214 jaren te verbinden, leek ons met het oog op de steeds toe nemende scheepvaart niet geraden. Wij wendden ons daarom tot den heer Vreeburg met de vraag, of hij ook genegen was slechts gedurende het jaar 1920 de invordering tegen eene vergoeding van 975 op zich te nemen, met dien verstande echter, dat hij zich tevens verbond de pacht na afloop van het pachtjaar weder voor den tijd van één jaar of twee jaren, onder dezelfde voorwaarden en tegen bijbetaling van dezelfde som door de gemeente, uit te oefenen, indien en naar gelang zulks door de verpachters werd verlangd. Vreeburg en zijne beide borgen gingen met een en ander accoord en wij stellen II daarom voor de invordering van de bruggelden aan de Zijl- of Spanjaardsbrug gedurende het jaar 1920 ondershands op te dragen aan J. A. Vreeburg, land bouwer alhier, tegen een door de gemeente te betalen ver goeding van ƒ975 'sjaars en verder onder de voor de open bare verpachting vastgestelde, in bovenstaanden geest ge wijzigde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 340. Leiden, 14 November 1919. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat wij op korten termijn den koop in handen hebben van eenige perceelen bouwgrond, die ons met het oog op toekomstige bouw plannen voor de volkshuisvesting door de vereeniging «Eens gezindheid" en van de vereeniging «Tuinstadwijk" zeer geschikt voorkomen. Het zijn in de eerste plaats twee perceelen nabij den Zijl singel ten Noorden en langs de Trompstraat, het eene kadas traal bekend onder Sectie K nis. 726 en 705, ter grootte van van 9172 M2., het andere kadastraal bekend onder Sectie K no. 3068, belendende aan de zooeven genoemde perceelen en grenzende aan de bestaande bebouwing van de bouwver- eeniging «Eensgezindheid", ter grootte van 5330 M2. De perceelen Sectie K nis. 726 en 705 zijn te koop voor 2.50 per M2., met dien verstande, dat het terrein aan de gemeente overgaat en de betaling plaats vindt op 1 April 1920, of wel op 1 Januari 1920, in welk geval de koopsom met de rente over 3 maanden, tegen 5 per jaar, wordt verminderd; het perceel Sectie K no. 3068 is te koop voor 3.50 per M2., met dien verstande, dat het terrein aan de gemeente overgaat en de betaling plaats vindt op 1 April 1920, onder beding van bijbetaling van 5% rente van de koopsom over de maanden Januari, Februari en Maart 1920. Verder hebben wij op korten termijn den koop in handen van een bouwterrein aan de Heerenstraat, kadastraal bekend onder Sectie M nis. 1437, 1438, 1439 en 1444 gedeeltelijk, resp. ter grootte van 1.50.20 H.A., 1.05.20 H.A., 0.30.43 H.A. en 2.88.00 H.A., te zamen alzoo 5.73.83 H.A. Deze perceelen zijn te koop voor f 2.25 per M2. Met het oog op de toekomstige bouwplannen van de bouw- vereeniging «Tuinstadwijk'f, komen ons deze perceelen voor gunstig te zijn gelegen. Al de voormelde perceelen zijn op de hierbij gevoegde situatie-teekeningen aangegevenzij behoeven niet in het grondbedrijf te worden ingebracht, omdat zij reeds zeer spoedig tegen den kostenden prijs aan de genoemde bouw verenigingen kunnen worden overgedragen. Aangezien ons de gevraagde koopprijzen voor het beoogde doel niet te hoog voorkomen, geven wij U in overweging: a. te besluiten tot den aankoop, ten behoeve van de volks huisvesting, van de navolgende perceelen bouwgrond en water: '1°. Sectie K nis 726 en 705, te zamen groot 0.91.72 H.A. voor 2.50 per M.2, met dien verstande, dat dit terrein aan de gemeente overgaat en de betaling plaats vindt op 1 April 1920 of wel op l Januari 1920, in welk geval de koopsom wordt verminderd met de rente over 3 maanden a 5% per jaar; 2°. Sectie K no. 3068, groot 0.53.30 H.A voor ƒ3,50 per M.2, met dien verstande, dat de grond aan de gemeente over gaat en de betaling plaats vindt uiterlijk op 1 April 1920, met bijbetaling van 5 rente van de koopsom over de maanden Januari, Februari en Maart 1920; 3°. Sectie K no. 1437, groot 1.50.20 H.A. 1438, 1.05.20 1439, 0.30.43 1444 ged. 2.88.00 (nader op de situatie aangegeven) te zamen 5.73.83 H.A. voor ƒ2.25 per M.2 De koopsommen zullen bedragen aannemende dat de perceelen sub 1° en 2° vóór 1 Januari 1920 aan de gemeente overgaan en de betalingen vóór dien datum plaats vinden voor de perceelen sub 1° 22643.37s het perceel 2° 18655. de perceelen 3° 129111.75 te zamen 170410.12s b. over te gaan tot vaststelling van bijgaanden suppletoiren begrootingsstaat, groot, met inbegrip van de overdrachts kosten, 171150. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 341. Leiden, 14 November 1919. Wij geven U in overweging tot vaststelling van het kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1919/1920, waarvan de proefdrukken grootendeels reeds aan de raadsleden zijn toegezonden, tot een totaal bedrag van ƒ18.614.050.over te gaan. Omtrent de vaststelling van het vermenigvuldigingscijfer zullen wij U binnenkort een voorstel doen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 342. Leiden, 14 November 1919. De door Burgemeester en Wethouders voorgestelde nieuwe Verordening, regelende de heffing van opcenten op de hoofd som der Rijks Personeele Belasting (Ingek. St. No. 333) ont moet bij de Oommissie van Financiën geene bedenking. Zij adviseert U mitsdien tot vaststelling dier verordening te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 6