180 Het is toch een leemte gebleken, dat voor alle kinderen gedurende den winter en bij regenachtig weer de noodige lichaamsbeweging zoo goed als onmogelijk is door het ont breken van een daarvoor geschikte ruimte. Waar lichaams beweging in den vorm van geregelde goedgeleide gymnastiek oefeningen physiek zoowel als geestelijk vooral voor de in »Voorgeest" verpleegde kinderen een factor van groote be- teekenis vormt aangezien met name de vrije- en ordeoefe ningen hen ontvankelijk maken voor regel, orde en tucht en de toestelgymnastiek voor eene behoorlijke samenwerking der spieren, welke bij deze kinderen meestal zoo te wenschen overlaat, bevorderlijk is, terwijl door de lichaamsoefeningen de kinderen zich vermoedelijk ook in de paviljoens rustiger zullen kunnen gedragen, wat slechts ten goede kan komen aan het school- en fröbelonderwijs daar zijn wij met den Geneesheer-directeur van oordeel, dat met het stichten van het gymnastiekgebouw zoo spoedig mogelijk een aanvang be hoort te worden gemaakt. Op ons verzoek heeft de Directeur van Gemeentewerken een ontwerp volgens bijgaande teekening ingediend, waarmede wij ons geheel kunnen vereenigen, behoudens dat wij met eerstgenoemde van meening zijn, dat de geprojecteerde trap onder het bordes zal moeten worden opgesteld. De kosten van het gebouw worden globaal geraamd op f 25.000.—. De ligging er van stellen wij ons voor op de in de situatieteekening met zwart aangegeven plaats. In ver band met het bovenstaande hebben wij de eer U in overweging te geven aan den Raad dezer gemeente voor te stellen om ten behoeve van den bouw van bovenbedoeld gymnastiek lokaal een bedrag van f 25.000.ter beschikking van onze Commissie te stellen, onder bepaling, dat deze som uit de exploitatie der gestichten in 40 jaren zal worden afgelost en dat jaarlijks 5| rente door de gestichten aan de gemeente zal worden vergoed. De Commissie van Beheer over de Gestichten »Endegeest'", Voorgeest" en »Rhijngeest", W. Pera, Voorzitter, v. d. Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 273. Leiden, 16 September 1919. Blijkens nevensgaand schrijven van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit is met het gemeentebestuur van Katwijk overeenstemming verkregen in zake de levering van electriciteit aan die gemeente. Volgens de voorwaarden der concept-overeenkomst, waar mede ons College zich kan vereenigen, zal de hoogspannings- stroom door Leiden en gros aan Katwijk worden geleverd, terwijl deze gemeente zelf een distributienet zal aanleggen, om de electriciteit aan hare ingezetenen te verstrekken. Onder verwijzing overigens naar de missive van Commis sarissen geven wij U mitsdien in overweging tot de vast stelling van de hierbij overgelegde concept-overeenkomst betreffende de levering van electriciteit aan de gemeente Katwijk door de Leidsche Electriciteitsfabriek over te gaan. Vergrooting van het kapitaal der Electriciteitsfabriek achten Commissarissen in verband met het sluiten der overeenkomst vooralsnog niet noodig, aangezien de uitgaven uit de aanwezige gelden kunnen worden bestreden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetb. van Leiden. CONCEPT-OVEREENKOMST betreffende de levering van elec triciteit aan de gemeente Katwijk door de Leidsche Electriciteitsfabriek. Artikel 1. Duur der overeenkomst. Leiden verbindt zich (behoudens omstandigheden van haren wil onafhankelijk) vanaf 1 Januari 1920 tot 31 December 1942 electrischen stroom te zullen verstrekken ten behoeve van de electriciteitsvoorziening van Katwijk, onder de hierna te noemen voorwaarden, terwijl Katwijk zich verbindt onder die voor waarden den voor de electriciteitsvoorziening van de gemeente Katwijk benoodigden stroom uitsluitend van Leiden te be trekken en zichzelf van het opwekken van stroom te ont houden. Katwijk verbindt zich voorts vanaf 1 Januari 4920 gedurende den duur der overeenkomst tenminste aan electrische energie te betrekkenvoor de kalenderjaren 1920, 1921 en 1922 te zamen tot een minimum-bedrag van totaal f 22.500, gedurende het kalenderjaar 1923 tot een minimum-bedrag van f 12,500, gedurende de