wijzigingen, in de statuten der vereeniging aan te brengen,
zullen vooraf door Burgemeester en Wethouders moeten
worden goedgekeurd;
m. aan het in art. 34 der statuten bedoelde reservefonds zal
geene bestemming worden gegeven, dan onder goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders;
n. de vereeniging zal bij het verstrijken van den termijn,
waarvoor de Koninklijke goedkeuring geldt, verlenging van
dien termijn hebben aan te vragen;
o. Burgemeester en Wethouders hebben de bevoegdheid de
woningen geregeld te doen opnemen en onderhoud en her
stellingen te gelasten; indien aan dit bevel niet wordt voldaan,
kunnen Burgemeester en Wethouders dit onderhoud of deze
herstellingen doen verrichten ten koste van de vereeniging;
p. de vereeniging is verplicht de daarvoor vatbare bezit
tingen te verzekeren tegen brandschade bij eene maatschappij
ter goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, waarbij
het beding moet worden gemaakt, dat de gemeente op de
assurantiepenningen voorrang zal hebben, terwijl de polissen
en de laatste premiequitantie ten raadhuize moeten worden
gedeponeerd
q. de voorwaarden, waaronder de woningen worden ver
huurd, en de huurtarieven zijn aan de goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders onderworpen;
r. de jaarlijksche annuïteit wordt gebracht ten laste van de
winst- en verliesrekening, tenzij Burgemeester en Wethouders
met een andere regeling genoegen nemen;
s. de verstrekking en de aanvaarding van het voorschot
geschiedt bij eene wederzijdsche overeenkomst, waarvan eene
notarieele akte wordt opgemaakt. De akte vermeldt de voor
waarden, waaronder het voorschot is verleend en aanvaard.
De kosten der notarieele akten komen ten laste van de
vereeniging.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden 6 Juli 1919.
Aan den Raad der Gemeente Leiden
geeft met verschuldigde eerbeid te kennen de Woning-
bouwvereeniging de Eendracht, goedgekeurd bij Koninklijk
besluit van 9 Juni 1913 No 60 St. Courant No 194 en toe
gelaten als Vereeniging uitsluitend werkzaam in het belang
van de Volkshuisvesting bij Kon. Besluit van 6 October 1913
No. 70,
dat in de algemeene vergadering, gehouden 15 November
1918 besloten is tot de stichting van 74 woningen en een
pakhuisje op een terrein aan de Lagen Rijndijk, toebehoorende
aan de Gemeente Leiden
dat de stichtingskosten dezer woningen met inbegrip van
de aankoop van den grond zijn geraamd op een bedrag van
f. 334590.
dat de door haar aan Uw Geacht College overgelegde
plannen de volle goedkeuring hebben van den heer Inspecteur
voor de Volksgezondheid
dat zij, uitvoering gevende aan de besluiten van de alge
meene vergadering van 15 November 1918, Uwen Raad
verzoekt,
le. aan de woningbouwvereeniging de Eendracht o verte-
dragen pl.min. 9000 Meter grond voor den prijs door Uw
College, in verband met de kosten voor riooleering en be
strating in billijkheid vast te stellen
2e, aan de Woningbouwvereeniging de Eendracht te ver
leenen een Rijksvoorschot groot 100% van het bedr ag noodig
voor de stichting van haar bouwblokken en voor den aan
koop der benoodigde terreinen, overeenkomstig het bepaalde
in par. 7 van de Woningwet,
3e. aan de Woningbouwvereeniging de Eendracht te ver
leenen zulk een jaarlijksche bijdrage, als in verband met de
explotatierekeriingen noodig zal blijken te zijn
't welk doende
voor de Woningbouwvereeniging de Eendracht
voorzitter
P. de Wolf
secretaris
P. J. Bomli.
Leiden, den 6 Juli 1919.
Memorie van Toelichting.
Toen onze Vereeniging in October hare plannen bij Uw
College inzond, kwam van wege den Heer Directeur van het
Bouw- en Woningtoezicht de mededeeling, dat hij op onze
plannen geen gunstig advies zou kunnen uitbrengen als de
in de explotatie ontworpen huren niet werden verhoogd van
f 3.15 op f 3.60 per week voor de goedkoopste woningen.
Op de daar voor gehouden algemeene vergadering begin
November was voor deze huurverhooging geen meerderheid
te vinden, tenzij het bestuur de opdracht aanvaarde, direct
naast het onderhavige plan een nieuw bouwplan te ontwerpen,
waar bij tegemoet gekomen werdt aan het woning gebrek van
die leden, voor wien een huur van f 3.60 per week een on
overkomelijke hinderpaal was.
Na gehouden besprekingen met den Heer Wethouder voor
de Volkshuisvesting kreeg ons bestuur de zekerheid, dat het
Dag. Bestuur der Gemeente met alle kracht zou medewerken,
tot de totstandkoming dezer nieuwe plannen en aan de Ver
eeniging de noodige terreinen voor deze woningen ter be
schikking zouden worden gesteld.
Nu de aanbesteding van ons eerste Volksparkplan heeft
plaats gehad en het resultaat daar van tot gevolg had, dat
door de Rijksautoriteiten weder een nieuwe verhooging van
de huuren word geëischt, waardoor deze klommen van oor
spronkelijk f 3.15 tot f 4.25 voor de goedkoopste woningen,
klemd.de noodzakelijkheid om de meeste spoed te maken met
ons tweede Volkspark plan, des te meer.
Om te gemoet te komen aan de woningnood voor dat deel
onzer leden, welke, met een inkomen van omstreeks f 18.
a f 20.— per week, niet meer kunnen verwonen als f 3.—
per week, heeft onze Vereeniging, hoewel tot haar leedwezen,
zich genoodzaakt gezien, het type van haar woningen te
wijzigen.
Zoowel in de bestaande woningen als in de nu in uitvoe
ring genomen woningen is het kamer en suittesysteem ge-