183 Intusschen werden de noodige voorbereidingen getroffen, opdat, zoodra de tijdsomstandigheden het zouden toelaten, van het meest gunstige tijdstip tot het bouwen der nieuwe inrichtingen zoude kunnen worden geprofiteerd. Zoo werden bij Raadsbesluit van 23 November 191G de plannen goedgekeurd tot onteigening van de voor den bouw benoodigde terreinen, terwijl bij Raadsbesluiten van resp. 31 Mei, 30 Augustus 1917; 17 Januari, 2 Mei, 17 October, 12 December 1918; 1G Januari, 20 Februari, 13 Maart,24 April, 3 Juli, 28 Augustus 1919, achtereenvolgens al deze terreinen werden aangekocht. Tot uitvoering der verbouwing kon echter niet worden overgegaan wegens de ontzaglijke stijging der prijzen van materialen en arbeidsloonen, waardoor de bouwkosten, vroeger op ca. 1.000.000.geraamd, op ten minste het driedubbele ot op 3.000.000. moesten worden geschat. Weliswaar zouden van het nieuwe procédé belangrijke bespa ringen aan productiekosten het gevolg zijn, maar het was zeer de vraag, of deze tegen de jaarlijksche meerdere lasten van rente en aflossing van een zoo belangrijke kapitaalsuitgave zouden kunnen opwegen. Toch zoude eene verbouwing niet lang meer kunnen worden uitgesteld, gezien den zeer versleten toestand der oude inrich tingen (van welke er vele reeds 40 jaren en langer in bedrijf waren) en de door de arbeidswetgeving gestelde eischen betreffende werktijd, comfort en hygiëne der arbeiders, aan welke eischen met de bestaande inrichtingen zelfs onder de oude arbeidswet nauwelijks werd beantwoord. Zooals gezegd, waren alle voorbereidingen gereed gemaakt, in afwachting van een gunstig tijdstip en wij meenen, dat op het oogenblik de gelegenheid om tot uitvoering der plannen over te gaan zóó bij uitstek gunstig is, dat wij U voorstellen de voor den bouw benoodigde credieten thans bij den Raad aan te vragen. Wat toch is het geval? Door de daling der Duitsche valuta is het mogelijk geworden een groot deel der benoodigde inrichtingen voor de nieuwe gasstokerij, welke uitsluitend in het buitenland worden ge maakt, in Duitschland aan te koopen tegen buitengewoon lage prijzen, die vermoedelijk in de toekomst niet meer zullen worden bereikt. Indien van de zeer gunstige Markenkoers thans wordt gepro fiteerd, kan een zeer groot financiëel voordeel voor de gemeente worden verkregen. De bouw van de nieuwe gasstokerij met alle bijbehoorende werken is thaTis voor c.a. ƒ1.500.000. mogelijk, waarvan voorloopig f 1.300.000.— behoeft te worden besteed. Bovendien zal door het met de nieuwe inrichtingen te be reiken economischer destillatieproces (hetwelk een veel grooter opbrengst aan gas en bijproducten levert) eene extra bate van tenminste 300.000.per jaar worden verkregen, van welk bedrag na betaling van ca. 160 000.— per jaar voor rente en afschrijving van de bouwsom, nog c.a. 140.000. jaarlijks overblijft. Deze som kan dus jaarlijks extra in de gemeentekas vloeien of misschien worden besteed tot verlaging van den gasprijs. Bovendien zal na de verbouwing een modern en aan alle eischen van hygiëne en comfort voor de arbeiders beant woordend fabrieksbedrijf zijn verkregen, waarbij o.a. de nacht arbeid bijna geheel wordt vermeden. Het behoeft nauwelijks betoog, dat de uitvoering van dit plan zeer in het belang van de gemeente, van de verbruikers en van de arbeiders der Fabrieken is en spoedige uit voering dus een eisch van wijs beleid moet worden geacht, wil men ontkomen aan de drukkende lasten, die de exploi tatie der verouderde fabrieksinrichtingen bij de tegenwoordige hooge prijzen van kolen en arbeidsloonen met zich brengt. Nog een andere omstandigheid maakt het evenwel noodig een zeer spoedige uitvoering der plannen te bepleiten, omdat elk uitstel de thans gunstige gelegenheid voor altijd kan doen voorbijgaan. De markenkoers heeft een abnormaal laag niveau bereikt en schommelt thans tusschen 11 en 13 cent. Het is duidelijk, dat het voordeel der lage bouwkosten, door bovengenoemde lage koers verkregen, eiken dag kan verminderen. Welke verschillen dit geeft, bewijst de omstandigheid, dat elke cent koersstijging de bouwsom der stokerij met ca. 35.000, verhoogt. Eene stijging van do markenkoers op bijv. 23 cent zal dus de bouwkosten reeds met 350.000 doen