volgende kalenderjaren tot een minimum-bedrag van f 15.000,per kalenderjaar, met dien verstande, dat wat over de eerste drie of eenig daarop volgend kalenderjaar minder voor electrischen stroom ver schuldigd is dan genoemd bedrag, aan Leiden wordt bijbetaald. Wanneer de stroomlevering eerst na 1 Januari 1920 aan vangt, zal de garantie, ingevolge het bovenstaande over 1920, 1921 en 1922 verschuldigd, worden verminderd met ƒ500,— voor elke volle kalendermaand, dat de stroomlevering na 1 Januari 1920 aanvangt. Art. 2. Distributie der electriciteit. Katwijk zal zich belasten met de distributie der door Leiden geleverde electriciteit, door aan de aangeslotenen in haar gebied de electriciteit te leveren en daartoe op de door haar vast te stellen voorwaarden op aanvraag aansluiting aan haar electriciteitsnet te verleenen. De voorwaarden zullen ongeveer gelijk zijn aan de voor waarden, waaronder Leiden electriciteit levert'in de gemeenten, waarin zij aan de ingezetenen rechtstreeks electriciteit levert. Het tarief zal, zoolang het Electrisch Bedrijf van Katwijk winst maakt (zullende in winst een eventueel door Katwijk te heffen retributie voor het leggen van kabel in gemeente grond geacht worden te zijn begrepen), in geen geval meer dan 10 hooger zijn dan het tarief, dat door Leiden in hare bovenbedoelde buitengemeenten voor electrischen stroom wordt berekend. Katwijk is niet bevoegd een contract met een grootverbruiker, die ten minste 10.000 K. W. U. jaarverbruik voor kracht wil garandeeren, te doen afspringen zonder vooraf met Leiden hieromtrent overleg te hebben gepleegd. Leiden behoudt zich het recht voor aan de inrichtingen ten dienste van de bemaling van het Hoogheemraadschap Rijnland in ieder geval zelf rechtstreeks stroom te leveren. Alle kosten der voor deze levering noodige uitbreiding zijn voor rekening van Leiden. Art. 3. Vergunningen. Concessie aan derden. Katwijk verleent aan Leiden gedurende den duur dezer overeenkomst met uitsluiting van anderen vergunning tot het leggen, hebben en onderhouden in en over hare wegen, straten, pleinen, enz. van electrische kabels en geleidingen, zonder dat voor die vergunning eenige vergoeding of recognitie hoe ook genaamd, gevorderd kan worden. Katwijk verbindt zich gedurende den duur dezer overeen komst aan derden geen concessie te verleenen tot het leveren van electriciteit, of eenigen anderen energievorm (uitgezon derd gas), welke in hoofdzaak wordt aangewend tot het voortbrengen van licht, kracht of warmte, noch zelf gedu rende dien tijd eenigen energievorm (uitgezonderd gas), als voren genoemd, te produceeren ten behoeve van hare eigen dommen, publiekrechtelijke lichamen, particulieren of straat verlichting. Katwijk verbindt zich eveneens niet toe te laten, dat derden kabels of geleidingen voor electriciteit, gas of eenigen ande ren energievorm, als bovenbedoeld, in of over openbare wegen en wateren binnen de gemeente Katwijk aanleggen, hebben of onderhouden en eveneens niet toe te laten, dat derden aan particulieren of publiekrechtelijke lichamen electriciteit, gas of eenigen anderen energievorm, als bovenbedoeld, leveren. Kabels en leidingen uitsluitend voor tractiedoeleinden vallen buiten deze bepaling. Art. 4. Hoogspanningsnet en onderstations. Voor rekening van Leiden komen aanleg, onderhoud en vernieuwing van het hoogspanningsnet, tot en met het door en voor rekening van Katwijk volgens aanwijzing van Leiden te bouwen meetstation, in hetwelk de stroom wordt afgele verd en dat op de bij deze overeenkomst gevoegde gewaar merkte teekening is aangegeven. Wordt later door Katwijk aflevering van de electriciteit in meer meetstations gewenscht, dan kan dat in gemeenschap pelijk overleg op nader overeen te komen voorwaarden geschieden. Door Katwijk zal geene vergoeding voor het gebruik van den ondergrond ten behoeve van kabels en meetstations, noch eenige andere recognitie, hoe ook genaamd, gevorderd mogen worden. De benoodigde ruimte voor de door Leiden te plaatsen meetstations wordt door Katwijk kosteloos in gebruik afge staan. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 4