DONDERDAG 25
SEPTEMBER 1919.
259
van Burgemeester en Wethouders niet aannam. Het gaat hier
absoluut niet om den heer Driessen een genoegen te doen,
maar wij meenden werkelijk dat wij, om het bureau evengoed
te laten werken als voorheen, het zoo moesten samenstellen.
En dat lijstje van werken is ook zoo gering niet. Er is
ook nog wel wat bij vergeten. Men heeft nog daarbij den
bouw van den ontsmettingsoven en er is nog heel wat te
doen voor een beteren hygiënischen dienst in deze ge
meente.
Burgemeester en Wethouders wenschen dat hier goed ge
werkt wordt en dat er zoo min mogelijk werk blijft liggen.
Daarom meenen zij dat de Directeur door een wetenschap-
pelijk gevormd persoon moet worden bijgestaan.
Wanneer men nu eventueel het amendement van den heer
de Lange aanneemt dan krijgt men in de plaats van den
heer Margadant misschien ook wel een bekwaam persoon,
maar de Directeur heeft iemand noodig, die hem bij zijn
afwezigheid geheel kan vervangen.
Ik zou dus den Raad ten zeerste aanraden om de verorde
ning aan te nemen, zooals Burgemeester en Wethouders
haar hebben geredigeerd. Volgens mijne intieme convictie
heeft het bureau geleden gedurende de afwezigheid van den
ingenieur.
De heer de Lange. Ik wil den heer Driessen tegemoet
komen in zijn wensch otn een ingenieur te hebben, dus Uwe
bestrijding tegen ons voorstel ten aanzien van den ingenieur
gaat langs ons heen. Wij willen genoegen nemen met een
Adjunct-Directeur waarvoor zal worden uitgetrokken een
bedrag van ƒ4000ƒ5200 Dat is het salaris van een ingenieur
eerste klasse. Daarvoor zullen wij een bekwaam ambtenaar
kunnen krijgen.
Mag ik dan nog even eenige opmerkingen tegenover de
Uwe plaatsen?
In de eerste plaats is de heer Driessen sedert 1918 ontlast
van het werk van de Gemeentereiniging en heeft de wedde
behouden, die hem was toegekend, zoodat hij dien tijd nu ook
aan zijn eigen werkzaamheden ten goede kan laten komen.
In de tweede plaats gaat de heer Margadant als Directeur
naar Wageningen. Dat kan men toch stellen tegenover Uwe
bewering, dat- de Directeur altijd heeft gevoeld het gemis
van een wetenschappelijk onderlegd adviseur. Diezelfde heer
Margadant werd door den heer Driessen hoogelijk gewaar
deerd en verdient dat zeer zeker, want hij gaat als Directeur
van Gemeentewerken naar Wageningen.
In de derde plaats kan ik aanvoeren, dat het aantal teeke
naren op het bureau vrij groot is. Ik heb daartegen geen
bezwaar gemaakt, maar U betoogt dat het aantal teekenaren
niet is vermeerderd, want zij werden vroeger betaald uit
een apart potje en nu zouden zij als vaste ambtenaren op
de begrooting voorkomen. Dat is niet juist permitteer me
het te zeggen het aantal vaste ambtenaren is uitgebreid,
maar het aantal tijdelijke teekenaren, die uit dat potje wor
den betaald, is zoo gebleven, want behalve de vaste ambte
naren, hebben wij op het oogenblik nog twee tijdelijke
teekenaren en drie tijdelijke opzichters, die ook gedeeltelijk
uit dat potje worden betaald.
De Voorzitter. Dat zijn andere speciale teekenaren; die
zijn er voor tijdelijke werken. Die kunnen wij ieder oogen
blik noodig hebben; bijvoorbeeld toen de Hoogere Burger
school werd gebouwd was da* ook het geval.
De heer de Lange. Ik heb dat niet bestreden. Ik wilde
alleen constateeren, dat de toestand is gebleven, zooals zij
twee jaren geleden was.
De Voorzitter. Ik zal thans het amendement van de heeren
Mulder en de Lange in stemming brengen.
De heer Sijtsma. Krijgen wij dan ook nog een ingenieur?
De Voorzitter. Er komt een ingenieur in de plaats van
den heer Margadant, terwijl de betrekking van den heer
Kraan niet meer zal worden vervuld.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van de heeren Mulder en de Lange wordt
in stemming gebracht en aangenomen met 21 tegen 7 stemmen.
Vóór stemmen de heerenvan Gruting, Sijtsma, Dubbelde-
man, Huurman, Bisschop, Heemskerk, Kuivenhoven, J. P.
