224
DINSDAG 2 SEPTEMBER 1919.
Worden benoemd successievelijk de heer A. Mulder met
20 stemmen (1 biljet was van onwaarde en 9 stemmen worden
uitgebracht op den heer de la Rie); en na eene tweede vrije
stemming de heer Huges met 14 stemmen, de la Rie 9, Splin
ter 5 en de heer van Gruting 1 stem, terwijl 2 biljetten van
onwaarde waren.
(De heer Knuttel is weder ter vergadering gekomen).
Er heeft thans een herstemming plaats tusschen de heeren
Huges en de la Rie, waarvan de uitslag is dat de heer Huges
wordt benoemd met 17 stemmen; de heer de la Rie verkreeg
11 stemmen, terwijl 1 biljet van onwaarde was.
De heeren Huges en de la Rie onthielden zich hierbij van
stemming.
De heeren A. Mulder en Huges verklaren hunne benoeming
aan te nemen.
De Voorzitter. Ik heb de eer den heer Knuttel mede te
deelen dat hij benoemd is tot lid van de Commissie voor het
Oud-Archief. Is de heer Knuttel bereid die benoeming aan
te nemen?
De heer Knuttel. Ik zou dat gaarne even in beraad willen
houden.
De Voorzitter. Dan zullen wij gaarne vanmiddag Uw ant
woord vernemen, want het in beraad houden voor een lid
maatschap van een Raadscommissie is niet bekend bij de Wet.
De heer Knuttel. Wanneer ik hier eene beslissing moet
nemen, acht ik mij niet verantwoord die benoeming aan te
nemen.
XIII. Benoeming van drie leden van de Commissie van
onderzoek der bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatse
lijke directe belasting en uit dezen van den Voorzitter, (vaca
tures: de heeren Mr. A. van der Eist, W. Pera en F. van
Romburgh).
Worden successievelijk benoemd de heer Wilmer met 17
stemmen (10 stemmen worden uitgebracht op den heer Groene-
veld, 2 op den heer de Lange en 1 op den heer van Hamel;
1 biljet was in blanco); de heer Splinter met 17 stemmen
(1 biljet was in blanco; 10 stemmen worden uitgebracht op
den heer Groeneveld; 2 op den heer de Lange en 1 op den
heer van Hamel), en de heer Groeneveld met 26 stemmen
(2 stemmen worden uitgebracht op den heer Oostdam en 1
op Mevr. BaartBraggaar, terwijl 1 biljet van onwaarde was.
(De heer Knuttel had de vergadering inmiddels ten tweede
male verlaten).
De heeren Wilmer, Splinter en Groeneveld verklaren hunne
benoeming aan te nemen.
Tot voorzitter wordt gekozen de heer Wilmer met 17
stemmen, de heer Groeneveld verkreeg 1 stem, terwijl 8
stemmen van onwaarde waren.
De heer Wilmer verklaart deze benoeming aan te nemen.
(Ook de heej- van der Pot had intusschen de vergadering
verlaten).
XIV. Benoeming van drie plaatsvervangende leden van de
Commissie van onderzoek der bezwaarschriften tegen aan
slagen in de plaatselijke directe belasting, (vacatures: de heeren
Dr. H. J. Zwiers, S. de Boer Azn. en Th. J. B. Wilmer).
Worden successievelijk benoemd de heer Oostdam met 16
stemmen (9 stemmen waren van onwaarde, terwijl 2 stemmen
worden uitgebracht op den heer Oostveen en 1 op de heeren
van Gruting en Stijnman) en de heer Stijnman met 16 stemmen
(8 biljetten waren van onwaarde; 2 stemmen waren uitge
bracht op den heer Oostveen' en 1 op de heeren van Gruting,
Huges en van Stralen) en Oostveen met 23 stemmen (5 biljetten
waren van onwaarde err 1 op den heer A. Mulder).
De heeren Oostdam, Stijnman en Oostveen verklaren hunne
benoeming aan te nemen.
XV. Benoeming van vier leden van de Commissie voor het
Stedelijk Museum »de Lakenhal", (aftredende leden de heeren
Mr. J. A. F. Coebergh en Dr. G. J. Boekenoogen; vacatures
de heerenA. L. Reimeringer en Dr. L. Knappert).
(Zie Ing. St. No. 247).