stijgen. Wij geven U mitsdien in overweging de benoodigde cre dieten reeds in de eerstvolgende Raadsvergadering aan te vragen en den Raad voor te stellen a. thans over te gaan tot de uitvoering der ontworpen werken ten behoeve van den bouw van eene nieuwe moderne stokerij met bijbehoorende werken voor de Gasfabriek, waarvan de kosten worden geraamd op 1.500000,totaal, en hier voor thans beschikbaar te stellen een bedrag van ƒ1.300000,— gespecificeerd als volgt voor fabrieksgebouwen200.000,— voor machinale inrichting stokerij 800.000, voor bouw- en terrein werken Algem. Dienst (waarvan ƒ100.000,ten laste der Electrici- teitsfabriek)300.000, Totaal 1.300.000.— b. het kapitaal der Gasfabriek aan te vullen met ƒ1.200000, en het kapitaal der Electriciteitsfabriek met 100.000, rentende 5* 'sjaars, onder bepaling dat, aanvangende met het jaar 1921, van deze kapitalen jaarlijks 4% zal worden afgelost. Voor de uitvoering der niet onmiddellijk noodige werken blijft dan nog een bedrag van ƒ200.000.— beschikbaar, waar voor te zijner tijd, indien noodig, een hernieuwde aanvulling van het kapitaal der Fabrieken zal worden gevraagd. De uit te voeren werken zullen bestaan uit het bouwen van a. een geheel machinale stokerij; b. kolenbunkers; c. machinaal kolentransport; d. cokesbluschinrichting; e. cokestransportinrichting; de noodige terreininrichtingen, als rioleeringen, be schoeiingen, spoorwegverbindingen enz. g. lokaliteiten voor den algemeenen dienst, als werkplaatsen, magazijnen en laboratorium; h. eene uitbreiding van het bestaande administratiegebouw. De werken sub g en h zijn tevens gedeeltelijk ten behoeve der Electriciteitsfabriek, zoodat de helft dezer kosten ten laste der Electriciteitsfabriek kan worden gebracht. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, C. W. van der Pot Bz, Voorzitter. Schotman, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 275. Leiden, 17 September 1919. Ten behoeve van de verbouwing van de Gasfabriek zal ook moeten worden beschikt over het aan de gemeente toebehoo- rende perceel Oostdwarsgracht No. 29 en 29a, kad. bekend Sectie B No. 1961. Bij raadsbesluit van 26 Augustus 1915 (Ingek. Stukken No. 170) werd dit perceel aangekocht voor 1702.inclusief de veilingskosten. Nu alle overige voor het verbouwingsplan benoodigde per- ceelen ten behoeve van de Gasfabriek zijn aangekocht en het voornemen bestaat weldra tot de uitvoering van dat plan over te gaan, is het oogenblik aangebroken, om ook het perceel Oostdwarsgracht No. 29 en 29a aan de Gasfabriek af te staan tegen den prijs, dien de gemeente voor het perceel heeft betaald. Tevens dienen de straten en grachten, die binnen het ver bouwingsplan vallen, aan het openbaar verkeer te worden onttrokken, zoodra alle aanliggende perceelen zijn ontruimd. Wij geven U mitsdien in overweging: a. het perceel Oostdwarsgracht No. 29 en 29a kad. bekend Sectie B No. 1961 met ingang van 1 Januari 1920 aan de Gasfabriek af te staan tegen betaling van 1702. te verklaren, dat de Speksteeg, de Achter-Zandstraat, de Tweelingstraat, de Johanna Mariastraat, de Pieterstraat, de Oostdwarsgracht W.Z., de Oostdwarsgracht O.Z. en de Oost dwarsgracht (waterweg), beide ten noorden van de 1ste Huig dwarsstraat, de 2e Huigdwarsstraat en de Binnenvestgracht (waterweg), vanaf de Tweelingstraat tot de Huigstraat, een en ander op de situatie rood omlijnd, niet meer voor den open baren dienst bestemd zullen zijn, zoodra alle aanliggende perceelen zijn ontruimd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 276. Leiden, 17 September 1919. Op 21 dezer eindigt de huur van het voormalige koetshuis, den grooten stal met bijbehoorenden zolder en het kleine stalletje in het perceel aan het Levendaal hoek Garen markt, ingevolge raadsbesluiten van 22 Mei en 3 Juli 1919 verhuurd aan de firma C. H. Timmermann en Zonen, houthandel alhier, aangezien deze firma, die voor het koetshuis en den grooten stal een huur van 50.per maand en voor het kleine stalletje een huur van 6.— per maand betaalde, op verlen ging der huur geen prijs stelt. Voor het kleine stalletje, alsmede den in de nabijheid ge legen mestput heeft de firma J. en A. Ie Poole zich als

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 7