Mulder, Stijnman, Groeneveld, van Tol, A. Mulder, Eikerbout,
Oostveen, van der Zeeuw, Splinter, de la Rie, de Lange.
Oostdam, van Stralen en Meviouw BaartBraggaar.
Tegen stemmen de heeren Knuttel, van Weeren, Pera,
Bots, van der Pot en van der Lip.
De heer Oostveen. M. d. V. In afwachting van het prae-
advies dat door Burgemeester en Wethouders zal worden
uitgebracht inzake de toeslag op den brandstoffenprijs, zou
ik aan Burgemeester en Wethouders willen verzoeken den
vervaltijd van de brandstofieneenheid welke is vastgesteld op
27 September, nog een twee of drietal weken uit te stellen.
Wordt er aan de arbeiders en ambtenaren een toeslag
gegeven dan behoeven ze deze dure brandstoffen niet te
koopen.
Bovendien zijn er tal van arbeiders die op 't oogenblik het
geld niet hebben om deze dure brandstoffen in te slaan, en
mocht er iets terecht komen van de gevraagde uitkeering
van 200 gulden in eens aan hen die in gemeentedienst zijn,
dan zullen zij althans daartoe in de gelegenheid zijn.
Ten slotte nog dit, aan de ambtenaren en werklieden in
rijksdienst zal in October eene uitkeering in geld geschieden,
ook voor hen is het daarom stellig noodig.
Het zal dus goed zijn den vervaldatum een dag of 14 te
verschuiven.
De Voorzitter. Deze kwestie gaat buiten den Raad om.
Ik wil Uw verzoek evenwel overbrengen aan de Districts-
brandstofïencommissie. U wilt dan wel zoo vriendelijk zijn
mij Uw verzoek morgen op het Stadhuis te doen toekomen.
De heer Oostveen. M. d. V. Ik dank U zeer voor uwe
bereidwilligheid. Ik dacht dat zulks hier gebeuren kon. Nu
evenwel blijkt dat deze toestemming berust bij de Brandstoffen-
commissie zal ik U morgen 't schriftelijk verzoek brengen.
De heer Heemskerk. M. d. V. Er wordt terecht door Bnrge-
meester en Wethouders bij de begrooting aangedrongen op
zooveel mogelijke bezuiniging. Aan den anderen kant heb ik
met genoegen bemerkt, dat de post Inkomsten der belasting
op de Publieke Vermakelijkheden een buitenkansje voor de
gemeente is. In verband hiermede zou ik gaarne van Burge
meester en Wethouders willen vernemen, hoe deze verorde
ning wordt toegepast op den stoomcarroussel, waar moeilijk
controle mogelijk is, daar men daar geen plaatskaartjes voor
behoeft te nemen Misschien dat het U niet mogelijk is thans
een definitief antwoord te geven, ik zou er dan in ieder
geval de aandacht van Burgemeester en Wethouders op willen
vestigen, opdat zij de maatregelen weten te treffen, die noodig
zijn om te ontvangen, waartoe men verplicht is.
De heer van der Pot. U bedoelt zeker de stoomcarroussel.
Daar worden aan den ingang kaartjes verkocht en die zijn
afgestempeld; dus daar wordt op die manier belasting ge
heven.
Nu zit de moeielijkheid in de extra-ritjes, waarvan de be
taling om zoo te zeggen in het zakje van de juffrouw terecht
komt. Die ritjes worden dus betaald wanneer men binnen
is. Nu is overeengekomen maar natuurlijk is het hier
eenigszins een zaak van vertrouwen dat die zakjes met
dubbeltjes geteld worden in het bijzijn van een ambtenaar
van de gemeente. Dat is de eenige manier om daarvan be
lasting te heffen.
De heer de Lange. M. d. V. Zou het Raadsverslag niet
wat spoediger kunnen verschijnen? Wij hebben nu pas ont
vangen het verslag van 28 Augustus en de zitting van 2
September is al drie weken geleden.
Ligt de schuld van dat late verschijnen aan den drukker?
De Voorzitter. Het ligt meest aan de Raadsleden zelf, die
hunne stenogrammen niet tijdig genoeg terugzenden.
De heer de Lange. Het is jammer. Want het is zoo ge
makkelijk, wanneer men op eene raadszitting het verslag van
de vorige vergadering bij zich heeft.
Maar ik ben toch blij dat ik de vraag gesteld heb, want
dan weet ik waarin het zit.
Niemand meer het woord verlangende, wordt de vergadering
daarop gesloten.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOOM.