DONDERDAG 25 SEPTEMBER 1919, 255 den Maresingel aangeboden is voor f 30.000.en de Raad dat besluit niet aannam, is dat ook een van de redenen dat wij voor een groot bedrag komen te staan, dat thans uitge geven moest worden. De heer Sijtsma. Ik zou mij willen aansluiten bij den heer Knuttel en anderen, die er zich over verwonderen waarom de Leidsche firma niet in de gelegenheid is gesteld om eene offerte aan te bieden. Ik zou de reden daarvan gaarne ver nemen en wanneer de aanleiding daartoe mij niet kan be vredigen zou ik willen voorstellen de zaak te verdagen totdat zoolang wij hier eene dei gelijke inschrijving hebben ontvangen. De heer van der Pot. M. d. V. Ik zal beginnen met de opmerking van den heer Eikerbout, die wees op het feit, dat men de gasfabriek zooveel goedkooper had kunnen bouwen buiten de stad, en dat het jammer is dat dit niet geschied is. Daarbij zou ik mij gaarne aansluiten. Ik vind het ook jam mer dat naderhand besloten is om die fabriek te bouwen in het reeds bebouwde gedeelte van de stad. Dat is achterafbe- schouwd zelfs zeer jammer. Wij moeten echter alleen, wanneer wij daarvan iemand een verwijt zouden willen maken, in aanmerking nemen, dat het woningvraagstuk er toen heel anders uitzag dan nu en mis schien toen zelfs als voordeel heeft gegolden dat men zoodoende veel betrekkelijk slechte woningen zou opruimen. Dat had men althans kunnen beschouwen als een voordeel dat nu na tuurlijk niet geldt. Ik wil er nog aan toevoegen dat destijds toen die verschillende plannen vergeleken zijn, dit plan toch het goedkoopste was. Het zat echter niet in den grond. De grond zal wel veel goedkooper zijn geweest dan wij nu moe ten betalen voor onteigening, maar de totale kosten waren zoodanig, dat het plan aan de overzijde van den singel duur der zou zijn geweest dan het plan zooals het toen binnen de grenzen werd geraamd. Ik wensch dan te beginnen met het punt, dat in de dis cussie het meest naar voren is gebracht, n.l. de kwestie van de woningen. De heer van Stralen heeft gevraagd de verze kering, dat die menschen niet uit hunne woningen zullen worden gezet. Ik wil die verzekering gaarne geven. Ik zou evenwel willen vragenwas het nog noodig, dat deze verze kering werd gegeven. Het spreekt toch vanzelf, dat wij die menschen niet op straat zullen gaan zetten, zoolang zij nog geene woning heb ben. Het is te betreuren, dat deze aangelegenheid niet vroe ger onder de oogen is kunnen worden gezien, toen er nog geene kwestie van woningnood was. De Commissie voor de Lichtfabrieken zal alles doen om de menschen, die hunne woningen moeten verlaten, aan passende woningen te helpen. Er zijn reeds voorbereidende maatregelen getroffen en er zullen er nog andere volgen. Wat den heer Knuttel betreft, begrijp ik niet, dat waar hij juist van middag gesproken heeft over de vele slechte wo ningen in deze stad, hij thans aanvalt een plan om vele slechte woningen, die er ook in dit huizencomplex zijn, af te breken. De heer Knuttel. Maar men moet eerst nieuwe woningen bouwen. De heer van der Pot. M. d. V. Zeer zeker. Door den heer Heemskerk is eene vraag gedaan aangaan de den markenkoers in verband met de regeeringsmaatre- gelen in Duitschland., Ik kan hern daaromtrent geruststellen. Inderdaad bestaat de zekerheid, dat wij zullen profiteeren van den lagen mar kenkoers. Ik heb ook wel eens gehoord, van maatregelen, waardoor de lage markenkoers wordt gelimineerd; daarnaast staan evenwel gevallen, dat men er wel degelijk van gepro fiteerd heeft. Ik geef de verzekering, dat wij van die neutra- liseerende maatregelen niet zullen hebben te lijden. De heer de la Rie heeft gesproken over de menschen, die zonder werk zullen komen, wanneer de nieuwe wijze van bereiding wordt ingevoerd. Ik begrijp niet, dat de heer de la Rie, die hier omtrent in de Commissie is ingelicht, hierover nu nog spreekt. Hij heeft toen vernomen, dat er van ontslag van werklie den op eenigszins groote schaal geen sprake zal zijn. De Di recteur heeft toch uiteengezet, dat door de rantsoeneering van het gas, het aantal vaste werklieden belangrijk vermin derd is, zoodat ten hoogste een enkele werkman niet meer in dienst zal kunnen blijven, maar op dezulken zal dan de wachtgeldregeling worden toegepast. Er is geene kwestie van een ontslag op groote schaal. Wat de vraag van den heer Huurman betreft, of er reeds een afspraak heeft plaats gehad met een bepaalde firma, kan ik antwoorden, dat er wel voorbereidende besprekingen met verschillende firma's hebben plaats gehad, firma's, die in staat zijn deze ovens te leveren. De adjunct-directeur heeft zelfs een reis naar Duitschland gemaakt om de besprekingen persoonlijk voort te zetten. Nu wordt gevraagd, waarom wordt niet aan de fabrieken