238
DONDERDAG 25 SEPTEMBER 1919.
ders om' praeadvies, dan zijt U volkomen regelmatig en hier
mede hebben ook de Sociaal-Democraten genoegen te nemen.
De heer Knuttel. M. d. V. Ik zou den heer Dubbeldeman
willen aanraden niet te persisteeren bij zijn eisch, want wordt
zijn voorstel in stemming gebracht en verworpen, dan is de
geheele zaak van de baan, terwijl dit niet het geval is, wanneer
het voorstel- van Burgemeester en Wethouders wordt in
stemming gebracht en verworpen.
De heer Huges. M. d. V. Ik begrijp de Heeren heelemaal
niet. Ik weet van den achtergrond van deze zaak niets af,
maar dit wil ik wel zeggen, dat ik eens geïnformeerd heb bij
den Directeur van de gasfabriek en van hem cijfers heb ver
nomen om van te duizelen. Ik zou de leden van den Raad
dan ook willen aanraden om goed beslagen op het ijs te komen
en daarvoor is een praeadvies absoluut noodzakelijk.
De Voorzitter. Ik hen het geheel met den heer Knuttel
eens. Wanneer het voorstel van den heer Dubbeldeman wordt
verworpen, dan is het van de baan en wordt het voorstel van
Burgemeester en Wethouders aangenomen, dan zal er een on
derzoek volgen van de zijde van Burgemeester en Wethou
ders. Ik ben het ook eens met den heer de Lange, dat Bur
gemeester en Wethouders de zaken voorbereiden en met voor
stellen komen.
De heer Heemskerk. M. d. V. De meeste leden van den
Raad kennen het standpunt vroeger door mij in deze zaak
ingenomen bij de behandeling van de gasprijsregeling. Ik
wil wel verklaren, dat mij het voorstel, dat is gedaan, niet
onsympathiek is, maar dat ik het toch eens ben met Burge
meester en Wethouders wat aangaat om dit voorstel te stel
len in hunne handen om praeadvies uit te brengen. Al ben
ik een voorstander van hetgeen in het voorstel wordt ge
vraagd, toch begrijp ik volkomen de moeilijkheden aan deze
regeling verbonden, en ik zou den heeren dan ook willen
aanraden, willen zij een praktisch resultaat bereiken, zij er
zich voor moeten wachten hun voorstel te laten afstemmen.
De heer de la Rie. M. d. V. Ik zou gaarne vernemen van
Burgemeester en Wethouders of, wanneer het voorstel van
Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen, het lang
zal duren voor dat dat praeadvies den Raad zal bereiken.
Daarvan zal het afhangen, hoe wij zullen stemmen.
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders zullen dat
praeadvies zoo spoedig mogelijk uitbrengen, maar zij moeten
eerst het advies inwinnen van de Commissie voor de Gas
fabriek.
De heer de la Rie. M. d. V. Het is ons op het oogenblik
in hoofdzaak te doen om ons overgangsvoorstel. De quaestie
van de progressie kan later wel worden geregeld.
De Voorzitter. Neen, dat kan niet.
De heer de la Rie. Ik geloof niet, dat Burgemeester en
Wethouders zooveel werk zullen hebben met deze progessie,
want dat is iets wat het personeel aan de gasfabriek moet
uitrekenen.
De Voorzitter. Wanneer U langer in de Commissie zit,
zult U wel inzien hoe het gaat met progressie op den gas-
prijs. Stel dat een bepaalde klasse ter goedmaking van de
kosten bijvoorbeeld moet belasten met 1.per M3., dan
zult U van deskundige zijde wel ingelicht worden, dat men
bijvoorbeeld geen gaskachels meer gebruikt, zoodat dat niet
gaat. Het is werkelijk zoo gemakkelijk niet.
Ik herhaal nog eens, dat men nu goed zal doen het voor
stel tot praeadvies aan te nemen. Het voorstel gaat niet in
den doofpot, maar het zal worden toegelicht door Burgemester
en Wethouders.
De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel om het
voorstel in handen te stellen van Burgemeester en Wethou
ders tot het uitbrengen van praeadvies wordt aangenomen
zonder hoofdelijke stemming.
8°. Voorstel van de heeren van der Zeeuw, de la Rie en
Dubbeldeman, in zake het verleenen van een toeslag op de
brandstoflenprijzen.
Dit voorstel luidt als volgt:
Leiden, 15 September 1919.
Ondergeteekenden stellen voor van Gemeentewege aan inge
zetenen met een inkomen van niet hooger dan 1200.per
jaar een toeslag te verleenen op het minimum-brandstoffen-
rantsoen van 1.25 per eenheid antraciet, ƒ1.20 per eenheid
eierkolen, en ƒ1.00 per eenheid gascokes, en aan hen, met
een inkomen tusschen ƒ1200.en ƒ1800.een toeslag van
respectievelijk 0.62a, ƒ0.60 en ƒ0.50, en zulks met terug
werkende kracht over de reeds afgenomen brandstollen, ge
durende het loopende seizoen.
