248
DONDERDAG 25 SEPTEMBER 1919.
De heer Elkerbout. M. d. Y. Ik geloof dat wij deze zaak
van twee kanten kunnen bekijken, want als wij de boven
woning afzonderlijk beschouwen, kunnen wij dat ook doen
met het daar beneden liggend perceel en kunnen wij des
noods de zaalhuur verhoogen, waardoor de bewoners niet ge
troffen worden. Wat mij betreft komt eene dergelijke verhoo
ging mij zeker juist voor, ook al zouden wij daardoor in on
genade bij de Huurcommissie komen.
De heer A. Mulder. Ik begrijp de heeren werkelijk niet.
De zaak is toch zeer duidelijk. Burgemeester en Wethouders
doen een voorstel en vragen daarover de goedkeuring van
den Raad. Wanneer die is gegeven, gaan zij naar de Huur
commissie voor sanctie. Zegt de Huurcommissie: neen, dan is
de zaak uit. Het is doodeenvoudig.
De heer Bots. De geheele verhooging is een gevolg van het
meerdere onderhoud, want men begrijpt dat het onderhoud
nu meer dan voorheen kost door de hoogere arbeidsloonen
en de duurte der arbeidsloonen. En verder gaat het precies
als de heer Mulder zooeven heeft geschetst. Het is werkelijk
een eenvoudige zaak.
De heer van Stralen. Wat de heer Bots zegt is ook niet
juist. Er blijkt uit de stukken, dat de verhooging al reeds is
bedongen en dit is, waar er blijkbaar ook geen voorbehoud
gemaakt is omtrent de te nemen beslissing door de Huur
commissie, in strijd met de Huurcommissiewet. Dus hetgeen
de heer Mulder zooeven heeft aangegeven als de juiste weg,
wat de heer Bots heeft onderschreven, is hier niet gevolgd.
De heer Groene veld. Later zullen Burgemeester en Wet
houders de gronden voor de verhooging aan de Huurcom
missie moeten mededeelen. Dat hadden zij ook aan den Raad
moeten doen, want nu weten wij niet, of die verhooging wel
noodig was.
De Voorzitter. Dat is nu eens met recht spijkers op laag
water zoeken.
De hoofdzaak is hier de verhuring van eene vergaderzaal,
waaraan toevallig eene woning is verbonden. En nu verbaast
mij de houding van de heeren ten zeerste. Dan wordt er
weder eens een prijs te laag gevonden en direct daarop
vraagt de gemeente weer te veel. Het is nooit goed. Daar
kunnen wij nu wel heele dagen over praten, maar dan komt
men nooit meer aan het einde van de agenda.
Het onderhoud is hier gestegen en nu weet ik niet in hoe
verre dat drukt, op de bovenwoning of op die zaal, maar wij
gaan hier langs den natuurlijken weg. Er moet een contract
gesloten worden en dan vraagt men aan de Huurcommissie
of zij er geen bezwaar tegen heeft. Nu hebben wij hier vijf
van dergelijke nummers gehad. Het eene is al eenvoudiger
als het andere en men praat over elk punt; wij hebben waar
lijk onzen tijd noodig. Wij hebben hier heusch niet te veel
gevraagd.
De heer Groeneveld. Daar gaat het ook niet om. Ik weet
niet of hier te veel is gevraagd; dat kan ik nietbeoordeelen.
De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burge
meester en Wethouders wordt in stemming gebracht en aan
genomen met 18 tegen 9 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Sijtsma, Huurman, Bisschop,
Heemskerk, Kuivenhoven, J. P. Mulder, Stijnman, van Tol,
van Hamel, A. Mulder, Eikerbout, Splinter, de Lange, Oost-
dam, Pera, Bots, van der Pot en van der Lip.
Tegen stemmen de heeren Knuttel, Dubbeldeman, Groene
veld, van Weeren, Oostveen, van der Zeeuw, de la Rie, van
Stralen en Mevrouw BaartBraggaar.
(De heer Sijtsma was inmiddels ter vergadering gekomen.)