in ons land gelegenheid gegeven, ook dit werk ten uitvoer te brengen? Het spreekt vanzelf, dat wanneer fabrieken in ons land in staat geacht mochten worden om dit werk uit te voeren, dat zij dan in de eerste plaats hiervoor in aanmerking kwamen. De heer de Lange heeft onlangs een pleidooi gehouden voor onze nationale nijverheid, maar wat spreekt nu meer van zelf, dan dat men zijn eigen stedelijke nijverheid bevordert. Op gezag van den Directeur moet ik echter zeggen, dat deze fabriek, die reeds meer voor de gasfabriek gewerkt heeft en die bijv. het binnenwerk geleverd heeft voor bestaande hand ovens, retorten enz. dat deze fabriek niet in staat is dit groote werk naar den eisch uit te voeren. Die fabriek, die zooals ik zeg de Lichtfabrieken al tot klant heeft, is niet in staat om dien kolossaal grooten bouw te ondernemen, en zij kan dan ook geen enkel bewijs leveren, dat eenigszins vertrouwen kon doen stellen, dat zij het tot een goed eind kon brengen. Die fabriek is nog betrekkelijk klein; ik wensch haar alle goeds toe, maar zij moet haar sporen nog verdienen met werken van kleineren aard en als zoodanig zou het niet verantwoord zijn om een dergelijke fabriek, die nog zoo kort bestaat en op die wijze is geoutilleerd een der gelijk werk op te dragen. En eerlijkheidshalve hebben wij beslo ten om in dat geval maar niet eene offerte te vragen. Wan neer het van te voren vaststond, dat de levering haar niet zou worden gegund, waarom zou men dan die fabriek de niet onbelangrijke kosten laten maken die het samenstellen van een project medebrengt? En dat is dan ook de reden dat ik er hier op aandring om niet te besluiten tot vertraging van het werk ook met het oog op de kosten. De heer Schulze is bij mij geweest en ik heb met den Di recteur geconfereerd, maar het is uitgesloten, dat die fabriek eene dergelijke opdracht kan vervullen en ik zou het betreu ren wanneer een uitstel de belangrijke besparing van kosten, die nu mogelijk is immers er gaan dan zeker vier weken mede verloren zou weg nemen. Daarom dring ik er op aan om ons voorstel, zooals het daar ligt, aan te nemen. De heer Huurman. M. d. V. De redeneering van den ge- achten Wethouder is naar het mij voorkomt eenzijdig. Hij heeft zijn licht alleen opgestoken bij de directie der gasfabriek. Voor mij staat het nog niet vast dat de bewuste firma niet in staat is om aan de eischen te voldoen. Er is aan die fabriek een ingenieur verbonden, die in 1912 een moderne gasfabriek in Dresden heeft gebouwd, half Europa is naar Dres den gekomen om deze moderne fabriek in oogenschouw te nemen. Verder heeft hij medegewerkt aan den bouw van een fabriek in Kiel en Essen. In verschillende plaatsen heeft hij met succes op dit gebied gewerkt. Voorts heeft deze inge nieur verschillende diploma's, ik begrijp niet dat men nu maar bot weg deze firma onbekwaam acht. Het is toch mogelijk deze firma in de gelegenheid te stellen een plan te ontwerpen en eene offerte aan te bieden. De gemeente blijft immers vrij om daar al of niet op in te gaan. Ook is het niet uitgesloten dat het op dit groote bedrag van f 1300000 wat voordeeliger kan zijn. Bovendien is het toch van belang, indien het werk zou kunnen worden ver richt door een inlandsche firma en speciaal een Leidsche firma. Op verschillend gebied heeft deze fabriek reeds wat gepraesteerd. Deze firma betaalt goede loonen aan hare arbeiders, zoodat het wel een Leidsch belang kan worden genoemd als dit werk door dezen fabrikant zou worden uitgevoerd. Naar ik vernam heeft deze firma een ontwerp voor Hilver sum gereed en is daar lager dan een firma uit Stettin. Verder heeft zij een plan onderhanden voor eene moderne fabriek te Roermond, ik acht het dientengevolge vreemd deze firma te veroordeelen en haar van mededinging uit te sluiten. Het is hier een Nederlandsch en Leidsch belang, dat zeker nog wel eens nader onder de oogen mag worden gezien. Want indien wij zoo als nu hier gebeurt eene Neder- landsche industrie trachten af te breken, dan vraag ik mij af, op welke wijze zij dan tot bloei moet geraken. Ik geloof dat het werkelijk een belang voor de gemeente kan zijn deze firma in de gelegenheid te stellen een project aan te bieden. De heer de la Rie. M. d. V. Slechts eene enkele opmer king naar aanleiding van hetgeen de heer van der Pot heeft gezegd, betreffende mijne vraag aangaande het werkloos worden van verschillende arbeiders. Ik weet wel, dat de Directeur in de Commissievergadering dezelfde toezegging heeft gegeven, maar ik wilde daarvan de bevestiging hebben van Burgemeester en Wethouders. De heer van der Pot. Het is geene toezegging, het is eene inlichting en waarom moet deze nu worden herhaald?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 25