J. G. v. d. Zeeuw.
J. P. de la Rie
M. Dubbeldeman.
Aan den Gemeenteraad Leiden.
Toelichting.
Het geven van toeslag op de brandstoffen is o.i. noodzake
lijk, daar het voor arbeiders, en met hen gelijkgestelden,
onmogelijk is de tegenwoordige prijzen te betalen. De prijzen
van 1918 waren reeds zóó hoog, dat B. W. genoodzaakt
waren aan den Raad voor te stellen toeslag te geven op die
prijzen. Doch sinds dien is het bedrag, benoodigd voor de
aanschaffing van het brandstoffenrantsoen, nog aanzienlijk
hooger geworden.
De bedoeling van het voorstel is om aan bovengenoemde
groepen van ingezetenen het rantsoen beschikbaar te stellen
tegen de prijzen van het voorgaande jaar.
De Voorzitter. Ik zou willen voorstellen om dit voorstel
evenals de vorige in handen van Burgemeester en Wethouders
te stellen ter uitbrenging van praeadvies.
De heer van der Zeeuw. M. d. V. Men moet wel moed
hebben, na al hetgeen vanmiddag is geschied door al onze
voorstellen af te stemmen, om met een voorstel tot directe
behandeling te komen.
De zaak is echter niet zoo moeilijk, daar zij reeds eenmaal
aan de orde is geweest, en de toestand is van dien aard, dat
de tijd zoover gevorderd is, dat directe behandeling noodza
kelijk is. Daarbij komt ook nog dat wij het voorstel bijtijds
hebben ingediend en wanneer wij een praeadvies moeten af
wachten, zullen daarmede misschien nog een vier of vijf
weken heengaan, zoodat ik werkelijk zou willen vragen het
voorstel direct te behandelen. Over de voorstellen zelf zal ik
nader terugkomen.
De heer van Stralen. M. d. V. Ik kan mij nu werkelijk
niet begrijpen, dat U nu hier wedèr met een dergelijk voor
stel komt. Deze zaak is een paar raadszittingen geleden ook
al aan de orde geweest en toen hebt U precies berekend wat
de financiëele gevolgen van dit voorstel zouden zijn. Hebt U
toen niet medegedeeld aan den Raad, dat de kosten voor de
gemeente op een ƒ240000.zouden loopen? Die vraag kan
dus direct beantwoord worden en daarom stel ik voor om het
voorstel reeds van middag te behandelen.
In die bedoelde vergadering heeft de Voorzitter bezwaar
gemaakt tegen het geven van een toeslag op den brandstof-
fenprijs, daar de toestand weder normaal was en de prijzen
van de brandstoffen, volgens den Voorzitter, toen weder op
normale hoogte waren gekomen.
Dat is Uw standpunt, dat door de meerderheid van den
Raad is gedeeld. Nu komt deze zaak opnieuw aan de orde
en is het goed, dat deze geheele zaak opnieuw onder de
oogen wordt gezien. Indien Burgemeester en Wethouders
adviseeren ons voorstel niet aan te nemen, dan is dit ter
verantwoording van degenen, die tegen ons voorstel stem
men. Wij meenen, door dit voorstel te doen, te handelen in
het belang van de arbeidersbevolking. Het is toch al voor een
groot gedeelte te laat, omdat er velen reeds hunne brand
stoffen hebben opgeslagen, hoewel zij er niet toe in staat
waren, maar er toe gedwongen, omdat er een stok achter de
deur stond n.l. de bedreiging, dat wanneer men de kolen nu
niet nam, men van den winter slechte kwaliteit zou krijgen.
Er zijn er evenwel heel wat geweest, die niet in de gelegen
heid waren in te slaan, omdat hun de middelen daartoe ont
braken. Nu is de toestand van dien aard geworden, dat de
menschen zitten te wachten op het besluit, dat de Raad
zal nemen. Wij zijn van meening, dat waar er verleden jaar
een toeslag is gegeven, terwijl de kolenprijs niet zoo hoog
was als dit jaar, dit dit jaar zeer zeker zal moeten geschieden.
In de vorige vergadering is gezegd, dat men hier heel wat
meer vraagt dan in andere plaatsen het geval is. Waar
men in de vorige vergadering beweerde, dat in andere ge
meenten een dergelijk verzoek niet was gedaan, daar staat
het op het oogenblik vast, dat in andere gemeenten deze
zaak aan de orde is gesteld en dat o. a. in Haarlem door
Burgemeester en Wethouders is toegezegd, met een voorstel
te zullen komen. Leiden staat dus nu niet alleen. Het staat
vast, dat in andere gemeenten ook toeslag zal worden ge
geven. Het gaat niet aan deze zaak van de hand te wijzen
of op de lange baan te schuiven. De zaak is zeer urgent en
men wacht op de beslissing van den Raad om zijne brand
stollen in te slaan, waarom reeds hedenmiddag eene beslis
sing dient te worden genomen.