XIX. Voorstel tot verhuring van de beweiding van het Schut
tersveld aan de Wed. C. BiebenBiessot.
(Zie Ing. St. No. 285.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XX. Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van 16 Ja
nuari 1919 inzake de onderhandsche opdracht tot leverantie
van schoolboeken, kaarten, platen e.d. voor de openbare lager
scholen en de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwij
zeressen.
(Zie lng. St. No. 265.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
(De heer Dubbeldeman wordt geacht zich van stemming
te hebben onthouden
XXL Voorstel om alsnog een bedrag van f 5000 beschikbaar
te stellen ten behoeve van de wachtgeldregeling voor werk
lieden in particulieren dienst.
(Zie Ing. St. No. 266.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XXII. Voorstel tot opnieuw vaststelling van de verordening
tot opheffing van opcenten op de hoofdsom der dividend- en
tantiemebelasting.
(Zie Ing. St. No. 277.)
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden de ar
tikelen I en II en daarna de gansche verordening worden
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vastgesteld.
(De heer van Gruting komt ter vergadering.)
XXIII Voorstel:
a. inzake het aangaan van een overeenkomst van borgtocht
met de Nationale Borgmaatschappij te Amsterdam;
b. inzake het ontheffen van de tot het stellen van zeker
heid verplichte ambtenaren van hunne verplichting tot
zekerheidstelling;
c. inzake het vergoeden aan den Gemeente-ontvanger van
de kosten verbonden aan het stellen van zekerheid;
d. tot vaststelling van de volgende verordeningen:
I. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 17 December 1914 (Gemeenteblad No. 32), houdende
reglement op hetbeheeren bestuur der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit, te Leiden
II. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 19 Januari 1911 (Gemeenteblad No. 1), houdende
reglement op het beheer en bestuur van het Krank
zinnigengesticht »Endegeest", de afdeeling voor jeugdige
idioten »Voorgeest" en het Sanatorium voor zenuwlijders
«Rhijngeest";
III. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 25 November 1915 (Gemeenteblad No. 21), betref
fende het bedrijf van het Openbaar Slachthuis;
IV. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 1 Juni 1911 (Gemeenteblad No. 17), houdende
Reglement van de Gemeentelijke Bank van Leening te
te Leiden.
(Zie Ing. St. No. 267.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer de la Rie. M. d. V. In het algemeen ben ik niet
tegen deze verzekering, doch ik zou willen vragen of er in
zake deze verzekering geen overleg is gepleegd met de ver-
eeniging van Nederlandsche gemeenten. Zou het niet mogelijk
zijn dergelijke assuranties te sluiten in gemeen overleg met
andere gemeenten? Dat zou op den duur eene groote geld
besparing geven. Het lijkt mij gewenscht, dat dergelijke zaken
door de gemeenten onderling worden geregeld.
De heer van der Pot. M. d. V. Het is mij niet bekend,
dat de vereeniging van Nederlandsche gemeenten zich bezig
houdt met het sluiten van deze soort verzekeringen. Het is
evenwel eene zaak, die ik gaarne' wil noteeren en in de
vergadering van die vereeniging eens ter sprake brengen.
Wellicht dat die vereeniging hiertoe mettertijd zal overgaan.
Op het oogenblik bestaat de mogelijkheid zich bij die veree
niging te verzekeren voor zoover ik weet nog niet.
De heer de la Rie. Ik heb ook niet gezegd, dat de ver
eeniging dat doet. Ik heb alleen gevraagd of Burgemeester en
Wethouders zich daarmede misschien in verbinding kunnen
stellen om een dergelijke regeling te treffen, maar wanneer
de heer van der Pot zegt, dat in eene volgende vergadering
deze zaak onder oogen zal worden gezien, heb ik er niets tegen.
Punt a wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Punt b wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
aangenomen.
De heer van der Pot. Wat punt c betreft moeten Burge
meester en Wethouders hier nog een klein correctief aan
brengen. Burgemeester en Wethouders hebben hier in gezien
dat de datum de wenschelijkheid waarop deze voorstellen in-