DINSDAG 2 SEPTEMBER 1919. 2-23 op Mevr. Dubbeldeman—Trago, 2 op den heer Sijtsma en 1 op de beeren Stijnman en de Lange); Huges met 17 stemmen (uitgebracht waren 31 6temmen, waarvan 2 biljetten van onwaarde, terwijl 10 stemmen op Mevr. DubbeldemanTrago en 1 op de heeren Sijtsma en Oostdam waren uitgebracht); van Stralen met 15 stemmen (uitgebracht waren 31 stemmen, waarvan 2 van onwaarde, 13 op Mevr. DubbeldemanTrago en 1 op den heer de la Rie). De heer van Stralen bedankt voor de benoeming, waarna benoemd wordt Mevr. Dubbelman Trago met 16 stemmen (uitgebracht waren 31 stemmen, waarvan 4 van onwaarde, 5 op den heer Dubbeldeman, 4 op den heer de la Rie en 2 op den heer Heemskerk). (De heer Knuttel verlaat de vergadering). Daarna wordt tot Voorzitter benoemd de heer Huurman met 17 stemmen (uitgebracht waren 30 stemmen 2 van onwaarde, en 11 op den heer Huges). De heeren Huurman, Huges en Mevr. DubbeldemanTrago verklaren zich bereid de benoeming aan te nemen. IV. Benoeming van twee leden van de Commissie van Fabricage, (vacatures: de heeren A. Mulder en D. Jaeger). Worden successievelijk benoemd de heer A. Mulder met 20 stemmen (uitgebracht waren 30 stemmen, waarvan een van onwaarde en 9 op den heer Oostveen) en de Lange met 17 stemmen (12 stemmen waren uitgebracht op den heer Oostveen en 1 op den heer Splinter). De heeren A. Mulder en de Lange verklaren hunne be noeming aan te nemen. V. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Openbaar Slachthuis (vacatures: de heeren Dr. H. J. Zwiers en S. de Boer Az.) Worden benoemd met 16 stemmen de heer Stijnman (een biljet was van onwaarde, terwijl 10 stemmen waren uitgebracht op den heer van der Zeeuw en 1 stem op de heeren J. P. Mulder, van Gruting en Sijtsma) en de heer Splinter met 16 stemmen (12 stemmen waren uitgebracht op den heer van der Zeeuw en 1 stem op de heeren van Gruting en Oostveen). De heeren Stijnman en Splinter verklaren hunne benoeming aan te nemen. VI. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Marktwezen, (vacatures: de heeren D. van Gruting en S. de Boer Azn.) Worden benoemd met 20 stemmen de heer van Gruting. (9 stemmen werden uitgebracht op den heer van Weeren en 1 op den heer Sijtsma), en met algemeene stemmen (30) de heer van Weeren. De heeren van Gruting en van Weeren verklaren hunne benoeming aan te nemen. VII. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief, (vacatures: de heeren Mr. A. van der Eist, en dr. B. D. Eerdmans.) Worden benoemd met 18 stemmen de heeren van Hamel (10 stemmen werden uitgebracht op den heer Knuttel en 1 op de heeren Sijtsma en J. P. Mulder), en Knuttel met 29 stemmen, (een biljet was van onwaarde). De heer van Hamel neemt zijne benoeming aan, terwijl den heer Knuttel van zijne benoeming zal worden kennisgegeven. VIII. Benoeming van drie leden van de Commissie voor de huishoudelijke verordeningen en uit dezen van een Voorzit ter, (vacatures: de heeren Mr. A. van der Eist, Mr. P. E. Briet en K. Sijtsma.) Worden successievelijk benoemd de heer van der Pot met 17 stemmen (10 stemmen werden uitgebracht op den heer van Stralen en 1 op de heeren Wilmer, Huges en Sijtsma). Bij de eerste vrije stemming voor de tweede vacature ver krijgt de heer de Lange 12, de heer van Stralen 11 en de heer Sijtsma 6 stemmen, terwijl 1 biljet van onwaarde was; na een tweede vrije stemming verkrijgt de heer de Lange 17 stemmen (een biljet was in blanco; 11 stemmen werden uit gebracht op den heer van Stralen en 1 op den beer Sijtsma); Sijtsma met 19 stemmen (1 biljet was in blanco en 10 stem men waren uitgebracht op den heer van Stralen). De heeren van der Pot, de Lange en Sijtsma nemen hunne benoeming aan. Tot Voorzitter van die commissie wordt benoemd de heer van der Pot met 22 stemmen, (1 biljet was in blanco en 2 op den heer Sijtsma, terwijl 6 biljetten van onwaarde waren). De heer van der Pot verklaart deze benoeming aan te nemen. IX. Benoeming van twee leden van de Commissie voor de Strafverordeningen, (vacatures: de heeren Mr. A. J. Fokker en Mr. P. E. Briët). De Voorzitter. Dames en Heeren. Wanneer eene verkie zing tot een zeker aantal personen is beperkt, dus bij her stemming of bij het kiezen van een Voorzitter van gekozen leden, mogen de personen, die bij die herstemming zijn be trokken, niet meer medestemmen. De eenige verkiezing waar dit het geval was, is geweest die van den heer Huurman tot Voorzitter van debetrokken commissie, maar in dit geval was de verkiezing toch geldig wanneer men de stemmen die van onwaarde waren buiten beschouwing laat. Alsnu worden successievelijk benoemd de heer van der Lip met 18 stemmen (een biljet was van onwaarde; 10stem men worden op den heer Groeneveld en 1 op den heer van der Pot), en de heer Groeneveld met 29 stemmen (1 stem was uitgebracht op den heer van Hamel). De heer Groeneveld verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. De heer van der Lip is ook bereid de benoeming te aanvaarden, maar acht het feitelijk in strijd met de Ge meentewet en ook om praktische redenen ongewenscht dat een Wethouder optreedt als gewoon lid van een Commissie. Maar aangezien de tegenwoordige Raad zoo samengesteld is, dat buiten de Wethouders daarin geen enkel jurist meer zit ting heeft, wil hij over die bezwaren heen stappen. X. Benoeming van vier leden van de Commissie voor de stedelijke fabrieken van gas en electriciteit, (vacatures: de heeren Mr. A. J. Fokker, Dr. H. J. Zwiers, P. Boot en D. Jaeger). Wordt successievelijk benoemd de heer de Lange na eene nieuwe vrije stemming met 18 stemmen, (9 stemmen waren op den heer de la Rie, 2 op den heer Huges en 1 op den heer Eikerbout); de heer Huges, na eene nieuwe vrije stemming, met 17 stemmen, (1 biljet was in blanco9 stemmen waren uitgebracht op den heer de la Rie en 3 op den heer Heemskerk) de la Rie met algemeene (30) stemmen en Eikerbout met 15 stemmen, (1 biljet was in blanco; 9 stemmen waren uitge bracht op den heer van Stralen, 2 op den heer Sijtsma en op de heeren Wilmer, van Gruting en van Hamel ieder 1 stem). De heeren de Lange, Huges, de la Rie en Eikerbout nemen hunne benoeming aan. XI. Benoeming van vier leden van de Commissie van Beheer over de Gestichten »Endegeest", Voorgeest" en «Rhijngeest," (vacatures: de heeren Mr. A. van der Eist, J. A. Bots, P. Hoogenboom, en Dr. L. Knappert). (Zie Ingek. St. No. 252.) De heer Pera. M. d. V. Op deze voordracht van de be noeming voor Endegeest komt in de eerste plaats mijn naam voor. Gelet op de benoeming, die mij reeds ten deel is gevallen, is het gewenscht dat ik er op wijs, dat het voor mij bezwaar lijk is nu nog eene benoeming aan te nemen. In die Commissie zit reeds een Wethouder als Voorzitter. Bovendien is er reeds een Wethouder lid van die Commissie, zoodat het misschien minder gewenscht is, dat er nog een Wethouder bijkomt. Het komt mij daarom voor, dat ik moet aanbevelen, dat men mij voor deze vacature niet benoemt. Alsnu wordt benoemd de heer J. P. Mulder na eene nieuwe vrije stemming met 16 stemmen (11 stemmen worden uitge bracht op den heer Dubbeldeman en 1 op de heeren Pera, A. Mulder en van Hamel), en Bots met 18 stemmen (een biljet was in blanco; 10 stemmen worden uitgebracht op den heer Dubbeldeman en 1 op de heeren van Hamel en Wil mer); 1 biljet werd te veel in de bus gevonden, hetgeen op den uitslag der stemming evenwel niet van invloed was, en na eene nieuwe vrije stemming de heer Huurman met 16 stemmen (10 stemmen worden uitgebracht op den heer Dubbeldeman, 3 op den heer van Hamel en 1 op den heer Huges) en Dubbeldeman met 29 stemmen (l stem was in blanco en 1 stem op den heer van Hamel); 1 biljet werd te veel in de bus gevonden, hetgeen op den uitslag der stem ming van geen invloed was. De heeren J. P. Mulder, Bots, Huurman en Dubbeldeman verklaren hunne benoeming aan te nemen. XII. Benoeming van twee leden van de Commissie van Beheer over het Grondbedrijf (vacatures: de heeren AMulder en D. Jaeger). t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 3