246
DONDERDAG 25 SEPTEMBER 1919.
Bij eene tweede vrije stemming wordt benoemd met 20
stemmen de heer Oostdam, 1 stem was uitgebracht op
den heer Prof. Dr. J. P. Kuenen en 3 op den heer van Gru
ting, terwijl een biljet in blanco was.
Ook de heer Splinter had inmiddels de vergadering verlaten.
III. Benoeming van twee Curatoren van het Gymnasium.
(Zie Ing. St. No. 280.)
De heer Knuttel. M. d. V. Een enkel woord zij mij over
deze benoeming vergund. Ik zal niet spreken over het alge-
meene beginsel volgens welke men dergelijk candidaatstellin-
gen opmaakt, en dat daarbij altijd personen uit één kring
van de maatschappij worden genoemd. Dat is meermalen ge
daan, maar mijne geestverwanten maken op eene dergelijke
benoeming geen aanspraak, dus dat kan ter zijde gelaten
worden.
Wel wil ik het volgende even releveeren. Een der voorge
dragenen is Prof. Dr. van der Hoeven, die als Rector-Magni-
ficus van Leiden eene redevoering heeft gehouden, waarin hij
heeft betoogd, dat bij de benoeming van een Hoogleeraar niet
altijd alleen de bekwaamheid in acht diende te worden geno
men, maar dat die benoeming ook van eene politieke gezind
heid afhankelijk was.
Het komt mij voor dat aan een dergelijk man de belangen
van het gymnasium niet zijn toevertrouwd.
De Voorzitter. Vergist U zich niet; is het werkelijk
prof. v. d. Hoeven?
De heer Knuttel. Ik bedoel den gynaecoloog: die was Rec-
tor-Magnificus.
Die heeft in zijne rede bij de overdracht van het rectoraat
betoogd dat menschen met eenigszins revolutionnaire denk
beelden niet in aanmerking konden komen voor professor aan
de Hoogeschool. Wanneer de heeren twijfelen kunnen zij
dat in het Jaarboekje naslaan.
Hij heeft het daarbij gehad over de waarde van den eed
van trouw aan de Koningin. Ik vind dat een dergelijk per
soon niet iemand is, wien de belangen van de wetenschap
kunnen worden toevertrouwd.
De Voorzitter. De voordracht is niet van Burgemeester en
Wethouders.
De heer Knuttel. Neen.
Worden benoemd in de eerste vacature Prof. Dr. J. P. Kuenen
met 24 stemmen terwijl 3 biljetten in blanco waren, en in
de tweede vacature Prof. Dr. P. C. T. van der Hoeven met 16
stemmen. Prof. Dr. J. H. Zaaijer verkreeg 9 stemmen; 2
biljetten waren in blanco.
IV. Benoeming van een lid der Commissie tot wering van
schoolverzuim.
(Zie Ing. St. No. 262.)
De heer Groeneveld. M. d. V. Wij hebben er geen bezwaar
tegen, dat één van de voorgedragen heeren lid wordt van de
Commissie tot wering van schoolverzuim, maar in de stukken
zien wij dat deze heeren aanbevolen worden, omdat zij Katholiek
zijn, vermoedelijk omdat het hier een katholieke vacature
betreft. In deze Commissie zitten natuurlijk geen leden van
de S. D. A. P., zooals in zoovele commissies. Als dat in het
vervolg zoo doorgaat, kan er nooit een S. D. A. P.er in die
Commissie komen.
Nu hebben de sociaal-demociaten ook een stuk of wat
schoolgaande kinderen. Het komt mij voor, dat deze Com
missie niet mag worden afgesloten voor de groep, die er nog
niet in zit.
Daarop wordt benoemd met 19 stemmen de heer R. G.
M. Hueber, terwijl de heer Pelle 4 stemmen kreeg en twee
biljetten van onwaarde waren.
V. Benoeming van 5 tijdelijke leeraren(essen) aan de Hoogere
Burgerschool voor Jongens.
(Zie Ing. St. No. 259).
Worden benoemd voor den cursus 1919/1920 tot leerares
(leeraar) resp. in de geschiedenis, het Nederlandsch, het Duitsch,
het Fransch en het teekenen, de dames E. A. Revers met 27
stemmen, Dr. S. Hofker met 27, E. A. W. Broes van Dort
met 27 en de heeren W. Prins met 26 en H. van Baten
burg met 26 stemmen. 1 biljet was in blanco en 1 van onwaarde.
De punten VI en VII worden van de agenda afgevoerd
wegens bedanken van één der voorgedragen personen.
De Voorzitter. Mag ik de leden van het stembureau be
danken voor de genomen moeite.
VIII. Praeadvies op het verzoek van Mej. G. D. M. van
't Haafï om eervol ontslag als onderwijzeres aan de Meisjes
school le klasse.
(Zie Ing. St. No. 260).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
IX. Idem als voren van Mej. J. C. S. van Venetie om eervol
ontslag als onderwijzeres aan de school der 2e klasse No. 3.
(Zie Ing. St. No. 258.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
X. Idem als voren van A. Moene als onderwijzer aan de
school der 3e klasse No. 5.
(Zie Ing. St. No. 270.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten en zulks met ingang van 25
Sept. 1919. b
XI. Idem als voren van J. H. Ph. van der Zant als onder
wijzer aan de school der 3e klasse No. 6.
(Zie Ing. St. No. 271.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
XII. Idem als voren van G. Kapsenberg als schoolarts.
(Zie Ing. St. No. 261).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
XIII. Idem als voren van D. G. G. Margadant als Bouw
kundig Hoofdambtenaar, met den persoonlijken titel van
Architect der Gemeentewerken.
(Zie Ing. St. No. 281.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
De vergadering wordt daarop geschorst tot des avonds
halfnegen.
Voortzetting van de geschorste zitting, des avonds
te half negen.
Afwezig: de heeren Wilmer, Huges en mevrouw Dubbelde-
manTrago.
Aan de orde is:
XIVPraeadvies op het verzoek van J. H. Wattez om privaat
onderwijs te mogen geven in het teekenlokaal der Hoogere
Burgerschool voor Jongens.
(Zie Ing. St. No. 282.)
De beraadslaging Wordt geopend.
De heer Heemskerk. M. d. V. Ik wil aanvangen met te
verklaren dat ik niets tegen den heer Wattez heb en dat ik
deze beschouwing niet aan den persoon vastkoppel, maar ik
wil de zaak objectief beoordeelen.
Er wordt voorgesteld, dat de heer Wattez gelegenheid zal
krijgen om teekenonderwijs te geven in de Hoogere Bnrgerschool
met gebruikmaking van de middelen, die aan de gemeente toebe-
hooren en in dat verband zou ik willen vragen, of wij ons
aldus niet op een gevaarlijk terrein begeven? Wanneer wij
aan ieder particulier gaan toestemmen om privaat onderwijs
te geven in de localen aan de gemeente toebehoorende en
waar dus geprofiteerd wordt van. de hulpmiddelen die de
gemeente daarvoor aanbiedt, kan vandaag of morgen weder
een ander bevoegde eveneens een dergelijk verzoek indienen,
maar dan geloof ik niet, dat het op den weg van de gemeen
te ligt om dien kant op te gaan.
Ik zou dus gaarne nadere inlichtingen verkrijgen, waarom
wij hier onze toestemming zouden moeten geven.
De heer van der Lib. M. d. V. Ik zou er op willen wijzen,
dat er reeds precedenten op dit gebied zijn. Er is reeds meer
malen door den Raad goedgekeurd, dat leeraren gebruik ma
ken van lokalen der gemeente. Nog kort geleden hebben