J. H. Ph. van der Zant.
179
dat zij op 25 Juli 1918 een schrijven van den Directeur
ontvingen, waarbij zij aangemaand werden zelf voor de be-
noodigde leidingmaterialen te zorgen, zulks naar aanleiding
van verschillende besprekingen, waarbij de Directeur zijne
bemiddeling tot het verkrijgen van N. G. A. draad had toe
gezegd.
dat de installatiefirma's regelmatig bun magazijn hebben
kunnen aanvullen en op peil houden, zij het ook met veel
zorgen en moeite, uitgezonderd wat betreft de bovengenoemde
N. G. A. draad, waarvan de distribueering door regeerings-
maatregelen aan den Directeur der Stedelijke Lichtfabrieken
was opgedragen of door diens bemiddeling geschiedde.
dat plotseling, zonder eenige overgang op 8 Januari 1919
van den Directeur der Stedelijke Lichtfabrieken een schrijven
werd ontvangen, waarbij de installatiefirma's werden verplicht
voor huurleidingen benoodigd materiaal van de Stedelijke
Lichtfabrieken te betrekken.
dat op 10 Juni 1919 de hoeveelheid der verplichte af
neming werd verhoogd.
dat op 11 Juni 1919 een schrijven werd ontvangen betref
fende de voor huurleiding in aanmerking komende 140 huizen
Kooiplan, teneinde buiten alle bovengenoemde beperkingen
daarvoor nog inschrijving te houden, waarop .algemeen be
vestigend door de installatiefirma's werd geantwoord.
dat daarop in plaats van bestek ter inschrijving, op 20
Juni een schrijven werd ontvangen, dat deze leidingen in
eigen beheer zouden worden uitgevoerd door het personeel
der Stedelijke Lichtfabrieken.
dat hiermede bij de reeds heerschende werkeloosheid en
slapte in zakende toestand door den Directeur der Stede
lijke Lichtfabrieken stelselmatig wordt verergerd, werkeloos
heid bevorderd en de verliezen in de bedrijven tot grootere
afmeting opgedreven.
dat zij mitsdien Uw geacht College verzoekt aan de zeer
willekeurige handelingen van den Directeur der Stedelijke
Lichtfabrieken een einde te willen maken en zoodoende niet
mede te werken tot den ondergang der Electrotechnische
Installatiefirma's hier ter stede.
't Welk doende enz.
te Leiden den 1len Juli 1919.
Namens de Nederl. Ver. ven Electr.
Techn. Werkgevers. Afd. Leiden.
Cremer, Voorzitter.
A. G. H. Kuiper, Secretaris.
N°. 269. Leiden, 16 September 1919.
Wij hebben de eer U de volgende voordrachten aan te
bieden voor de benoeming van een onderwijzer:
1°. aan de openbare school der 3e klasse, No. 2, ter ver
vanging van den heer E. G. Vorsselman, aan wien met ingang
van '1 Juli 1919 ontslag werd verleend;
2°. aan de openbare school der 3e klasse, No. 4, ter ver
vulling van de vacature, welke is ontstaan door het ontslag
verleend aan den heer B. Kranen en voortdurende door de
intrekking, op 3 April 1919, van het Raadsbesluit van 30 Juli
1914, waarbij de heer H. P. Hoestra benoemd werd tot onder
wijzer aan deze school (zie Ingek. Stukken No. 70 van dit jaar).
School 3e klasse, No. 2.
1°. L. DE BRUIJNE, onderwijzer aan de O. L. school te
te Westkapelle;
2°. C. F. VAN DOLDER, onderwijzer aan de O. L. school
te Oegstgeest;
3°. F. HENNEMAN, onderwijzer aan de O. L. school te
Voorhout.
School 3e klasse, No. 4.
1°. C. F. VAN DOLDER, onderwijzer aan de L. school
te Oegstgeest;
2°. F. HENNEMAN, onderwijzer aan de O. L. school te
Voorhout;
3°. J. J. JORWERDA, onderwijzer aan de O. L. school te
Wassenaar.
Onder mededeeling, dat het advies van den Arrondissements-
Schoolopziener en de berichten van de Hoofden der betrokken
scholen in de Leeskamer ter inzage liggen, geven wij IJ in,
overweging tot de benoemingen over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 270. Leiden, 16 September 1919.
Bij nevensgaand schrijven verzoekt de heer A. Moene, hem
zoo spoedig mogelijk eervol ontslag te willen verleenen als
onderwijzer aan de openbare lagere school der 3e klasse,
No. 5, alhier.
Tegen inwilliging van dat verzoek bestaat bij ons College
geen bezwaar en wij geven U derhalve in overweging aan den
heer A. Moene, op diens verzoek, eervol ontslag te verleenen
uit zijne betrekking van onderwijzer aan de openbare lagere
school der 3e klasse, No. 5, en zulks met ingang van den
datum van het door Uwe Vergadering te nemen besluit.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 8 September 1919.
Edelachtbare Heeren,
Bij dezen kom ik tot U met het verzoek mij eervol ontslag
te willen verleenen als onderwijzer aan de O. L. School der
3e klasse No. 5.
Beleefd verzoek ik U mij dit ontslag te verleenen tegen
een datum zoo spoedig mogelijk.
Met de meeste hoogachting noem ik mij, Edelachtbare Heeren,
Uw dienstw. dienaar
A. Moene.
Zijlsingel 6, Leiden.
Aan den Gemeenteraad der Gemeente Leiden te Leiden.
No. 271. Leiden, 16 September 1919.
Aangezien tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van
den heer J. H. Ph. van der Zant bij ons College geen bezwaar
bestaat, hebben wij de eer Uwe Vergadering in overweging
te geven aan den heer J. H. Ph. van der Zant, op zijn ver
zoek, eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van
onderwijzer aan de openbare lagere school der 3e klasse,
No. 6, alhier, en dat ontslag te doen ingaan op 1 November 1919.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden 9-9-'19.
Edelachtbare Heeren!
Hiermede vraagt ondergeteekende eervol ontslag aan tegen
1 November a.s. als vast onderwijzer van school No. 6, (hoofd
de Heer A. Uittenbroek), wegens vertrek naar Indië als onder
wijzer 2e klasse,
't welk doende
Van U, FJdelachtbare Heeren,
de dienstwillige dienaar:
Oude Singel 52.
No. 272. Leiden, 16 September 1919.
Onder mededeeling, dat ons College zich met nevensgaand
voorstel van de Commissie van Beheer over de gestichten
»Endegeest", sVoorgeest" en »Rhijngeest" kan vereenigeri,
geven wij Uwe Vergadering in overweging door vaststelling
van den hierbijgaanden suppletoiren begrootingsstaat ten
behoeve van den bouw van een klein gymnastieklokaal voor
de verpleegden in het idiotengesticht »Voorgeest" een bedrag
van f 25.060.ter beschikking van genoemde commissie te
stellen ter storting in het Afschrijvings- en Vernieuwings
fonds, onder bepaling, dat dit bedrag uit de exploitatie der
gestichten in 40 jaren zal worden afgelost en dat jaarlijks
5| rente door de gestichten aan de gemeente zal worden
vergoed.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 5 September 1919.
Onze Commissie heeft het plan opgevat om voor de zwak
zinnigen van het gesticht »Voorgeest" een klein gymnastiek
lokaal te doen bouwen.