Worden successievelijk benoemd de heer Mr. J. A. F. Coe-
berg met 23 stemmen (3 biljetten waren van onwaarde, 2 stemmen
worden uitgebr acht op den heer Knuttel en 1 op den heer
Oostveen) en Dr. G. J. Boekenoogen met 2,3 stemmen (2 biljetten
waren van onwaarde, 2 stemmen worden uitgebracht op den heer
Knuttel, 1 op den heer Reimeringer en 1 op Dr. J. E. Kroon)
en Knuttel met 22 stemmen (1 biljet was in blanco, 5 stemmen
worden uitgebracht op den heer Oostveen en 1 op den heer
Huurman) en den heer Huurman met 17 stemmen (9 stemmen
worden uitgebracht op den heer Oostveen en 1 op de heeren
Sijtsma, Huges terwijl 1 biljet van onwaarde was.
De heer Huurman verklaart de benoeming aan te nemen.
Aan de heeren Coebergh, Boekenoogen en Knuttel zal van
hunne benoeming worden kennis gegeven.
De Aoorzitter. Wij zijn thans een goed eind op weg met
de benoemingen.
Daar er van verschillende kanten wenschen worden geuit
oni eens te verpoozen, stel ik voor de vergadering te schorsen
tot vanavond halfnegen.
Daartoe wordt besloten.
Voortzetting van de geschorste zitting des avonds te
halfnegen.
Afwezig is de heer Knuttel.
De Voorzitter. Dames en Heeren. Ik zou in overweging
willen geven om niet te rooken nu er dames in onze verga
dering aanwezig zijn.
Aan de orde is nu
XVI. Benoeming van vier leden van het Bestuur der Ste
delijke Werkinrichting, uit de leden van den Raad, (vacatu
res: de heeren A. L. Reimeringer, J. A. Rots, H. M.Sasse
en K. Sijtsma.
Worden successievelijk benoemd de heer Bisschop met 15
stemmen (10 stemmen worden uitgebracht op den heer van
Weeren en 3 op den heer Bots), en de heer Bots met 18
stemmen (10 stemmen worden uitgebracht op den heer van
Weeren), en de heer van Weeren met 25 stemmen (2 stem
men worden uitgebracht op den heer Sijtsma), en de heer
Sijtsma met 19 stemmen (1 biljet was in blanco en 8 stem
men waren uitgebracht op Mevr. BaartBraggaar).
(De heer Wilmer had tijdens deze stemming de vergadering
tijdelijk verlaten).
De heeren Bisschop, van Weeren en Sijtsma verklaren
hunne benoeming aan te nemen, terwijl den heer Bots van
zijne benoeming mededeeling zal worden gedaan.
XVII. Benoeming van een lid van het Bestuur der Stede
lijke Werkinrichting, buiten de leden van den Raad, (aftre
dend lid: de heer Dr. N. G. van der Sluijs.)
(Zie Ing. St. No. 248.)
Wordt benoemd met 21 stemmen Dr. N. G. van derSluys
(7 biljetten waren van onwaarde).
Den heer van der Sluys zal van zijne benoeming mededeeling
worden gedaan.
(De heer Bots komt ter vergadering).
XVIII. Benoeming van een Commissaris der Gemeentelijke
Bank van Leening, (vacatures: de heer H. M. Sasse).
(Zie Ing. St. No. 250.)
Wordt benoemd met 16 stemmen de heer J. P. Mulder
(10 stemmen waren van onwaarde; 3 stemmen waren uitge
bracht op den heer Wilmer).
De heer J. P. Mulder verklaart zijne benoeming aan te nemen.
XIX. Benoeming van een Voorzitter en van een plaatsver
vangend Voorzitter van het Bestuur der gemeentelijke Ar
beidsbeurs, (vacatures: de heeren Dr. H. G. Zwiers en A.
Mulder).
Worden successievelijk benoemd tot Voorzitter met 18
stemmen de heer van Tol (10 stemmen waren uitgebracht op
den heer van Stralen en 1 op den heer Sijtsma), en tot
plaatsvervangend Voorzitter de heer Kuivenhoven met 17
stemmen, (9 stemmen waren uitgebracht op den heer van
Stralen, 2 op den heer A. Mulder en 1 op den heer Oostdam).
De heeren van Tol en Kuivenhoven verklaren hunne be
noeming aan te nemen.
XX. Benoeming van een lid en van een plaatsvervangend
lid van de Commissie van onderzoek, bedoeld in artikel 22
van het Reglement voor de werklieden in dienst van de ge
meente Leiden, (vacaturesde heeren Mr. A. van der Eist
en Mr. P. E. Briët).